woensdag 26 september 2018

GELUKT

Om redenen  van esthetische en medische aard is het van belang dat ik mijn figuur een beetje in de gaten houd. Doe ik dat, dan vang ik complimentjes in de trant van "Wat zie je er goed uit" tot " Uw buikvet neemt zienderogen af". Beide, hoewel geuit in geheel verschillende omgevingen, zijn me zeer welkom. Om in vorm te blijven, en niet alleen daarvoor, moet de ouder wordende heer in beweging blijven. Wel bewegen, niet (meer) belasten, dat is het parool.
Nu kreeg ik jarenlang mijn beweging door te fietsen. Mijn lezertjes weten langzamerhand wel dat ik in de hoofdstad woon en in die stad doe je alles op de fiets. Amsterdammers hebben een haat-liefde verhouding met hun openbaar vervoer, vooral de tram moet het altijd ontgelden, en de fiets is de onbetwiste favoriet. Bij mij was dat ook zo. Op je fiets door de stad scheuren is een lust. Als je jong, snel en kerngezond bent tenminste. Voor alle anderen wordt het bij het klimmen der jaren steeds wat gevaarlijker want de Amsterdammer is landelijk berucht om zijn totaal anarchistisch weggedrag. Fietsen in Amsterdam is een soort Russische Roulette: haal ik de overkant wel of haal ik de overkant niet?
Dat probleem heb ik niet meer: ik fiets niet meer. De ogen zijn daarvoor te slecht geworden, ik ben een gevaar voor mezelf. Maar wat dan met de broodnodige beweging? Lopen gaat wel, maar beperkt: ook daar onderaan is het niet helemaal pluis en ook dat zal niet meer overgaan.
Ik heb een mooi park in de buurt en daar kan ik gaan wandelen maar als ik er naar toe loop heb ik de helft van m'n kruit al verschoten wat m'n voeten betreft. En ik moet ook nog weer terug. Voelt u het probleem?
Daarvoor heb ik vandaag voor de eerste keer een sluitende oplossing gevonden. Het was vanmiddag erg mooi weer, een nazomercadeautje, en nu moest het gebeuren.
Ik reed met de bus (stopt vlakbij) naar een hoek van het park. Daar is een halte en een ingang. Ik wandelde door die ingang het park in, waar ik op het einde van mijn tracé een tentje wist waar ze ijs verkopen. Daar aangekomen, na een heerlijke verfrissende wandeling in marstempo (moet van de dokter) vond ik mijn favoriete ijsje, een stoeltje in de zon en een vrolijke drukte om me heen. De weggewandelde calorieën heb ik er waarschijnlijk meteen weer aangegeten maar wat belangrijker was: het reisje leek te gaan lukken.
Na het ijsje wandelde ik het park weer uit door een andere ingang, stak een ingewikkelde kruising over en posteerde mij bij de nabije bushalte die ik op Google Maps thuis al uitvoerig had verkend. En verdomd, twee minuten later kwam de bus die me keurig weer vlak bij huis afzette. De cirkel was rond, het wandel- en beweeginitiatief was geslaagd, de operatie kon worden bijgeschreven als "goed uitvoerbaar" in  Mijn Grote Blijf In Beweging Boek. Ook leuk voor in de winter.

Alleen ligt dan het ijs in de sloot.

Knar


maandag 17 september 2018





VLAKBIJ

Afgelopen zaterdag viel me een buitenkansje in de schoot. Mijn oudste kleindochter, inmiddels tien en nogal eloquent kwam met haar voetbalteam een wedstrijdje spelen bij een gastvereniging vlakbij mij in de buurt. Dat was een mooie kans om de kleine meid weer eens te zien en te spreken, en van mijn levendige belangstelling in haar doen en laten blijk te geven. Anders komt daar niet zo veel van. Druk druk druk. Zij dan.
Op het tamelijk nachtelijk uur van half negen zou de wedstrijd beginnen (kleintjes altijd voor dag en dauw) dus dat was even doorbijten. Wat vroeger op, naar de lucht en naar de weersverwachting kijken - wat doe je aan op zo'n uur, het kan nog fris zijn langs de lijn - en uiteindelijk gewapend met een vouwkrukje derwaarts. Hoewel het vlakbij is liep ik toch nog even verloren want in de tijd dat ik druk was met mijn afnemende mobiliteit was het wegennet rondom mijn buurtje grondig onderhanden genomen, er was een gracht gegraven waar die vroeger niet was, inritten waren verplaatst of gewoon verdwenen, al met al werd het toch nog een hele wandeling maar waar ik heen moest was al snel duidelijk: gewoon afgaan op het gegil van 18 meiden van tien en elf. Twee keer acht en twee reserves. En allemaal gillen.
De langzaam lichter wordende ochtend stoorde zich er niet aan. Zij ging rustig haar gang met het verder inkleuren van de lucht, het langzaam laten rijzen van de zon en het presenteren van de eerste warme stralen aan het welwillende supporterspubliek. Waaronder inmiddels ik, op mijn vouwstoeltje. Ik wist dat mijn kleindochter er was - ik hoorde haar naam meerdere malen gillen - maar zien kon ik haar niet. Ik wijt dat tegenwoordig als vanzelfsprekend aan mijn slechte zicht, maar nu lag het toch even anders: ze stond in groen keeperstenue op doel helemaal aan het andere eind van het veld. Ik had me wat onhandig geplaatst. Geen probleem, leuk was het toch wel. Na een kwartier werd er drie keer hard op een fluitje geblazen, ik hield mijn banaan-voor-in-de-pauze al paraat toen er plotseling vanuit het niets een kleine in het groen verpakte Woody Woodpecker op me afstormde, haar armpjes om mijn heupen sloeg en riep "Hallo opa, leuk dat je er bent". Mijn kleindochter, even het veld over gerend om me te begroeten. Daar doe je het voor nietwaar? De banaan wilde ze niet want dit was de Kleine Rust en straks was de Grote Rust en dan…. OK, maar nu ging ik wel verkassen naar de overkant van het veld waar ik, gezeten naast haar doel, nog getuige mocht zijn van zes reddingen en twee doelpunten. De meisjes van de tegenpartij waren wel sterker, dat zag je zo. Beter richten, harder schieten en minder vaak iets aan het haar doen. Ze zijn wel tien, weet u.
Ik kreeg de smaak te pakken van zo'n mooie vroege ochtend op zo'n veld met zoveel vrolijk gegil om me heen, ik bleef de Rust uitzitten, wist de banaan te slijten en genoot van het zonnetje. In de tweede helft stond ze niet meer op doel, het doelgemiddelde verbeterde er niet van en uiteindelijk verloren ze met 4-tig van de tegenpartij. Strompelend kwam ze het veld af. Iemand was onzacht op haar voet gaan staan en het deed flink pijn. Ik zag tranen. Schoen uit, sok uit, niets te zien dus wat gerustgesteld. Een Snicker van opa hielp geweldig en na een dikke kus toog ze roepend en nog wat hompelend met haar vriendinnen naar de auto's voor de reis naar huis.

Mijn dag was begonnen.



Knar