dinsdag 4 april 2017




JUFFROUW


Het overkomt me tegenwoordig nogal eens dat ik een aanval krijg van memolancholie. Zal wel met de leeftijd te maken hebben. Vandaag is het zo'n mooie lentedag, zonnig, nog wat frisjes maar ik kan al in m'n shirt naar de brievenbus lopen om mijn kleindochter een kaart te sturen. Die heeft ze verdiend want zijzelf (ze is zes) heeft me net op een overgeschoten Nieuwjaarskaart in hanenpoten gemeld dat ze haar eerste doelpunt bij meidenvoetbal heeft gescoord en dat ze bij schoolzwemmen al durfde kopje te duikelen in het zwembad. Hier zit een deels gesmolten opa.
En dat zijn de momenten. Dat je met het kaartje voor je kleinkind in de zon naar de brievenbus wandelt, een bloeiend struikje ruikt dat je ineens ruim zestig jaar terugzet naar het dorp in Friesland waar je als kind woonde en waar diezelfde struikjes met dezelfde bloemetjes precies zo roken, en dat je dan die memolancholie overvalt.
En waarom, dat weet ik niet, maar ineens dacht ik aan juffrouw Op 't Land. Onze lerares Nederlands op de HBS. Een keurige en naar mijn oordeel van nu ronduit aantrekkelijke kleine dame van in de vijftig, keurig en smaakvol gekleed, met een mooie licht geaffecteerde stem, beetje als Beatrix, beetje van de damesliefde heb ik achteraf bedacht, maar vol passie voor haar vak en vooral voor de Tachtigers en wat daarna kwam. Misschien had ze wel dezelfde hang naar romantische literatuur die ik in die tijd als puber stilletjes ook had. In ieder geval heb ik een keer bij haar heel hoge ogen gegooid. 

Dat kwam zo. Voor een spreekbeurt had ik het boek "Deirdre en de zonen van Usnach" gekozen, van Adriaan Roland Holst. Zwaar aangezette noodlotsliteratuur waarin massieve Ierse burchten, geheimzinnige Ierse mannen, felle Ierse passies en winderige Ierse wolkenluchten het decorum vormden van een noodlottige Ierse liefdesgeschiedenis. Het verhaal sprak me erg aan en ik besloot in mijn spreekbeurt zo nu en dan een stukje tekst op melodramatische wijze voor te dragen om de klas het drama flink in te peperen. Juffrouw Op 't Land ging op mijn plaats zitten, ik plaatste mij op haar verhoogje voorin de klas, en het begon. Na mijn inleiding over de globale inhoud van het boek trok ik met mijn declamaties flink van leer. Tussenin mocht iedereen even relaxen bij mijn exposé van de verdere tekst maar dan begon het weer. Ik merkte dat het stiller werd in de klas, ik had publiek! Na een laatste citaat waarin het noodlot toeslaat en alle geluk verwaait met de eeuwige Ierse winden bleef het heel stil. Totdat juffrouw Op 't Land met een diepe zucht opstond van mijn stoeltje en aangeslagen sprak:"Ja, dit is een negen."

Dank u wel, juffrouw Op 't Land.



Knar

maandag 3 april 2017



KPN

In het satirische programma "Ook dat nog", dat in het begin van de jaren negentig furore maakte op de Nederlandse TV, acteerde de schaker en presentator Hans Böhm vaak als een wat stompzinnige PTT-beambte die via de telefoon een geagiteerde PTT-klant te woord stond. Zijn melding "Met de PeejTeejTeej" , op lijzige toon en met vet Rotterdams accent, was onnavolgbaar en stond garant voor een paar minuten dolle pret. Hans Böhm zette in die jaren het nationale telecombedrijf al neer als een logge, beetje domme maar degelijke firma. Dat is bijna dertig jaar geleden. De huidige KPN, geprivatiseerde opvolger van het staatsbedrijf, maakt vandaag de dag maar weer eens opnieuw waar dat bedrijfscultuur een taai ongerief is.
Wat wil het geval.
Op zondag 2 april jongstleden kampte het bedrijf met een omvangrijke internetstoring. Omdat ik die dag andere dingen te doen had (Ronde van Vlaanderen, Ajax-Feyenoord en The Boat Race) merkte ik - KPN-klant -daar weinig van. Wel vond ik het vreemd dat op zondagmiddag een mailtje maar niet weg wilde. Ik kreeg het niet verzonden. Eerst maar eens alles in huis gecontroleerd maar er was niets veranderd en gisteren deed hij het nog. Dus dan maar eens kijken op de storingspagina van KPN. Het internetprobleem was voorbij, werd op licht juichende toon gemeld, maar we konden nog wel problemen hebben met de uitgaande mail. Dat dankt je de koekoek. Oplossing volgens KPN: gebruikt u dan tijdelijk de KPN webmail. Dat is mailen via de site van KPN dus via internet. Leek een slimme oplossing. Ondanks gedoe met user-name en wachtwoord lukte het me om langs die weg een mailtje naar een bekende er uit te krijgen. En ik kreeg nog antwoord ook.
Maar maandag was ondanks alle gejuich in de media de KPN-mailstoring nog steeds helemaal niet opgelost. Na eerst een klodder bloeddruk verhogende kletspraatdiarrhee en daarna vijf minuten wachten - waarin àl onze medewerkers nog steeds in gesprek zijn - kreeg ik dan eindelijk een levende KPN-employé aan de telefoon. M'n stemming was inmiddels tegen het kookpunt en ik heb de man helaas op niet al te vriendelijke toon te kennen gegeven wat ik van dit gedoe vond. Maar dat was nog niet alles. Na enige bekoeling ging ik eens kijken hoe je wat geriefelijker gebruik zou kunnen maken van de KPN webmail, voor het geval dat. Daarvoor had KPN ook een pagina op de site. Het kwam er op neer dat ik een stappenschemaatje moest volgen en dan zou ik de KPN webmail in mijn accounts hebben staan en voortaan langs die weg makkelijker kunnen mailen als er met mijn eigen maillijn iets aan de hand was.
Maar….in dat stappenschemaatje moest ik wel even via mijn eigen mailprogramma iets in dat account regelen. En dat ging natuurlijk niet. Want er was al twee dagen een probleem met mijn maillijn bij KPN.
En toen dacht ik terug aan de tijd, zeventien jaar geleden dat ik hier kwam wonen en een internetaansluiting wilde organiseren bij KPN. En dat een - andere - KPN employé door de telefoon tegen mij zei: ja, dat kunt u het beste even regelen via het internet. Waarvoor ik op dat moment de verbinding aan het aanvragen was.
En toen, en nu weer, dacht ik aan Hans Böhm:"Met de PeejTeej Teej"

