zaterdag 28 juli 2012




OLYMPIA


Wat dan wel weer leuk is van zo'n sportzomer waarin ook nog de Olympische Spelen vallen: je wordt nog weer eens onontkoombaar met je neus op de feiten gedrukt. We hadden de Ronde van Vlaanderen, we hadden het EK-voetbal, de Giro 'd Italia, we hadden de Tour de France, we krijgen nog de Spaanse Vuelta, niet vergeten de grote tennistoernooien van Roland Garos (Frankrijk) en Wimbledon (Groot Brittannië) en dan nu de Spelen, deze keer in London, met Holland House, Belgium House en weet ik wat voor ander "houses" nog meer. Voelt u al een beetje waar ik heen wil? Ik wil naar de constatering dat het nationale nog steeds het enige is dat voor ons telt. Onze nationaliteiten zijn ons lief, onze nationaliteiten laten we tegen elkaar in het strijdperk treden, fietsend, voetballend, tennissend, zeilend en olympisch sportend. Engeland wil met het ritueel rondvoeren van de Olympische Vlam door heel het land èn met de openingsceremonie en zelfs met een filmpje over James Bond en de majesteit zeer duidelijk maken dat het hier om Britse spelen gaat en om niets anders. Alleen het Britse publiek heeft de openingsceremonie in zijn volle omvang kunnen begrijpen want het was één grote (en dure) verheerlijking van de geschiedenis van Engeland, in wezen totaal losgezongen van de Olympische Gedachte en de Spelen die daar de materialisatie van (moeten) zijn. Dit is wat de massa's in de Europese landen beweegt, dit is waar politici zich bij gelegenheid graag mee vereenzelvigen, dit is waar de telgen van de Europese koningshuizen voor afreizen naar de Britse hoofdstad om daar als gek met sjaaltjes te zwaaien als hùn delegatie het stadion binnenkomt. Achter hùn vlag. Na de passage van al die andere nationale delegaties, ieder achter hùn eigen vlag. Europese delegatie gezien achter het blauw met de sterretjes? Ik niet.
Levert deze sportzomer niet het overtuigende bewijs dat Europa in feite nog steeds bestaat uit een verzameling van onderling verschillende naties, met volkeren voor wie juist die verschillen een bron van trots, creativiteit en enthousiasme zijn? Waarvoor steeds weer de bewijzen worden geleverd in het spontaan en royaal vieren van die onderlinge verschillen door de massa's die de grote sporttoernooien bezoeken en de nationale helden bewieroken? Ach, kon "Europa" maar een greintje van die passie opbrengen, het was gered. Maar Europa is geen passie. Europa is een gedachte die vooral gekoesterd wordt in de boardingrooms van de grote multinationals en handelshuizen en die daarna door regeringen gehoorzaam wordt uitgedragen.
Volgens de mythe was Europa een Fenisische koningsdochter waarop oppergod Zeus een oogje had. Om haar te kunnen benaderen en schaken veranderde hij zich in een mooie witte stier en wist haar spelenderwijs te ontvoeren naar het eiland Kreta. Alwaar hij…..

Nooit geweten dat die mythe zo voorspellend was.


