maandag 28 februari 2011



FEE



Zaterdagavond was één van die sporadische avonden dat ik niet wist waar ik kijken moest. Op TV bedoel ik. Na weken van kommer en kwel was het aanbod zaterdag ineens zo overweldigend dat ik zelfs mijn goede oude videorecorder moest inzetten om althans het allernodigste niet te missen. Terwijl ik zelf “live”  keek naar Youp van ‘t Hek met zijn cabaret “Omdat de nacht” werd zacht zoemend voor mij een nieuwe aflevering vastgelegd van de Duitse crimi ”Donna Leon”, met de intrigerende Commissario Brunetti (Uwe Kockisch), zijn beeldschone echtgenote Paola (Julia Jäger) en dat alles gesitueerd in het adembenemende Venetië. Dat ging dus op band, ik keek naar Youp.
Ik heb een zwak voor Youp. Misschien is het zijn mix van luidruchtige arrogantie, scherpzinnige analyse en sombere vertwijfeling die me aanspreekt, ik weet het niet. In ieder geval sloeg hij de spijker weer eens precies op de kop.  De titel van de show is het begin van een liedje over de nacht, waarin je dromen kunt zoveel je wilt, vooral over die ene “vrouw die alles goed zal maken” (het is een mannenliedje….) en die in de kop van miljoenen mannen zit. Ze verschijnt ook daadwerkelijk op het toneel, op de achtergrond, zwak belicht en onbereikbaar zoals in het echt, maar wel meezingend met de cabarettier en op die manier onmiskenbaar aanwezig. Zoals in het echt.
Ze is de archetypische Goede Fee, de Grote Verleidster, de Lorelei, de Syrene en wie weet onder welke namen ze nog meer door de geestesgeschiedenis van de mens mag dwalen. Ze is oeroud, verrukkelijk jong, onweerstaanbaar, en fataal. Mannen die haar volgen gaan ten onder, ze duiken in een zwembad waar geen water in staat en dat merken ze pas als ze op de bodem liggen. (Deze is van mezelf, niet van Youp).
Mij is ze al een leven lang bekend, gelukkig begint ze haar kracht wat te verliezen, en ik was dan ook een beetje verbaasd dat Youp er nu pas mee komt. Hij is al zesenvijftig. Maar beter laat dan nooit….!?
De Groningse Schouwburg, waar Youp graag zijn programma’s opneemt begreep de cabarettier maar al te goed. Dat was te merken. 

Zit ze dan toch echt in al die koppen?


Knar


donderdag 24 februari 2011



MÓÓI


Laatst kreeg ik van een van mijn trouwe lezers te horen dat ik weer eens een móói verhaaltje moest schrijven. Ze vond dat ik de laatste tijd wat te veel grimmigheid in de lol had gedaan en dat beviel haar niet. Ze heeft wel een beetje gelijk, mij was het ook al opgevallen.
Maar een mooi verhaaltje. Een type als ik schudt dat niet zo maar uit z’n mouw. Van nature ben ik wel eens wat zwaar op de hand, om met Henriëtte Roland Holst te spreken :”Het leed der wereld doet mij soms niet slapen…”
Nu is dat overdreven, mijn nachtrust is uitstekend, mijn leven laat - op enige ongemakken na - weinig te wensen over, ik schrijf zelfs, dus…. Maar zomaar een mooi verhaaltje?
Misschien weet ik iets.
Sinds een poosje zit ik op een filosofische leesclub. En we zijn bezig met Michel de Montaigne. Een filosoof, schrijver en politicus uit het zestiende eeuwse Frankrijk, patriciërszoon en kasteelheer uit de buurt van Bordeaux. Tijdgenoot van onze Willem van Oranje. De man heeft zich onsterfelijk gemaakt door een aantal essays na te laten die in onze ogen verbazend modern aandoen. Op de leesclub lezen wij die en praten erover. In één van die essays (Over de ervaring) heeft hij het over “er zijn zonder iets te doen”. Ook toen -net als nu- een bijna onbespreekbaar onderwerp waar onze Michel indrukwekkend losjes over doet. Als iemand hem zegt : ”Vandaag heb ik niets gedaan” antwoordt Montaigne : ”Wat, heeft u dan niet geleefd? Dat is van al uw bezigheden niet alleen de meest wezenlijke, maar ook de meest verhevene”. De ander: “Als men mij met belangrijke aangelegenheden had belast zou ik getoond hebben wat ik kon”. Montaigne: “Vermocht u na te denken en meester te zijn over uw leven? Dan heeft u het allergrootste verricht”.
Mooi hè?
En toch had Montaigne ondanks zijn hoge staat niet zo’n makkelijk leven. Hij was nogal wonderlijk en wat Spartaans opgevoed, had een gearrangeerd huwelijk dat hem niet veel deed, hij zat midden in de afschuwelijke Franse godsdienstoorlogen van die tijd, van zijn zes dochters bleef er maar één in leven, hij kreeg op middelbare leeftijd zware pijnaanvallen door nierstenen, en stierf - nog geen zestig jaar oud - waarschijnlijk aan keelkanker. En dan toch zo wijs. Je ziet dat wel vaker, dat mensen met een bewogen leven de dingen wat dieper doorzien dan anderen.

