dinsdag 27 december 2011



KERST



Zo, is het een beetje gelukt allemaal? De kerstdagen zonder teveel verwarring en chagrijn doorgekomen? Voldoende je vrijheid beleefd? Voldoende mèt familie of juist voldoende zonder? Voldoende gegeten of juist voldoende gevast? In ieder geval, het is voorbij en wat je er ook van gemaakt hebt, het was niet geheel zonder opwinding.
Zowel de Belgische vorst als onze eigen Beatrix schoten eens flink in de vader- en moederrol en hielden hun respectievelijke naties voor dat het echt wel anders moet wil het ooit nog goedkomen. De aartsbisschop van Mechelen-Brussel, monseigneur André Leonard had in de nachtmis al de toon gezet door zich  openlijk te scharen aan de zijde van hen die verontwaardigd zijn over “de kwalijke gevolgen van het neoliberalisme dat zich vandaag over de planeet verspreidt en werkloosheid, uitsluiting, materiële en spirituele armoede teweegbrengt”. Ook sprak hij over “de financiële crises die veroorzaakt worden door de ongebreidelde zucht naar onmiddellijk rendement en waarvan de factuur vooral door de zwaksten betaald zal worden”.
U ziet, ik maak school. Waar ik in deze kolommen al zo vaak over mopperde  wordt nu ook opgepakt door “the rich and mighty” en door hen van nogal ongezouten commentaar voorzien. Voor zover ik nog hunkerde naar bevestiging kan ik nu tevreden achterover leunen. Zelfs De Blonde Leider stelde me niet teleur. Geheel volgens de verwachting trok hij onmiddelijk en onbeschoft van leer tegen de majesteit nadat ze haar kerstboodschap had uitgesproken. Hij vroeg zich kwasi wanhopig af “of ze soms lid was geworden van Groen Links”.  In kringen van beschaafde mensen bepaald geen verdachte keuze, maar in de ogen van De Blonde Leider het zoveelste bewijs dat De Anderen niet deugen.
Emiel Roemer is al aardig op weg de populairste politicus van de natie te worden. Als Hans Spekman nu nog het stof uit de sociaal-democratie weet te kloppen en André Leonard houdt voet bij stuk dan ontstaat er ook in de Lage Landen misschien langzaam zoiets als een brede tegenbeweging, een aangroeiende damwand tegen die neoliberale golf, die dan misschien na één keer de wereld te hebben omlopen gesmoord wordt in het “NEE” van de  indignados, de verontwaardigden.

Wat een heerlijk perspectief voor het nieuwe jaar!


Knar


zaterdag 17 december 2011



DECEMBER


Om mij heen wordt in deze tijd van het jaar nogal eens besmuikt gemopperd en gemonkeld over dat “gedoe van december”. Drie eenvoudige woordjes waarachter toch soms een wereld van irritatie, schaamte, ontevredenheid en verwarring schuilgaat. Wat is het geval? Velen van ons zijn groot geworden in een tijd dat schaarste -meer dan nu- een vaste begeleider was op ons levenspad en ook het drijvend principe achter een uitgebreid systeem van vindingrijkheid, saamhorigheid, trots en moraal. Velen van ons hebben als kind bij overdreven wensen of verwend gedrag te horen gekregen “dat het maar weer eens oorlog moest worden”. Die oorlog en alles wat daarin gebeurde trok na de beëindiging der vijandelijkheden nog tientallen jaren zijn sporen in deze samenleving. Daar hoorde ook bij dat velen in december bevangen raakten door de “kerstgedachte”, als ultieme uitdrukking van het verlangen naar vrede. Na het vrolijke maar toch vaak karige feestje van Sinterklaas werd daar met toenemende devotie naartoe geleefd. Totdat op kerstavond de kaarsjes aangestoken werden, roomse families in de Stille Nacht ter kerke togen voor de nachtmis en op Eerste Kerstdag van alle andere kansels in het land de geboorte van de Heer met blijdschap werd verkondigd. Daarna kerststol en familiebezoek. Op oudejaarsavond nog een rotje en een oliebolletje en daar gingen we weer. Het nieuwe jaar in. Eenvoudig, burgerlijk en saamhorig.
Die tijden zijn voorbij. Althans, het gaat niet meer vanzelf zo. Wat nu vanzelf gaat is, dat na de herfstvakantie langzaam een krankzinnige tingeltangel op gang komt die ons zo tegen half november helemaal heeft klaargebeukt voor de gedachte dat “december” synoniem moet zijn met rennen, kopen, vreten, weer rennen, dure cadeaus, glitter en glamour, hier naar toe en daar naar toe, reizen, ver weg, juwelen, nog meer cadeaus, exclusieve kerstdiners, de grootste kerstboom, lichtjes tot in de dakgoot en een pilletje tegen de cholesterol. En dan naar de wintersport. Ligt er wel sneeuw?
Het gemopper en gemonkel van daarnet gaat daarover. Mensen raken een beetje in de knoop. Ze willen in hun hart een “oude” decembermaand: eenvoudig, overzichtelijk, knus en een beetje heilig. Maar spelbreker willen ze ook niet zijn dus hollen ze toch ook een beetje mee met die tingeltangel. Voilà, le problème.
De grootste verworvenheid die de oorlog ons bracht was vrijheid. Mensen zijn daarvoor doodgegaan, maar veel meer mensen zijn ervoor blijven leven. Wij. We zouden ieder voor onszelf die vrijheid weer eens kunnen oppakken en besluiten om de decembermaand voortaan te vieren zoals we dat zelf willen. In vrijheid.
Klein Sinterklaasfeestje? Prima. Geen Sinterklaas en een cadeautje onder de kerstboom? OK. Geen kerstboom maar een etentje met vrienden? Ook goed. Helemaal niks en een week naar een klooster? Goed plan. Doe het anders. Doe het zoals je zelf wilt. Wees vrij.

