vrijdag 28 oktober 2011



PRIVILEGE




Amsterdammers hebben de neiging hun stad de belangrijkste van Nederland te vinden. Voorbij Diemen worden ze wat onrustig en voorbij Weesp begint voor hen de rimboe. Misschien hebben ze gelijk, maar bij al die belangrijkheid: de oudste stad van Nederland is Amsterdam zeker niet. Integendeel. Amsterdam hoort bij de jongere steden van het land, bedenksels als Lelystad en Zoetermeer daargelaten.
Dat wordt ons deze dagen nog weer eens duidelijk gemaakt op een piepkleine tentoonstelling in de kelder van het Gemeentelijk Archief, de voormalige kluis van de voormalige AMRO bank aan de Vijzelstraat. “De Bazel”, u weet wel.
In die kluis stelt de gemeente gedurende drie dagen een zeldzaam document ten toon. Het is het “Tolprivilege” dat graaf Floris V in 1275 aan de stad schonk en dat aan de inwoners van Amsterdam vrijdom verschafte van tol in het hele gebied van Holland en Zeeland. Een zeldzaam en zeer opmerkelijk document. Ten eerste was dit privilege baanbrekend voor de vrije handel van de Amsterdammers doorheen het hele gebied van de graaf, dus zeg maar West Nederland. Ten tweede is dit het document waarin voor het eerst de naam van de nederzetting Amsterdam wordt genoemd. Nogal laat als je bedenkt dat Deventer al in de tiende eeuw stadsrechten had.  Ten derde was het privilege een compensatie voor de schade die de manschappen van de graaf hadden aangericht bij de Amsterdammers toen ze de opstand van de Kennemers neersloegen, het jaar daarvoor. Dat staat er ook in. En ten vierde is er dan nog het Privilege zelf. Als wij de kluis betreden zit op een stoeltje in de schemering een mevrouw naast een tafeltje met folders ons al vriendelijk toe te knikken. We zijn de enige bezoekers en vragen haar waar we het privilege kunnen zien. Ze wijst op een zuiltje waaroverheen een zwartfluwelen hoes is gedrapeerd. “Daar” zegt ze. Het privilege blijkt te liggen in een glazen kistje op het zuiltje, helemaal in het donker onder die zwarte doek, en wij mogen een paar minuten kijken als de mevrouw de doek optilt. Onder andere omstandigheden zou het wat erotisch zijn allemaal. Wat wij zien tart iedere beschrijving. Een nietig stukje perkament, kleiner dan een velletje A5, met daarop in vale kriebellettertjes de tekst, amper leesbaar, aan een lintje met een wat gehavend donkerrood lakzegel van een ruiter te paard. Dat is het. Nietig, onooglijk, en ik krijg de rillingen. Zevenhonderdvijftig jaar kijken me aan. Toen dit briefje geschreven werd duurde het nog ruim tweehonderd jaar voor Columbus Amerika zou ontdekken. Dit vodje maakte dat de handel van Amsterdam met het achterland op gang kwam, waardoor de stad uiteindelijk kon uitgroeien tot één van de belangrijkste transitohavens van de toen bekende wereld.

En het maakte van de Amsterdammers het vrijpostige volkje dat ze nog steeds zijn.

Knar


zondag 23 oktober 2011



NEE




Op Trouw.nl van zondag 23 oktober verscheen een interessant vraaggesprek met de Denker des Vaderlands, de filosoof Hans Achterhuis. In het vraaggesprek analyseert Achterhuis de Occupy-beweging en weerlegt hij de kritiek dat de beweging vage doelstellingen zou hebben en niet weet waartegen ze protesteert. Hij legt uit dat het “Nee” van deze beweging aangeeft dat een grens is overschreden. Nee, niet verder.
Los van het feit dat de Occupy-beweging interessant genoeg is om er nog vele columns aan te wijden wil ik hier toch even een heel andere kant op. Het betoog van Achterhuis over de betekenis van “Nee” deed me onmiddellijk denken aan het vreselijke ongeluk dat zaterdag 22 oktober plaatsvond op de A2, ter hoogte van Abcoude. Daar reed een auto met volle vaart in op een stilstaande file. De chauffeur van de achterste wagen, een vijfendertigjarige man uit Maastricht kwam bij die botsing om het leven. Wat het ongeluk zo vreselijk en in mijn ogen ook smerig maakt is het feit, dat de snel rijdende auto werd achtervolgd door de politie nadat de chauffeur en zijn maat in de buurt van Culemborg hadden getankt zonder te betalen èn dat de politie zelf de file had veroorzaakt door alle lichten boven de snelweg op rood te zetten. De file had de criminelen moeten stoppen. Wel, dat is gelukt, ze liggen allebei in het ziekenhuis.
Nu over het “Nee”. In mijn optiek is hier een grens overschreden. Een grens die het verschil markeert tussen wat een controlerende overheid wel en niet ethisch verantwoord kan doen. Vanzelfsprekend is het terecht dat benzinedieven worden aangehouden, en als daarvoor - zonder al te veel risico’s - een achtervolging op een snelweg nodig is moet dat maar gebeuren. Als daarbij echter onschuldige burgers op diezelfde snelweg via rode stoplichten worden gedwongen om als buffer en stootblok te fungeren zonder dat zij daarvan op de hoogte zijn dan wordt in mijn optiek een grens overschreden. Des te erger is het als daarbij dan ook nog een argeloze automobilist om het leven komt.
Uit de media verneem ik dat het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) zal onderzoeken of de “protocollen” voor het veroorzaken van een file correct zijn gevolgd. Afgezien van het feit dat je een slager niet zijn eigen vlees moet laten keuren heb ik dat onderzoek niet nodig om volmondig “Nee” te zeggen tegen deze aanpak. Een grens is overschreden, dit gaat te ver. 
Ik weet het voortaan wel als ik op de snelweg in een file terecht kom onder rood licht. Snel uitstappen en wegwezen.

