dinsdag 20 augustus 2013




ZEILEN



Die column van gisteren was wel een beetje zware kost. Geef ik toe. Daarom nu een poging tot wat luchtigers.
De zomer heb ik grotendeels in de hoofdstad doorgebracht. Het oorspronkelijke plan om dit jaar eens wat in Duitsland te gaan rondkijken ging om voor mij onnaspeurbare redenen niet door. Dat is de laatste tijd wel vaker zo. Mooi opgetuigde plannen verdwijnen geruisloos in het niets van een doelloos maar weldadig thuis zitten en rondscharrelen. Soms denk ik wel eens dat ik al een zekere mate van Nirwana heb bereikt, de staat van niets willende zaligheid die in het Boeddhisme als het hoogst bereikbare geldt. De weg daarheen ging door duistere wouden van somberheid en angstaanjagende ravijnen van vertwijfeling, maar ligt ook bezaaid met prachtige herinneringen. En omdat het (nog) zomer is en er nog een stukje echte vakantie in het verschiet ligt zal ik daaruit eens wat gaan putten.
Dan schiet mij onmiddelijk een spannende en ook wel wat beschamende gebeurtenis te binnen die zich afspeelde in Harderwijk, toen een stil stadje aan het IJsselmeer. Ik was nog dienstplichtig officiertje in Hare Majesteits Krijgsmacht en had net zeilen geleerd. Mijn verloofde ook, maar dan op een echte zeilschool. Zij begreep er iets meer van dan ik. Alleen in de weekends konden wij samen zijn en er op uit. Die zaterdag kozen we voor zeilen in Harderwijk. We huurden een zeilboot, voeren het zeegat uit en alles ging goed. Na een mooie middag op het water wilden we weer eens op huis aan. Er stond een matig windje en dat woei recht naar Harderwijk. We moesten dus “plat-voor-het-lapje” de haven in, zoals dat heet. Voor de wind, in nette termen. Dat ging goed tot het moment dat ik besloot dat we nog maar even moesten aanleggen voordat we bij de verhuurder zouden zijn. Waarom weet ik niet meer maar er zal een reden geweest zijn. Inmiddels voeren we tussen de remmingswerken van de haven, hoge balken die in het water staan en onderling zijn verbonden met even dikke dwarsbalken, van paal naar paal. Daaraan wilde ik aanleggen. En wel onmiddelijk. Mijn verloofde die wèl zeilen kon keek benauwd en riep dat aanleggen voor de wind niet kan. Ik riep van wel, commandeerde haar op het voordek om een balk te grijpen en stuurde onverbiddelijk naar de wal. Met veel te veel snelheid en onrembaar. Zij greep de balk, de boot voer onder haar weg, ze kon zich gelukkig ophijsen en ik voer reddeloos rechtdoor. Niks aanleggen. Ze had gelijk, het kon niet. Wat nu? Ik alleen en onervaren in die boot, de wind die me regelrecht de haven in blies en tot overmaat van ramp achter mij een enorme rondvaartboot die ook de haven in wilde en daarvoor veel meer ruimte nodig had dan ik hem gaf. Een ongeluk komt nooit alleen. Toeoeoeoeotttt!!!
Gelukkig kon de kapitein van het zeekasteel wel varen, hij sloeg achteruit, en ik kreeg de ruimte die ik nodig had om een rondje te maken. Het rondje dat ik vóór de “landing” had moeten maken.
Het liep goed af, mede door de instructies die mijn deskundige verloofde vanaf de balken mij toeschreeuwde, en ik kwam er vanaf met alleen een rooie kop.