Hebben die middenstanders ook weer eens wat tijd voor hun gezin.

Knar


vrijdag 16 december 2011



KILOMETER



 
Mijn kleindochter van drie is nogal talig. Ik repte daarvan al eerder op deze plaats. (Misschien valt de appel dan toch niet ver van de boom?). Onlangs deed ze ons omstandig verslag van een gesprek dat ze had gevoerd met één van haar crêchevriendinnen en waarin ze had gezegd ”dat je toch niks hebt aan die goedkope krengen”. Het ging over speelgoed ofzo. Wij, de familie, deden het bijna in onze broek van het lachen maar waren ook nogal verbijsterd zoiets te horen uit de mond van drieturvenhoog. Wat moet dat nog worden?
Wel, daarvan leverde ze vandaag weer een boeiend voorbeeld. Ik bezocht de familie voor een kop koffie en het besteden van enige aandacht aan de gekwetste schouder van mijn zoon. Gaat veel beter, dank u. Mevrouw Krullemans was nadrukkelijk van de partij en na het gewone luidruchtige begroetingsritueel nam ze me even apart en vroeg of ik zo even met haar meeging naar boven “want daar was een kilometer en dan kon ik zien hoe groot ze al was”.  Als een dame van drie me vraagt om mee naar boven te gaan zeg ik daar onmiddellijk en met een gerust hart ja op. Maar eerst koffie. Per slot had ik appelgebak meegebracht en dat moest toch ook worden gesavoureerd? Vond zij ook. “Mag ik een groot stuk?”. Na de koffie gaf ik eerst nog even wat aandacht aan haar kleine zusje die net loopt en op kromme beentjes heel blij door  de kamer dribbelt, maar uiteindelijk was het dan zover dat ik mee naar boven zou gaan om daar op de kilometer te zien hoe groot ze al was. Er zou daar wel ergens zo’n meetlint hangen dacht ik, waar kindertjes tegenaan gaan staan zodat je hun lengte kunt bijhouden. Volgens haar was het op de badkamer, en zij was er al.  Nadat ik daar het licht aandeed zag ik haar in het hoekje tussen bad en toilet glunderend naar me staan kijken. Er was geen meetlint te bekennen maar wel een weegschaal, waar ze bovenop stond. “Ik ben wel honderd kilo” schetterde ze voldaan. En toen ging me een lichtje op. Ze had kennelijk begrepen dat het een ding is dat kilo’s meet, en dus noemt ze het een kilometer. Terwijl ik het opschrijf stokt me nog weer even de adem.  Drie jaar en dan dit…

Overigens weegt ze geen honderd maar veertien kilo op de kilometer.