Misschien heeft de politie me wel nodig als stootblok.



Knar


zaterdag 22 oktober 2011



KLAS




Het is een zonnig weekend in oktober. De zomer was niet veel zaaks, de herfst des te meer. Jammer voor al die Kamerleden die vandaag noodgedwongen in Den Haag zijn om met de premier te debatteren over de redding van Europa, waarvoor hij zondag naar Brussel moet. Griekenland voor en Griekenland na. Dagelijkse kost op alle mediakanalen maar de gewone man begrijpt er desondanks de ballen van. Kan ook niet want het echte spel wordt achter de coulissen gespeeld, en is veel ingewikkelder dan wat er van op het toneel te zien is. Laat ik daarom eens een roekeloze poging doen om het uit te leggen.
Kijk, het zit zo. Zie Europa even als een klas in een school waar vroeger strenge regels golden, waar standsverschillen een belangrijke rol speelden en waar kinderen uit de betere kringen niet omgingen met volk van lager allooi. De achterbuurtkinderen, zeg maar. Waar die woonden was alles goedkoper en scheen vaker de zon. De gegoeden gingen er graag op vakantie maar verder nee, dank u.
De school echter  kreeg een nieuwe leiding en die is uit geheel ander hout gesneden. De betergesitueerde ouders hebben de leiding ervan weten te overtuigen dat er aan dat schorriemorrie goed geld valt te verdienen maar dat het dan wel afgelopen moet zijn met al dat gedoe van standsverschillen enzo. Gewoon net doen of iedereen gelijk is, dat werkt het lekkerste en dan gaat het geld tenminste rollen. Standsverschillen dus afgeschaft. Tenminste in de klas. In het gewone leven natuurlijk niet. Zij van eenvoudigen huize hebben nog wel één of twee generaties nodig om een beetje gelijk te komen met de rest. Maar we doen net alsof we dat niet zien.
Nu is er een probleem. De eenvoudigen konden de weelde van hun nieuwe stand niet helemaal aan en hebben er een zooitje van gemaakt. Schulden van hier tot Tokyo, en nu muurvast aan de grond. Wat nu? Toegeven dat het larie was, die gelijkschakeling, en ze laten zakken? Weg al het geld dat er was ingestopt om geld aan ze te verdienen. Moeilijk.
Dan maar doorgaan en net doen of ze er nog steeds bij horen? Dan moet er nog veel meer geld naar toe anders zakken ze toch nog weer terug. Put zonder bodem. Ook moeilijk.
Nog maar even over nadenken dan.

En daarom, lieve kindertjes, duurt het allemaal zo lang.