En de bedrijfscultuur gaat nooit verlohoren!

Knar




NEE



De populist heeft de Bühne. Ook al is hij of zij nog zo'n miezerig schreeuwertje - en dat zie je toch vaak - het volk siddert, de pers juicht en de populist gnuift van pret. Nog gisteren kocht ik voor mijn nieuwe e-reader een boekje van de aardige en beschaafde journalist Joris Luijendijk, een man die ik hoog heb vanwege zijn grondigheid, zijn niet aflatende drang om zaken tot op de bodem uit te zoeken. En die daarmee al menig misverstand uit de wereld heeft geruimd. Lees bijvoorbeeld zijn boeken "Een goede man slaat soms zijn vrouw" en "Dit kan niet waar zijn". Ik kocht nu de nieuwste, "Kunnen we praten?" waarin Joris probeert al analyserend erachter te komen hoe dat nou toch zit met die populisten, en in hoeverre hijzelf ook al is opgeschoven naar het populistenstandpunt. Een beschaafde poging van een beschaafde man met een uitstekende opvoeding. En daarmee is het fiasco van zijn onderneming dan ook meteen beklonken. Beschaafde mannen (en vrouwen) met goede opvoedingen gaan de onbeschaafde mannen (en vrouwen) met minder goede opvoedingen te lijf met de twee wapens waarmee ze geleerd hebben andersdenkenden te benaderen: argumenten en politiek. De felle gevechten tussen Alexander en Geert gingen altijd om datzelfde: argumenten en politiek. Populisten willen geen argumenten en geen politiek. Populisten zijn kinderen van drie: ze zeggen alleen maar nee. Niet omdat ze het ergens niet mee eens zijn, maar omdat ze nee willen zeggen en nee willen doen. Ontwikkelingspsychologen duiden dat als een eerste poging om zoiets als een identiteit te demonstreren. Zoiets van "ik ben er ook nog, houd rekening met mij". En ja, een dergelijke gedachtengang valt niet al te moeilijk te vermoeden bij de types die wij "de populisten" noemen. Trump is dan ook nog van het type jongetje dat zo "nee" is dat hij erbij zegt "ik zal jou slaan". Overbekend nietwaar? Wel tragisch, als je zeventig bent, je haar verft, president van de Verenigde Staten bent geworden en dan nog niet verder bent dan drie en "ik zal jou slaan". Arme Amerikanen.
Wat dat betreft is dat zooitje kooplui daar bij de Noordzee sluwer. Als het er op aankomt gaan ze zich massaal even met de politiek bemoeien (zij wel), geven hun stem aan een paar keurige partijen die de populist al van tevoren buiten de deur hadden gezet, laten de "verraaiers" vreselijk afgaan en roepen tijdens de formatie niet al te luid maar hoorbaar om groen en om verandering. Democratie? Ja, tot mijn verbazing toch wel.
Maar we dwalen af. De populist: een kind van drie, met argumenten zeker niet tot andere - of tot enige - gedachten te brengen, heeft geen partij - veel te volwassen - maar een (eenmans-) beweging en verzamelt daarmee toch alle andere kinderen van drie om zich heen. Natuurlijk. zo gaat het met kinderen van drie. Denk nog maar eens aan die rattenvanger.
Beste Joris, maak je geen illusies. "Kunnen we praten?" is een vraag die bij kinderen van drie maar één antwoord oplevert: Nee! Maar alle andere vragen leveren dat ook op. Doe geen moeite. Blijf met je volwassen medemensen aan politiek en aan argumenten doen. Wacht af wat er gebeurt.

Misschien worden ze binnenkort vier.



Knar