Knar


maandag 12 december 2011



PENNEN




Ik ben zo’n man die iets heeft met schrijven.
Op zich geen schokkende bewering gelet op wat ik hier aan het doen ben, maar ik bedoel echt schrijven, op papier met een vulpen, een potlood of een ballpoint. In die volgorde. Inmiddels ben ik van een zekere leeftijd dus ik had al heel wat schrijfgerei in handen. Veel daarvan is terecht gekomen in een oude schoenendoos onderin mijn bureau. Ik kon ze niet weggooien, de pennetjes en potloodjes van ooit. Een bewaardrift waar een klinisch psycholoog vast wel iets mee zou kunnen. In ieder geval: het zijn er inmiddels veel. Zoals gezegd, ze staan onderin het bureau dus vaak zie ik ze niet. Maar vanochtend was het zover. Terwijl ik met mijn vulpen probeerde een paar wilde gedachten in een ordelijk overzichtje vast te leggen bedacht ik dat ik al heel lang niet meer een ballpoint had gebruikt. Dat is al een beetje geschiedenis omdat ik voor het nobele handwerk tegenwoordig meestal de vulpen gebruik en het meeste schrijfwerk natuurlijk in de digitale cloud uitvoer, waar er geen pen of papier meer aan te pas komt.  Een ballpoint dus. De doos kwam op tafel en toen gebeurde er iets dat mensen die met mij “een zekere leeftijd” delen wel zullen herkennen: mijn geschiedenisboekje viel open. Schrijfgerei is al tientallen jaren een gewild reclame-artikel, dus heb ik (en hebt u) talloze pennen en potloden van instituten die ik heb bezocht, tentoonstellingen waar ik heb rondgekeken, restaurants waar ik at,  opleidingen die ik heb gedaan, en ga zo maar door. Kortom: geschiedenis.
Ook de pennen-zonder-opschrift dragen hun steentje bij want ze zijn cadeau gegeven (ach ja, weet je nog?), gejat (net goed!), snel ter ziele gegaan (had ik van dat merk niet verwacht) of blijken bij hernieuwde kennismaking nog verdomd lekker in de hand te liggen. Kortom een wereld die opnieuw opengaat en die zijn verhaal vertelt. En let maar eens op, dat is een ander verhaal dan het verhaal dat u inmiddels in uw hoofd hebt over die tijd. Een nuchter verhaal over wat er werkelijk is geweest, de onontkoombare feiten die ons nog wel eens kunnen verrassen in hun betekenis, kwaliteit en diversiteit.

Toon mij uw pennen en ik zal u zeggen wie gij zijt…..

Knar

dinsdag 6 december 2011



UTOPIE



Soms kan een boek, gelezen  op het juiste moment, een heel nieuw en bevrijdend licht werpen op zaken die actueel maar duister zijn. Als trouw lid van mijn leesclubje worstelde ik mij in de afgelopen weken heen door het boek “De Utopie van de Vrije Markt”, van Hans Achterhuis. Zelfs in het afgelopen Sinterklaas-familie-weekend, terwijl de kleinkinderen joelend om mij heen renden wist Achterhuis mij geboeid te houden. Hij heeft veel geschreven over arbeid, zorg en moraal, en zo gezien lag dit werkje eigenlijk wel in de lijn der verwachting. Het verrassende en opluchtende van het boek is dat Achterhuis het neoliberalisme -met zijn onafscheidelijke vrije-markt-denken- ontmaskert als óók een utopie, en niet het "logische antwoord op decennia van linkse hobbies", zoals ons nogal eens wordt voorgehouden. Met utopieën zijn we bekend, het christendom, het communisme, de islam, allemaal bewegingen met een utopische heilsleer: als dat en dat wordt vervuld dan….. en dan volgt de beschrijving van een begeerlijke heilstoestand. Eeuwig leven, gelijke beloning, de macht aan het volk, immerdurende bevrijding van leed, tweeënzeventig maagden en wat niet al. Achterhuis vindt de utopie van het neoliberalisme het best beschreven in de roman “Atlas Shrugged” van Ayn Rand, een Amerikaanse schrijfster en filosofe van Russisch-joodse afkomst. Zij is de grondlegster van het Objectivisme, een filosofische stroming die de mens ziet als een heroïsch wezen, met zijn eigen geluk als hoogste levensdoel en productieve prestatie als nobelste activiteit. “Atlas Shrugged” is een roman waarin de personages de doelen van het Objectivisme nastreven en bereiken. De stroming heeft vooral in Amerika veel aanhang en het boek “Atlas Shrugged” wordt door de Amerikanen na de Bijbel als belangrijkste boek van de twintigste eeuw gezien.
Dat wist ik allemaal niet, en u ook niet, denk ik. Achterhuis werpt voor mij een heel nieuw licht op wat er momenteel in de wereld aan de hand is. Temeer omdat hij duidelijk maakt dat de aanhangers van het Objectivisme - waaronder Alan Greenspan, voormalig directeur van de FED - een schoksgewijze verandering in economische of politieke verhoudingen zien als hèt moment voor het invoeren van hun ideologie. De val van de Sovjetunie en nine-eleven waren van die schokken, en het is een feit dat de neoliberale tsunami vanaf toen over de wereld is gaan rollen. Door velen met verbazing en ongeloof aangestaard, door anderen gevreesd, door sommigen schoorvoetend aanvaard, maar voor allen in wezen onbegrepen gebleven. Totdat Achterhuis ons uitlegt dat het hier gaat om de zoveelste utopische heilsboodschap die ons - onder voor die boodschap optimale omstandigheden - wordt aangesmeerd en die “in the end” voor enkelen het “geluk” zal brengen en voor velen diep ongeluk. Dat loopje kennen we langzamerhand wel.
De boodschap? Geloof ze niet, de profeten van de vrije markt als ze op hun groentekistje klimmen om de blijde boodschap te verkondigen. Herinner je dat alleen een mix van zinnige moraal, welbegrepen verdraagzaamheid, gezond verstand, nuchter koopmanschap en gevoel voor verhoudingen ons - collectief en individueel - verder heeft gebracht.

