dinsdag 22 juni 2010


KAART



Het is de eerste keer dat ik het doe, maar ik kan niet anders: een internetadres (URL) gebruiken in mijn column. Het gaat om een kaartje, dat wordt gepubliceerd op de digitale NRC en dat de uitslag van de Kamerverkiezingen 2010 geografisch weergeeft :
http://www.nrc.nl/binnenland/verkiezingen2010/article2552508.ece .
Omdat ik ten tijde van de verkiezingen voor vakantie in het buitenland was (zie vorige blog) zat ik na terugkomst nog zo wat mijn nieuwsachterstand in het halen. En toen kwam ik het kaartje tegen.
Waarom gebruik ik het hier? Wel, nog nimmer is mij zo schoon geopenbaard waar eigenlijk in Nederland de Bible Belt loopt. Klik op SGP en er verschijnt een bruine band (veelbetekenende kleurkeuze!) van linksonder naar rechtsboven over Nederland, en dat, lieve lezertjes, is precies de Bible Belt. Daar heerst de VREZE des HEEREN en zijn ook in de zomer zwarte dameshoeden te koop.
Waarom is het kaartje nog meer zo leuk? Omdat de Partij van de Arbeid vooral in Noord-Nederland in de bus blaast. Klik op die partij, ziet en huivert. Amsterdam en Het Noord’n. Daar wordt gepiekt. En van de nieuwe fractie (31 mensen) zijn er weliswaar acht geboren in het Noorden, maar er wonen er maar drie. Is dat wel verstandig? Het lijkt me tenminste raadzaam voor Job en zijn kornuiten om het nasale van de Noordse dialecten wat aan te leren en om te leren de “n” wat in te slikk’n aan het eind van een woord.
Nog meer opzienbarend nieuws? Jazeker, D66 is een intellectuelenpartij (de universiteitssteden e.o.), Groen Links is een studentenpartij (de universiteitssteden sec) en de VVD is een partij van de Hollanders. Dat is helder.
En dan nog even als klappen op de vuurpijl: de grommelaars van Wilders pieken vooral in het inderdaad troosteloze oosten van Limburg, en de wegblijvers zitten in Brabant èn Limburg. Al nooit zo veel opgehad met die Generaliteits-landen, en nu blijkt maar weer eens….

Wat zijn zulke verkiezingen toch eigenlijk geweldig leuk!



Knar

zondag 20 juni 2010


MORVAN



Gisteren keerde ik terug van een tweeweekse vakantie in de Morvan. Een deel van Bourgondië dat voornamelijk uit heuvels en bossen bestaat. Hier en daar ligt een stuwmeer, en hier en daar vindt men een zeer middeleeuws stadje en/of abdij. Sommige daarvan betoverend mooi. Autorijden is er een lust want de wegen zijn goed, bochtig en leeg.
Wij hadden in de bossen van de Morvan een op het oog aantrekkelijk huis gehuurd van een Franse organisatie met een vestiging in Nederland, die ons op de site verzekerde dat het huis comfortabel zou zijn en dat het fietsgenot voor deszelfs deur zou beginnen. Dus de fietsen mee.
Na het verlaten van de autoroute en het passeren van het ene na het andere middeleeuwse stadje bevonden wij ons uiteindelijk diep in de bossen tegenover een bunkerachtig gebouw dat ons vakantiehuis bleek te zijn. De sleutel lag op de afgesproken plaats en wij konden de voordeur openen. Een kille donkere spelonk waarin het
naar rook rook. Welkom in de huiskamer. Op de tast vonden we wat lichtschakelaars en konden we zien waar de ramen zaten waarvan wij de luiken dienden te openen. Nu trad enig daglicht toe maar dat hielp niet veel want naar ons bleek bestonden de wanden van de grot uit donkergrijze granietblokken, de vloer was van steenrode plavuizen en boven ons hoofd bevond zich als beloofd het “originele balkenplafond”, in diep donkerbruin. Middenin stond een hoge smalle houtkachel. Vandaar de rooklucht. Diep in onze jassen gedoken verkenden wij de rest van het huis, dat vrij compleet was ingericht, maar dat ook elders donker en koud was. Alleen de keuken was wat lichter en warmer.
De eerste reactie was : rechtsomkeert. Maar men weet hoe dat gaat. Men is vermoeid, men heeft zin in vakantie, men denkt dat het misschien wel meevalt , men heeft nog niet alles gezien. Kortom, men blijft. Om
bijvoorbeeld de houtkachel aan te maken. Dat lukte één keer goed, en daarna dagenlang slecht of niet. Veel getelefoneer met het vaderland, eigenaar gepikeerd, deskundige uit de streek erbij en met zijn aanwijzingen de kachel redelijk onder contrôle gekregen. Waardoor de huiskamer vooral ‘s avonds iets van gezelligheid kreeg. Overdag, ook bij vol zonlicht, bleef het binnen behelpen met lampen aan. De keuken werd ons domein. Wat oorspronkelijk niet onze bedoeling was.
Wat dat zonlicht betreft: twee van de veertien dagen hebben we de zon gezien. Er er zelfs nog even in gezeten. Verder grijs en regen. Ook voor de Morvan in juni een uitzondering. Maar in de Midi spoelde men weg. Dus het kon erger.
Dan het fietsen. Voor mountainbikers en wielrenners-in-Alpentraining is de Morvan een uitnemend fietsgebied. Voor gewone tourfietsers zoals wij: niet doen. Fietsen thuislaten. Wegen staan rechtop. De Muur is in de Morvan overal. Onze fietsen hebben roestvlekjes van het stilstaan in de vochtige ”cave” van het huis.
En de Morvan? De Morvan is aardig - hier en daar zelfs heel aardig - maar lijkt toch vooral uitgevonden door studenten van de Academie voor Tourisme.

Wij leerden in veertien dagen veel bij.



Knar