WIT
Dit jaar echter niets te klagen.
Om te beginnen was de wereld ook met de Kerst nog betoverend wit. Maar niet tè wit. Zodat vanuit het buitenland aanvliegende familie te vroeg in plaats van te laat op Schiphol aankwam, de rijkswegen -vooral door de angst van velen om de weg op te gaan- behoorlijk doorgang boden voor bezoek aan een ook alleenstaande tante en het ver van tevoren georganiseerde legpuzzeldiner op Eerste Kerstdag probleemloos kon worden gehouden in een dorp buiten de hoofdstad. Ik zeg legpuzzeldiner omdat de gangen met bijbehorende wijnen door verschillende deelnemers waren verzorgd, wat altijd weer een verrassende toestand oplevert. Leitmotiv was “Klassiek”, wat voor jonge mensen zoveel betekent als splinternieuw. En wat vader, verantwoordelijk voor het hoofdgerecht, aanzette tot een fraaie kerstrollade met bijbehorende cranberrycompôte, groenten en aardappelpuree, alles uit eigen keuken. Wat één van de aanwezige dames dan weer deed verzuchten:”Zo eten wij nooit aardappelpuree. Altijd uit het pak”. Vader trots!
Maar misschien het mooiste was toch wel het hervinden van een kleinood dat verloren scheen : de Kerstliederen van Herman van Veen, met een barokensemble onder Ton Koopman. Een plaat die vroeger mijn kerstdagen kleur gaf vanwege de stokoude kerstliedjes die Herman met zijn fluwelen stem te berde brengt, en die nu alleen nog antiquarisch schijnt te bestaan. Ergens in de familie dook hij op en bleek hij te leen, nu in CD-vorm, en dankzij de moderne wonderen der techniek kon ik hem voor eigen gebruik kopiëren en door mijn huis laten schallen. Heerlijk.
Buiten sneeuw en (een beetje) vorst, binnen de lucht van versgebakken oliebollen (eindejaarsfeestje vanmiddag) en Herman die zingt van het kindeke.
Er is veel onrecht in de wereld. In mijn vorige blog schreef ik daar nog over. Ik had geluk. Mijn kerst was dit jaar helder wit.
Knar