Knar


vrijdag 14 oktober 2011



MACHELEN




Gerard Reve bracht de laatste jaren van zijn leven door in Machelen-aan-de-Leie, een mooi dorp halverwege tussen Gent en Kortrijk. Dat aan-de-Leie moet er bij want er is nog een ander Machelen in België. Reve overleed daar in april 2006 en is daar ook begraven. In het “ereperk” van het kerkhof, waar ook een man begraven ligt die verdronk terwijl hij een kind van de verdrinkingsdood redde. Dit even voor de couleur locale.
Machelen was trots op Reve. Na zijn dood werd in het dorp een gedenkmuur voor de schrijver opgericht met daarop zijn gedicht “Credo”.  De tweede regel van dat gedicht luidt :”....er rest mij niets dan duisternis en Dood”.
Het Nederlandse ingenieursbureau Grontmij dat de muur leverde, maakte een fout en nu stond er “...er rest mij niets anders dan duisternis en Dood”. Voor wie een klein beetje gevoel heeft voor taal is dit een affront. Het ritme en daarmee de spanning zijn weg uit de zin. Dat vond men in Machelen ook, en na veel vijven en zessen is het gemeentebestuur erin geslaagd Grontmij een nieuwe muur te laten leveren met daarop de correcte tekst. Op achtentwintig oktober is het zover, dan gaat de oude muur eruit en wordt er meteen een nieuwe muur geplaatst. Respect voor Machelen en voor Grontmij, chique oplossing vind ik.
En ook een beetje ontroerend. Niet direct vanwege Reve (althans voor mij niet) maar vanwege de geest die uit het incident spreekt. We leven in een tijd waarin niet-materiële waarden zwaar onder druk staan en door sommige rabauwen zelfs als overbodige ballast belachelijk worden gemaakt. Boekverbrandingen zijn tot nu toe uitgebleven maar soms is het er na aan toe. In zo’n tijd maakt het gemeentebestuur van een kleine Vlaamse gemeente zich druk om een woord in een gedicht, en weet het voor elkaar te krijgen dat een Nederlands ingenieursbureau op eigen kosten een nieuwe muur plaatst met daarop de goede tekst. Bij alle barbarij waar ik soms droevig van word is dit een vlammetje van hoop. “Vlamingen, gedreven vrienden van onze taal, bedankt!”.

Ze winnen niet voor niets (bijna) altijd het Groot Dictee….

Knar


donderdag 13 oktober 2011



OCCUPY



Mijn trouwe lezers weten dat ik op deze plaats meermaals heb gesputterd tegen wat ik zie als het gevaar van een monopolistisch kapitalisme dat de wereld als een vloedgolf overrolt en overal zijn tentakels naar uitsteekt. Laat ik het maar even zo zeggen. Sinds heel kort mag ik het ongelofelijke genoegen smaken van links en rechts ingehaald te worden door een snel groeiende beweging die op diezelfde toer zit. De Occupy-beweging. Het begon met tentjes in Zuccotti Park, om de hoek bij Wall Street, waarin taai volhoudende demonstranten kampeerden die te pas en te onpas tevoorschijn schoten met hun borden “Occupy Wall Street”. En die maar al te graag voor de microfoons en  de camera’s van de hele wereld wilden uitleggen dat ze genoeg hadden van het bedrog daar aan de top. Zo ongeveer wat ik al een tijdje naar voren bracht, maar dan in m’n eentje.
Globalisering heeft dan plotseling ook heel mooie kanten: in een mum van tijd wisten alle latent-geprikkelden over de hele wereld wat er gaande was en rolde de Occupy-Beweging, net als het neokapitalisme kort daarvoor, ook met de snelheid van een tsunami uit over de globe. I rest my case, het werk wordt nu verder door anderen gedaan.
Werkelijk een  mooi gevoel. En wat me nog het meest imponeert: de snelheid, en de intensiteit van de beweging. Door de moderne informatietechnologie - ouderwets woord voor i-dit en  i-dat - weet iedereen op de hele wereld meteen alles en weet het ook goed. De mensen hoeven niet meer te wachten op een hoogwaardigheidsbekleder die voor een krakende microfoon zijn of haar boodschap-aan-het-volk uitspreekt want door de multimediamachientjes-in-zakformaat is iedereen volledig op de hoogte ruim voordat de autoriteit nog maar halverwege is. We zagen dat onlangs nog weer mooi gedemonstreerd door die sneue Khadaffi die gewoontegetrouw zijn volk via de TV toebrulde terwijl dat volk inmiddels al lang met de digitale middelvinger omhoog stond. Nog even Sirte innemen……
En wat nu? Ik weet het niet. Heb dit nooit eerder meegemaakt dus kan en durf er geen verstandig woord over te zeggen. Nou ja, ééntje dan. 


Organische systemen willen altijd bewegen naar een evenwicht. Dit is zo’n beweging.