Van schaamte



Knar


maandag 19 augustus 2013




CULTUUR




Zoals ik hier al eens eerder heb betoogd is mijn liefde voor de Nederlandse TV niet erg groot. Onder invloed van het (neo)liberale en populistische gedachtengoed dat in Nederland zijn triomfen viert is het eigenlijk alle dagen platte praat en reclame. Uitzondering daarop vormt de zondag. Dan begint de culturele carrousel al vroeg te draaien. Vroeger zelfs heel vroeg met Eva Jinek, die echter door de platdenkers is verdreven, en nu dan dus met Vrije Geluiden, Boeken en Buitenhof. En dan in de zomer ‘s avonds met drie uur Zomergasten. Niet altijd even boeiend maar vaak toch het aanzien waard. Gisteren was het flink raak. In de ochtend bij Buitenhof trok de schrijver en Nobelprijswinnaar Mario Vargas Llosa stevig van leer tegen de neergang van het denken en de cultuur in de Westerse wereld, en ‘s avonds in Zomergasten deelde de regisseur Johan Simons nog eens een stevige muilpeer uit aan de voormalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Halbe Zijlstra, die het bestaan had om te zeggen “dat hij gelukkig weinig verstand had van cultuur waardoor hij makkelijker kon snijden”. Wat hij dan ook ruimhartig deed. Llosa en Simons zijn beiden vooraanstaande vertegenwoordigers van een kunstwereld die (veel) betere tijden heeft gekend. Wat me bij beiden opviel was, dat ze toch geen duidelijke verklaring konden produceren voor de veranderingen die ze ondervonden in het culturele klimaat. Het leek er nog het meeste op dat ze het zagen als een soort natuurverschijnsel dat zeer betreurd moest worden. De politici die het uitdroegen kregen de schuld en dat was het dan wel.
Dat is me te dun. Grote politieke veranderingen vinden vrijwel altijd hun grond in grote sociaal-maatschappelijke veranderingen. Grote mensengroepen gaan anders denken, daarna anders stemmen en veranderen zo de politiek. Niet zelden is in de geschiedenis het op gang komen van de emancipatie van groepen uit de samenleving de “natuurlijke” oorzaak geweest van die veranderingen. In mijn optiek is dat nu ook zo. In de naoorlogse jaren is er in Nederland gebouwd aan een samenleving waarin - net als voor de oorlog - een bepaalde klasse de rol had van de toonaangevende elite. In de loop van de decennia veranderde die klasse van samenstelling door de instroom van intellect uit lagere klassen, maar een elite bleef het. De stroomrichting was omhoog. De klasse daaronder bleef lange tijd betrekkelijk stil, door gebrek aan kennis, gebrek aan middelen en omdat ze druk bezig was “het beter te krijgen”. Haar natuurlijke politieke vertegenwoordigers waren de partijen op links, met de PvdA voorop. Maar dat veranderde. De PvdA werd een doctorandussenpartij, men kreeg meer geld te besteden en last but not least werden de lasten van de gastarbeidersproblematiek voornamelijk afgewenteld op die klasse. Zij kregen de Turken en de Marokkanen in hun wijk, de elite niet. Een onvergeeflijke vergissing. 
Niet langer de politici van de PvdA maar Fortuyn en Wilders werden de politieke voormannen van de getergde onderkant, die inmiddels financieel al helemaal geen onderkant meer was. Over het algemeen nog steeds laag opgeleid, maar machteloos? Vergeet het. De emancipatie is begonnen, eerst politiek en daarna ook sociaal en cultureel. De cultuur van de oude elite wordt overspoeld door de cultuur van de emanciperende massa. Paul de Leeuw is vaak op TV.
Maar het zal voorbij trekken. Zoals altijd zal de lagere klasse de gewoontes van de hogere klasse gaan imiteren. Arbeiders imiteerden altijd al de bazen in kleding en gedrag, burgers imiteerden altijd al de adel in kleding en gedrag. Schertsend zeg ik wel eens:”De kinderen van Wilders gaan weer naar het gymnasium”. Wilders heeft geen kinderen maar u begrijpt wat ik bedoel. Liefhebbers van de vertrouwde elitecultuur -waaronder ik- zullen een tijdje op hun tanden moeten bijten. Het zijn roerige tijden. Er is een emancipatie aan de gang.

Misschien toch een natuurverschijnsel?

Knar