Knar



woensdag 25 juli 2012



GEDAANTEN




Zo nu en dan zijn er dwingende redenen waarom ik eens even mijn woning moet opruimen. Dat is prettig want zo zit ik niet altìjd in die "gezellige" rommel. Bij dat opruimen kwam ik vanochtend een audiobandje tegen met muziek van Hildegard von Bingen, een bekende twaalfde-eeuwse Duitse mystica. In een grijs verleden opgenomen van de radio, en in talloze verhuizingen altijd met me meegesleept. Uit datzelfde grijze verleden bezit ik ook nog altijd een tapedeck van een goed merk, en al gauw klonk de stokoude muziek door de kamer. De kwaliteit was, na het eerste krakerige stukje, nog helemaal zo gek niet. Ik begrijp nog steeds waarom ik dat indertijd heb opgenomen.
Toen ik voor het oude apparaat zat om het bandje er in te doen was ik ineens weer even die gedreven jonge man die een tijdje had gespaard om die erg mooie maar ook dure geluidsinstallatie te kopen. Het zal zo'n dertig jaar geleden zijn geweest, maar wat me de laatste tijd vaker overkomt, tijd speelt dan even geen rol. Ik kan willekeurige momenten in mijn leven terugroepen en dan gevoelsmatig maar ook mentaal weer helemaal die man zijn die ik toen was. Ik spreek hier niet over "herinnering" maar over het volstrekte en bijna angstaanjagende "zijn". Zo was ik voor dat tapedeck ook weer even die man van in de dertig die vanuit het volledig teruggekeerde gevoel-van-toen die installatie kocht. De keus op zichzelf was goed, anders zat ik er nu niet meer met plezier naar te luisteren, maar wat me vooral trof was het "anders zijn" van de man die die installatie kocht en die ik nu weer even was. Wat wist ik toen veel minder dan nu. En wat waren mijn overwegingen en beslissingen smal gefundeerd, gezien met de kennis van nu. Maar wat voelde ik me toen zeker, en volledig de meester over wat ik (toen) wist. En wat wisselen wij, gezien in dat licht, in de loop van ons leven toch vaak van gedaante. Mensen die altijd beslissingen namen op grond van de kennis van dat moment, en mensen die zich - gelukkig maar - op dat moment volstrekt rustig voelden over hun besluiten. Omdat ze meenden dat de kennis van dat moment de hele kennis was. Wat ook waar was. Op dat moment.
Persoonlijk vind ik het een geluk dat ik zo nu en dan zo verbijsterend realistisch mijn vorige gedaanten kan beleven. Afgezien van de verrassende momenten die het oplevert weerhoudt het me ervan te denken dat ik een heel leven lang één en dezelfde persoon kan of moet zijn en moet laten zien, en het helpt me om mijn kinderen - maar ook anderen - aan de hand van voorbeelden uit vaders "illustere verleden" te wijzen op dingen die ze beter kunnen wantrouwen of stappen die misschien nu gezet moeten worden. Waarvoor ik regelmatig hun dank mag ontvangen.

Wat mag een mens meer hopen?