Knar


zaterdag 8 oktober 2011



ZORG




In een groot interview in NRC-Handelsblad van zaterdag 8 oktober wil mevrouw Schippers graag kwijt dat “de” huisartsen tegenwoordig geen begrip meer hebben voor de psychische gesteldheid van hun patiënt. Mevrouw Schippers baseert haar mening op een geval in haar familie van een dame met een borstcarcinoom die naar eigen mening en die van mevrouw Schippers niet erg patiëntvriendelijk is behandeld. Citaat uit NRC: “Je verwacht dat artsen rekening houden met de psychische belasting van patiënten, dat zij hen niet te lang laten wachten op een operatie.”
Mevrouw Schippers is de minister van Volksgezondheid en ligt op ‘t moment stevig overhoop met de huisartsen over hun salarissen. Er zijn wederzijds al harde woorden gevallen, er is een demonstratie van huisartsen geweest in de RAI,  en nu gooit mevrouw Schippers het maar eens over deze boeg.
Na het openingssalvo gaat mevrouw Schippers nog even door met haar Filippica tegen de slordige en o zo weinig kostenbewuste gezondheidszorg. Verzekeringsmaat-schappijen zouden volgens haar veel slimmer zorg moeten “inkopen” en ziekenhuizen boycotten die slechte of te dure zorg leveren. Die bijvoorbeeld geld besteden aan “onzinpoli’s” zoals die voor het snurken.
Ja, het staat er. Snurkpoli’s zijn onzinpoli’s. Ineens heeft deze Leidse politicologe ook verstand van geneeskunde en weet ze haarfijn het verschil te duiden tussen zin en onzin van geneeskundige behandelingen.
Nu is het zo, beste mevrouw Schippers, dat zoals ù iemand kent met borstkanker waarover u bezorgd was, ìk iemand ken met een ernstige slaapapneu (want dat is snurken eigenlijk) die met de zorg uit één van uw zogenaamde onzinpoli’s toch maar mooi geholpen was en niet meer iedere ochtend opstaat met daverende hoofdpijn, duizeligheid en de angst om er op een kwade nacht in te blijven. Gelukkig zijn er dus nog artsen, mevrouw Schippers, die ondanks uw genadeloze kritiek de zorg voor hun patiënten hoog in het vaandel proberen te houden, en doorgaan mensen te helpen die hun hulp nodig hebben. Wij patiënten zien natuurlijk ook wel dat uw chicanes niet zonder gevolgen blijven. De spanning neemt toe en dat is niet bevorderlijk voor de zorg en de aandacht die wij van de artsen krijgen. Regelmatige gebruikers van de gezondheidszorg weten en merken dat. Daarom zou ik op deze plaats graag uw eigen woorden willen gebruiken, mevrouw Schippers, toegepast op de situatie waarin we door u en uw “liberale” vrienden terecht gekomen zijn: “Je verwacht dat de minister rekening houdt met de psychische belasting van zorgverleners, dat zij hen niet zo zwaar onder druk zet dat hun goede intenties gaan verdwijnen”.

Want daarvan, mevrouw Schippers, is de patiënt de dupe, met borstkanker of met slaapapneu.

Knar


dinsdag 4 oktober 2011



REDDERS


 
Op maandagavond 3 oktober deed zich op de Maas bij Cuyck een tragisch ongeval voor. Een speedboat met aan boord zeven jonge mannen botste frontaal op een daar varend vrachtschip. Drie opvarenden van de speedboat konden zich redden door op het vrachtschip te klimmen, de anderen zijn om het leven gekomen. Daarbij is ook de bestuurder van de boot. De schipper van het vrachtschip had niet gedronken, dat staat vast.
Op de site van NOS.nl stond vanochtend een foto die meer zegt dan duizend woorden. Onder de kop “Hulpverleners aan het werk in Cuyck” zien wij drieëntwintig duidelijk te onderscheiden medewerkers van allerhande hulp- en reddingsdiensten, hulpverleners zeg maar, handen in de zak, rustig met elkaar staan praten rondom twee of drie drenkelingen, gehuld in een dekentje. De foto beslaat niet het hele toneel dus buiten beeld mogen we er nog wel een stuk of tien vermoeden. En dan tel ik duikers onder water en politie die de weg afzet nog niet mee. Al met al zo’n man of vijftig "druk in de weer" met redden en regelen op de plaats delict.
Geen op zichzelf staand fenomeen. Herinnert u zich nog die venijnige foto van die brandweerlui die tegen de achtergrond van een laaiende chemiebrand op Moerdijk een beetje met elkaar stonden te geinen? “Brandweer aan het werk op Moerdijk…..“
In de lange rij van burgemeesters, commandanten, rayonhoofden, politiechefs, wachtmeesters, ambulance-broeders, ladderwagenbestuurders en andere belangrijke types die zich ter plaatse verdringen mis ik altijd één functionaris die mijnsinziens bij geen van die gelegenheden mag ontbreken, ja die zelfs als eerste op de plaats van het ongeluk moet zijn: de Terugstuurcommandant (TSC).
Zo’n ongeluk als maandagavond in Cuyck kan makkelijk door vijftien man met voldoende volmachten worden afgedaan. Die zullen dan niet door fotografen kunnen worden betrapt op gelummel en baliekluiverij want die zijn dan echt aan het werk, overal en nergens. De rest van het gretig aangestormde hulpverlenersvolkje is reeds na korte tijd onverbiddelijk teruggestuurd door de TSC, compleet met al hun toeters en bellen en hun stoere reddingspakken die zo mooi licht geven in het donker.
Vort, klaar staan voor de volgende ramp.

Waar dan weer als eerste de TSC aanwezig moet zijn.



Knar