Utopieën, collectief of individueel beleden, hebben altijd aan de wieg gestaan van de grootste maatschappelijke rampen die de mensheid zijn overkomen.


Knar


donderdag 1 december 2011


KARAKTER



Mijn kleinzoon, bijna vijf, begint langzamerhand karakter te tonen. Het wordt meer en meer zichtbaar wat voor een ventje het gaat worden. Sinds kort zit hij op zwemles want de wereld waarin hij woont in nogal waterig. In die wereld vaart de familie regelmatig rond met allerlei bootjes dus….
Zondag was het weer zover, en omdat papa tijdelijk is uitgeschakeld vanwege een schouderprobleem was de eer aan opa om met het ventje naar het zwembad te gaan. Tegenover iedereen had hij er al over opgeschept, alleen tegenover mij deed hij erg cool. Wilde mij niet teveel over het paard tillen natuurlijk. Daar zat ik dan in de kleedkamer met allemaal blote en halfblote jongetjes. Tricky business tegenwoordig. Voor je het weet zit je geboeid in een overvalwagen. Gelukkig waren er allemaal papa’s, mama’s en ook grootouders voorhanden dus ik had voldoende getuigen van mijn onschuld. De jongetjes schreeuwden en stoeiden zoals dat jongetjes van bijna vijf doen, tot de juf ze kwam halen. Toen werden ze heel stil. Toch nog maar bijna vijf. De begeleiding werd naar een apart hok gedirigeerd waarvandaan we achter glas onze nakomelingen in de weer konden zien. Thema was vandaag “hoofd onder water”. Via allerlei sluwe opdrachtjes probeerde de juf de kleuters hun watervrees af te leren. Deed ze goed, maar niet goed genoeg. Ze gooide wat rubber ringen in het water, die ze moesten “opduiken” en om hun arm doen. De wildste boys stonden meteen op de kop in het water en hadden in no time zes ringen om hun arm. Mijn kleinzoon was wat stilletjes in de weer, een beetje aan de rand van het groepje, waar hij met z’n voetje onder water naar een ring tastte. Had hij er één gevonden, dan hup de teen er onder, voetje met ring en al omhoog, en aanpakken Trots stak hij hem dan omhoog zonder een druppel water in z’n gezicht te hebben gekregen. Slim, karakter, maar zo leren we niet zwemmen natuurlijk….
Een ander bewijs van karakter leverde hij tegenover Sinterklaas. Jawel, de echte! De goedheilig man was op bezoek bij een collega van mama, die al haar collega’s met kindjes bij Sinterklaas had uitgenodigd. Ook mijn kleinzoon en zijn twee zusjes waren erbij. De jongste kliedert momenteel nogal met haar eten en Sinterklaas maakte daar een opmerking over. En vroeg daarvoor bevestiging aan haar broer. Hij stond recht, keek de oude heer vastberaden aan en zei helder:”Jaaa, maar ze eet wel altijd haar bordje leeg”. Zo, daar kon hij het mee doen. Niemand komt aan mijn zusje, zelfs jij niet Sinterklaas. Vertedering alom, dat laat zich denken.

Hij is slim en lijkt voor de duvel en z’n ouwe moer niet bang. Welkom in de familie, jongeman!


Knar