ZEEF
Voor Fred
Een watersportclub waar ik lid van ben heeft in het afgelopen half jaar zijn clubhuis verbouwd. Het oude werd te klein en de boel was ook verouderd. De club besloot om een deel van het werk door de eigen leden te laten doen. Geen zaken als nieuwbouw, ramen, daken en vloeren maar slopen, monteren, schuren, schilderen, dat werk. Volgens mijn ruwe schatting toch altijd nog goed voor zo’n anderhalve ton aan arbeidsloon. Maar de opbrengst van deze aanpak is verrassenderwijs veel groter dan die anderhalve ton. Wat is namelijk het geval?
Zo’n verbouwing is een zeef. Een karakterzeef. Volkomen ongemerkt raakt het ledenbestand door zo’n verbouwing opnieuw ingedeeld in soorten en klassen.
Allereerst is er een groot contingent dat ondanks alle noodoproepen volledig verstek laat gaan, rustig op zondagmorgen na het sporten op het terras gaat zitten met een kopje koffie temidden van de zwoegers die dan bezig zijn de tegels te lichten. “Oh, zit ik in de weg?” Voor mij niet goed te begrijpen, maar voor veel mensen de gewoonste zaak van de wereld. Dan is er de groep die in crisissituaties schoorvoetend aan komt zetten met de mededeling dat ze weliswaar niets kunnen maar dat ze toch… Voor die groep heb ik een zwak. Natuurlijk is zo’n verbouwing niet iedereen op het lijf geschreven, sommige mensen pakken zelfs een schroevendraaier verkeerd vast en voor die mensen moet zo’n verbouwing bijna angstwekkend zijn. Maar ze maken wel op een zonnige ochtend een trainingsruimte schoon of bakken een cake voor de zwoegers. Prettige mensen, hart op de goede plaats maar niet zo handig. OK. Dan is er de groep van leden die door niemand echt met zo’n verbouwing in verband werden gebracht maar die ineens aanpakken als hadden ze nooit anders gedaan. Ze worden vrachtrijder-met-eigen-vervoer en brengen met elan honderden kilo’s schroot naar de handel, komen met dikke pakken geld terug en zetten daarvoor een nieuwe televisie neer bij de club. Pats boem. De Verrassers noem ik die maar even. En langzaam naderen we dan het peloton van de echte bouwers, de stille techneuten, de “handymen and -women” die al jaren op zo’n kans hebben gewacht. Ineens blijken er energieke slopers, geniale werkleiders, taaie tegelzetters, slimme gatenboorders en begaafde elektriciëns in het ledenbestand te zitten die nog in de beroerdste omstandigheden -en die zijn er hoor, bij zo’n verbouwing- de kluif klem in de bek houden en doorgaan tot het putje. Ineens staan begenadigde leiders op die de schare van werkers onverstoorbaar leiden naar het goede doel, die kalm blijven ook als de vloerenleggers onmiddelijk na aankomst weer vertrekken omdat er een betonnen dekvloer had moeten liggen op de plek waar nu nog het linoleum ligt. Misverstand. Waar gebeurd.
En dan tenslotte is er de kleine maar tragische groep voor wie zo’n verbouwing een te zware aanslag is op het moreel. Verwachting en werkelijkheid liggen voor hen zo ver uit elkaar dat ze ten prooi vallen aan giftig negativisme, woedende uitvallen en vluchtgedrag. Tragisch, verrassend en leerzaam.
U begrijpt al waar ik heen wil: de zeef. Na zo’n verbouwing liggen de verhoudingen in zo’n vereniging anders. Voor jaren. Naast de normale vraag naar de sportieve prestaties zal nu de stille vraag zijn:”Wat deed jij bij de verbouwing?” Een nieuw criterium, nieuw gedrag, een nieuw studie-object.
Leve de verbouwing!
Zo’n verbouwing is een zeef. Een karakterzeef. Volkomen ongemerkt raakt het ledenbestand door zo’n verbouwing opnieuw ingedeeld in soorten en klassen.
Allereerst is er een groot contingent dat ondanks alle noodoproepen volledig verstek laat gaan, rustig op zondagmorgen na het sporten op het terras gaat zitten met een kopje koffie temidden van de zwoegers die dan bezig zijn de tegels te lichten. “Oh, zit ik in de weg?” Voor mij niet goed te begrijpen, maar voor veel mensen de gewoonste zaak van de wereld. Dan is er de groep die in crisissituaties schoorvoetend aan komt zetten met de mededeling dat ze weliswaar niets kunnen maar dat ze toch… Voor die groep heb ik een zwak. Natuurlijk is zo’n verbouwing niet iedereen op het lijf geschreven, sommige mensen pakken zelfs een schroevendraaier verkeerd vast en voor die mensen moet zo’n verbouwing bijna angstwekkend zijn. Maar ze maken wel op een zonnige ochtend een trainingsruimte schoon of bakken een cake voor de zwoegers. Prettige mensen, hart op de goede plaats maar niet zo handig. OK. Dan is er de groep van leden die door niemand echt met zo’n verbouwing in verband werden gebracht maar die ineens aanpakken als hadden ze nooit anders gedaan. Ze worden vrachtrijder-met-eigen-vervoer en brengen met elan honderden kilo’s schroot naar de handel, komen met dikke pakken geld terug en zetten daarvoor een nieuwe televisie neer bij de club. Pats boem. De Verrassers noem ik die maar even. En langzaam naderen we dan het peloton van de echte bouwers, de stille techneuten, de “handymen and -women” die al jaren op zo’n kans hebben gewacht. Ineens blijken er energieke slopers, geniale werkleiders, taaie tegelzetters, slimme gatenboorders en begaafde elektriciëns in het ledenbestand te zitten die nog in de beroerdste omstandigheden -en die zijn er hoor, bij zo’n verbouwing- de kluif klem in de bek houden en doorgaan tot het putje. Ineens staan begenadigde leiders op die de schare van werkers onverstoorbaar leiden naar het goede doel, die kalm blijven ook als de vloerenleggers onmiddelijk na aankomst weer vertrekken omdat er een betonnen dekvloer had moeten liggen op de plek waar nu nog het linoleum ligt. Misverstand. Waar gebeurd.
En dan tenslotte is er de kleine maar tragische groep voor wie zo’n verbouwing een te zware aanslag is op het moreel. Verwachting en werkelijkheid liggen voor hen zo ver uit elkaar dat ze ten prooi vallen aan giftig negativisme, woedende uitvallen en vluchtgedrag. Tragisch, verrassend en leerzaam.
U begrijpt al waar ik heen wil: de zeef. Na zo’n verbouwing liggen de verhoudingen in zo’n vereniging anders. Voor jaren. Naast de normale vraag naar de sportieve prestaties zal nu de stille vraag zijn:”Wat deed jij bij de verbouwing?” Een nieuw criterium, nieuw gedrag, een nieuw studie-object.
Leve de verbouwing!
Knar