Knar




maandag 23 juli 2012




WEG



In april van dit jaar schreef ik op deze plaats een column (RECHTVAARDIG) waarin ik stelde dat de vele miljarden die westerse banken en economieën nu tekort komen, en die wereldwijd voor grote instabiliteit en malaise zorgen, niet zomaar verdampt konden zijn maar op een ingewikkelde, schijnbaar legale manier waren gestolen en zorgvuldig verstopt op plaatsen waar ze niet konden worden gevonden. Het was een wat gewaagde veronderstelling van iemand die eigenlijk weinig verstand heeft van financiën en economie, maar die inmiddels wel z'n boerenverstand weet te gebruiken en die weet dat één en één nog steeds twee is.
Wel, enkele maanden na die baude beweringen word ik op mijn wenken bediend. Gisteren stond, op het vierde regeltje van het digitale NOS-nieuws het volgende bericht:
"Een wereldwijde elite van uitzonderlijk rijke mensen had aan het einde van 2010 zeker 21 biljoen dollar (ruim 17 biljoen euro) ondergebracht in belastingparadijzen. Dat blijkt volgens de BBC uit een studie van James S. Henry, voormalig hoofdeconoom van het consultancybureau McKinsey." Einde citaat.
Even uitleggen: zeventien biljoen euro is zeventien maal miljoen maal miljoen euro of zeventienduizend miljard euro. Volgens het bericht van de BBC (zie http://www.bbc.co.uk/news/business-18944097) is het bedrag even groot als de economieën van de Verenigde Staten en Japan samen. Onderzoeker James Henry zegt dat hij met zijn berekeningen nog aan de voorzichtige kant zit. Mogelijk gaat het om zesentwintig biljoen euro, anderhalf maal zo veel. De Britse econoom constateert "dat er in feite genoeg geld is om de grootste problemen in de wereld op te lossen".
Zo simpel ligt het dus. In tweeduizendacht draaide het grote verdwijnspel op volle toeren, raakten de banken en de economieën in crisis en verdween het geld met grote snelheid in de pakhuizen van de Dagobert Ducks van deze wereld. Zoveel dat de ellendige problemen waar de wereld nu mee kampt daarmee grotendeels zouden kunnen worden opgelost. De beurzen zouden weer vertrouwen kunnen krijgen, de banken zouden weer kredieten durven te verlenen, de economieën zouden weer gaan draaien, de rentes zouden weer een normaal niveau bereiken, de pensioenen van miljoenen zouden weer uit de gevarenzone kunnen worden gesleept en er zou weer geld zijn voor de zorg aan mensen die daarvan afhankelijk zijn.
De kapitalistische wereld meende tot aan negentiennegenentachtig in de communistische Sovjetunie haar grootste vijand te moeten zien. Twintig jaar na de overwinning van het kapitalisme op het communisme blijkt dat de grootste vijand niet buiten maar binnen het systeem gezocht moet worden. Het is van binnen uit beroofd en geplunderd. En niemand die wat doet.
De tragiek is dat het systeem te gronde dreigt te gaan aan één van zijn meest essentiële kenmerken: de nimmer te bevredigen zucht naar meer. Juist omdat deze grootschalige diefstal inherent is aan het systeem zal er ook nu weer weinig tot niets gebeuren, zullen kapitalistische economieën blijven proberen hun burgers een rad voor ogen te draaien en hen verder uit te persen, al of niet met praatjes over Europese Eenwording en meer van dat moois. De ècht noodzakelijke agenda van alle G8-, G20-, EU- en Bilderbergbijeenkomsten in de komende jaren lijkt me duidelijk: hier met dat geld, weg met de dieven en corrigeer het systeem.

Iedere andere agenda is reine misleiding.


Knar


zondag 22 juli 2012



TROUWEN


Gisteren is mijn zoon getrouwd. Zoals bij mijn trouwe lezers bekend begon hij al enige jaren geleden met het stichten van een gezin met de geliefde waarmee hij gisteren is getrouwd. In mijn vaderlijke speech sprak ik over een paradigmashift om duidelijk te maken dat het huwelijk zoals ik dat in mijn tijd heb leren kennen een andere betekenis had dan het huwelijk zoals ik dat vandaag meemaakte. Toen stond je nog overal vóór, nu heb je al heel wat gehad. De test is al voorbij, en toen moest dat nog komen. Met voor mijn generatie niet altijd gunstige gevolgen.
Paradigmashift of niet, zoals bij alle huwelijken waren de jonge vrouwen ook bij dit huwelijk betoverend, de bruid voorop, de moeders waren prachtig in hun moederlijkheid, de jonge mannen waren strak en stoer, de oudere mannen deden erg hun best en de vele kindertjes - merendeels in het wit gestoken - waren om op te vreten. Zowel de huwelijksvoltrekking als het intieme feest daarna vonden plaats in een prachtig monumentenpand in het monumentale dorp waar zij wonen, niet ver van de hoofdstad. Mijn pas verworven cabriolet werd door mijn zoon geconfiskeerd als trouwauto waarmee hij en zijn bruid bij het etablissement wilden arriveren. Van mijn kant vanzelfsprekend geen enkel bezwaar. Nog wel even poetsen en zuigen natuurlijk, maar dat deed ik graag voor de goede zaak. Zijn zus, die veel in diverse buitenlanden vertoeft en mede-ceremoniemeester was, had de wagen à la Française van witte linten en tulen bloemen voorzien - en zichzelf van een ijzersterk Spaans toiletje met Maxima-veren op het hoofd - en zo kwam het gelukkige bruidspaar onder een welwillend zonnetje het grachtje opgereden waar het feest gehouden zou worden. "Van wie is die wagen?" riep de vader van de bruid. "Van mij" riep ik terug. Het duurde niet lang, maar hij wàs even stil.
Afijn, het feest rolde zoals het rollen moest, er waren hapjes, drankjes, sketches en toespraken, cadeaus en enveloppen, en tegen een uur of zeven hield ik het maar eens voor gezien. De oude heer was moe. Bij mijn auto gekomen zag ik dat hij nog steeds zo mooi versierd was. Het zonnetje scheen, ik had een kek jasje aan dus waarom zou ik niet? Met open dak, mijn cabriopet op het hoofd en met de versiering intact reed ik terug naar Amsterdam. Heerlijk. Toen ik mijn straatje indraaide riep een buurvrouw van haar balkon:"Wie is er jarig?". "Iemand is getrouwd" riep ik terug. "In uw wagen?". "Ja, in mijn wagen" . "Nou, dan moet je selluf ook maar eens gauw gaan trouwen".

