BURUMA
De spraakmakende Nijmeegse hoogleraar strafrecht Ybo Buruma is door de Tweede Kamer voorgedragen als lid van de Hoge Raad der Nederlanden, het hoogste rechtscollege in ons land. In de Kamer stemde de PVV blanco toen het over zijn benoeming ging, want Buruma “had wel eens iets onaardigs over 'Geert' geroepen en was in een grijs verleden zijdelings betrokken geweest bij een linkse beweging. Foei!“. Tot zover een citaat uit Elsevier digitaal van maandag 29 augustus. Ik kan het niet mooier zeggen.
Maar wat doet Buruma? Hij zegt zijn lidmaatschap van de Partij van de Arbeid op. “Omdat de kiezers van de PVV anders wel eens zouden kunnen denken dat hij te politiek is in zijn uitspraken als rechter”. Hoewel naar goed vaderlands gebruik deze gotspe weer eens zonder veel ophef voorbij lijkt te gaan zakt mij er wel even de broek van af. Een aspirant-rechter van de Hoge Raad die zijn oren laat hangen naar populistisch rechts en afziet van zijn grondrecht om lid te zijn van een politieke partij? Het moet toch niet gekker worden. Al vaker was de geur van fascisme in het Nederlandse politieke bedrijf te ruiken maar altijd kregen ze van mij nog het voordeel van de twijfel. De casus Buruma doet die twijfel met sprongen afnemen. Het domste van de hele zaak is nog wel dat Buruma hiermee vol in z’n eigen voet schiet. Als rechter van de Hoge Raad heeft hij nu bewezen gevoelig te zijn voor politieke druk. Is hij dat alleen nu even, of is hij dat straks ook, als hij in zijn nieuwe functie een uitspraak moet doen waar “Geert” weer eens niet blij mee zal zijn? Misschien heeft hij die anderhalf miljoen kiezers van “Geert” nu tevreden gesteld. Maar wat moeten die andere tieneneenhalf miljoen stemgerechtigde kiezers in Nederland nu denken over de onkreukbaarheid van rechter Buruma?
Eén keer raden….
Knar