Ach Amsterdam, stad van m'n hart!



Knar


dinsdag 17 juli 2012





ERNST DANIËL



Op een vroege zondagmorgen zat ik - bij ontstentenis van belangrijker activiteiten - vanaf de bank wat te zappen toen ik tot mijn schrik op België I het hese stemgeluid en de corpulente gestalte van Ernst Daniël Smid ontwaarde. Ernst Daniël had zich deze keer de rol van kunstkenner aangemeten en stond in het programma Braambos van de VRT (ja, ook daar al) oeverloos te wauwelen over de middeleeuwse schilder en monnik Jan van Scorel en diens leven in Utrecht. Interessante materie, maar niet als Ernst Daniël zich er mee bezig houdt. Ernst Daniël Smid is de koning van de platmakerij, van het populisme-in-de-kunst, van de gestampte pot en de spruitjeslucht. En dat is een belediging voor de spruitjes. Bij Ernst Daniël Smid is alles gewoon, gezellig en zoveel mogelijk van bij ons. Ernst Daniël Smid heeft op zaterdagmorgen ook een operaprogramma op de radio, waarin hij op gezwollen toon aan het volk uitlegt wat de ware bedoelingen van de graaf zijn, dat de barbier niet zo'n schurk is als wij wel dachten, dat Othello het ook niet helpen kan en dat die Don Juan ohlala ohlala…. Van dat werk.
Nu luisterde en keek ik onlangs naar een TV programma waarin vijfentwintig jaar "Zomergasten" de revue passeerden. Een beroemd programma van de VPRO op zondagavond in de zomer, waarin drie uur lang een gastheer of -vrouw en een gast praten over film- en TV-fragmenten die de voorkeur hebben van de gast. In dat overzichtsprogramma legde Joris Luijendijk - één van de voormalige gastheren - uit hoe dramatisch groot de invloed van de kijkcijfers tegenwoordig is bij de programmering van TV-programma's in Hilversum. Zodat zelfs in een high-brow programma als Zomergasten regelmatig een popi type moet worden ingesluisd omdat het grauw anders de andere kant op kijkt, in dit geval wegzapt. Als voorbeeld toonde hij een paar tenenkrommende fragmenten uit zijn eigen avond met Linda de Mol.
Na dat programma werd mij plotseling meer duidelijk over het verschijnsel Ernst Daniël Smid. Zijn stelselmatig plat slaan van wat bedoeld is niet plat te zijn vloeit direct voort uit de terreur van de kijk- en luistercijfers. Ernst Daniël Smid is de kunstpaus van de marktwerking. Ernst Daniël Smid is de marktwerking in persoon. Denk aan zijn "drie baritons", een verpolderd aftreksel van de internationaal bekende "drie tenoren" (op zichzelf al een gotspe), waarin naast Marco Bakker en Henk Poort natuurlijk ook schittert: Ernst Daniël Smid. Hoe raadt u het? Het kwelen van Italiaanse meedeiners is hun hoogste doel.
Ernst Daniël Smid is het vleesgeworden bewijs dat het verheffingsideaal van de na-oorlogse jaren in ons land definitief is mislukt. Niet de massa is naar de kunst gekomen, maar de massa trekt de kunst naar zich toe. Met alle gevolgen van dien. Een vriend van mij noemt dat het platviseffect. Als je een platvis omhoog brengt in het water en daar loslaat weet hij niet hoe snel hij weer plat op de bodem moet gaan zwemmen. Daar hoort hij thuis, daar voelt hij zich goed.

Maar platvissen doen geen operaprogramma's voor de radio.




Knar



STUREN


Vandaag werd bekend dat in de Verenigde Staten de beroemde "managementgoeroe" Stephen Covey op negenenzeventigjarige leeftijd is overleden. Niks bijzonders zult u zeggen. Niet helemaal waar. De man heeft in negentiennegenentachtig een boek het licht doen zien getiteld "De zeven eigenschappen van effectief leiderschap" en dat boek heeft wereldwijd een oplage gehad van twintig miljoen exemplaren. Da's niet mis, en de man zal er zeker erg rijk van zijn geworden. En niet alleen hij natuurlijk. Veel van zijn lezers die zijn adviezen opvolgden zullen er ook wel rijker van zijn geworden. Want - in tegenstelling tot wat wordt gesuggereerd - gaat het bij effectief leiderschap nooit om leiderschap maar om de effectiefste manier om mensen voor je te laten erken en je aandeelhouders tevreden te stellen. Zodat je mag blijven. Omdat mijn eigen "carrière" rond negentiennegenentachtig nogal in "Sturm und Drang" verkeerde - ook wat betreft "leiderschap"- herinner ik me nog goed hoe in die tijd een golf van managementboeken met een krachtige westenwind over Europa werd geblazen en hoe horden leidinggevenden, al of niet talentvol, zich er op wierpen. Spottend werden dat soort boeken wel de "Heathrow-literature" genoemd, omdat op het Londense vliegveld Heathrow, knooppunt in het zakelijke vliegverkeer, de boekenkiosken er vol mee lagen. De boeken van Covey lagen er ook bij.
Covey is nu dood. Voor mijn generatie een merkpunt in de tijd. Want hoewel de nieuwe managementgereedschappen indertijd het eind van alle tegenspraak leken te zijn, het ei van Columbus, het langverwachte antwoord op al het gemodder met bedrijfsdoelen, weerbarstig personeel en tegenvallende resultaten weten we nu, twintig jaar later dat de beroemde Wet van Behoud van Ellende ook hier weer heeft gewerkt. Bedrijven werden effectiever, winsten gingen omhoog, maar de werktijden van het personeel werden schrikbarend veel langer, om van de werkdruk noch maar te zwijgen. Mijn hoogopgeleide kinderen moeten nu als tweeverdieners hard werken om te kunnen leven op een manier waarvoor ik vroeger als éénverdiener voldoende geld binnenbracht. En tot overmaat van ramp vielen al die net aangetreden managers uiteindelijk ten prooi aan een nieuw aandeelhouderskapitalisme dat na de stroom van managementboeken eveneens met een westenwind over Europa begon te waaien en dat hen uitperste tot alles gegeven was. Niets nieuws onder de zon dus.
Ook niet nieuw is in dit geval de cynische humor van het leven zelf. Covey kwam, als hogepriester van het rationeel leiding geven, ten val toen hij met zijn fiets een heuvel afreed. Uiteindelijk stierf hij aan de gevolgen van zijn verwondingen.

Ondernemingen kon hij sturen. Z'n fiets niet.



Knar