Was dit nou een mooi verhaaltje? Ik denk het wel. Er is hoop, en zelfs nietsdoen is geen verloren tijd. Mooi toch?


Knar


maandag 21 februari 2011



TNT




Een vereniging waar ik lid van ben moet op korte termijn om statutaire redenen een ledenvergadering bijeen roepen. Iets financieels, dat met de leden moet worden besproken voordat het bestuur verder kan. Daarvoor werden een paar honderd brieven geschreven met uitnodiging en agenda, en die brieven moesten vandaag op de post, anders was de termijn van invitatie te kort. Ook statutair. Gisteren hielp ik nijver met vouwen en plakken, vandaag zou ik de brieven gaan aanbieden bij de post voor verzending. De secretaris had me het rekeningnummer gegeven bij TNT, de brieven zouden worden verzonden onder “Port Payé”. Makkelijk zat, dacht ik.
Toen ik wakker werd scheen de zon, ik doorliep mijn ochtendritueel en toog daarna welgemoed op stap met een zware tas vol brieven. Onlangs had ik wat boekjes verzonden bij een TNT-kantoor bij mij in de buurt  en dat was goed gegaan, dus eerst maar eens daarheen. Geen parkeerruimte. Dan maar even op de knipperlichten half op de stoep.  De aardige mevrouw in het TNT-kantoor keek nu heel vies  en ging meteen in de afweer. Nee, zij kon dat niet, daarvoor was haar kantoortje te klein, ze had niet “zo’n machientje”, ik moest maar naar de TNT in de supermarkt gaan, een paar straten verderop. Die was groter.  Ik daar heen, al veel minder welgemoed. Daar was wel parkeerruimte, maar een even afwerende TNT-mevrouw. Zelfde argument, te klein enzo. “Zij verkocht alleen maar postzegels”. Ik moest met mijn lading brieven naar een Business-Point van TNT, daar en daar. Mijn stemming daalde nu snel onder het nulpunt en voor de eerste keer ontsnapte de term “klacht indienen” aan mijn lippen. In wat voor Kafkaiaanse komedie was ik nu aangekomen? Ik wilde alleen maar een paar honderd brieven verzonden hebben. Is dat raar ofzo? Thuisgekomen belde ik eerst maar eens argwanend naar dat “Business-Point”. Een boekhandel bij mij vlakbij, die TNT er bij doet. Ja hoor, als ik een rekeningnummer had kon ik na twaalf uur terecht, ze waren nu nog dicht. Het was elf uur. OK, dan maar wachten. De tas met brieven had ik maar in de auto laten staan, er zou nog veel gereisd moeten worden, vermoedde ik. Dat kwam uit, want eenmaal aangekomen op het Business-Point bleek, dat ik een formulier moest hebben voor de aanbieding, en dat had ik niet. Aan de telefoon was daar ook niets van gezegd. Zij had het ook niet. Ik kon het aanvragen bij TNT, of ik kon naar een “Business-balie” van TNT gaan. Ze gaf me vier adressen op een briefje. Ik vroeg haar of ze bij TNT gek waren geworden, en dat mijn brieven vandaag op de post moesten want dat anders….. Als ik een klacht wilde indienen moest ik dat maar doen, zei ze. Ik verzekerde haar dat ik dat zeker zou doen en sjouwde de winkel uit met mijn handel. Nu kookte ik. Het liefst had ik mijn zware tas ter plaatse op de kop gezet. Maar mijn arme clubgenoten konden er ook niets aan doen, dus….
Weer naar huis. Eerst maar eens een hapje eten, dat lucht soms op. En zoeken op het internet. Hoe zit dat nu precies met de verd…. TNT?
Ah, er was nog een “Business-Point” op een plek waar ik ook met de auto goed bij kon. Niet dichtbij, maar alla. Voor alle zekerheid  toch nog maar even bellen naar het nummer dat op de site vermeld werd. “Met Ernst en Young, goedemorgen”. Hè? Nog een keer proberen. Zelfde resultaat. Nummer verkeerd vermeld op de site. Toe maar, er kan nog wel wat bij. Gaan of de boel in de brand steken? Gaan!
Ja, de auto kon voor de deur worden geparkeerd. Het was inmiddels twee uur geworden. Vreemde stilte op het “Business-Point”. Klopt, het rolluik was neer, de balie gaat om vier uur weer open.
Ik had nu geen woede meer. Alleen een glimlachje. En een diepe verachting voor de ballentent die dit dienstverlening noemt.
Een vriend brengt de brieven nu morgen naar een TNT kantoor waar hij ze de vorige keer ook heeft afgeleverd. Misschien gaat dat werken. Ze komen dan wel een dag ( of dagen???) te laat bij onze leden. Wij deden ons best.

TNT is ook de afkorting voor TriNitroTolueen. Een zeer makkelijk ontplofbare stof waarmee je van alles in de lucht kunt laten vliegen.
Wat kan een mens toch rare gedachten hebben…..


Knar


dinsdag 15 februari 2011



JUT


 
Nog een paar weken en de verkiezingen voor de Provinciale Staten branden los. Altijd een slaperige aangelegenheid geweest maar dit jaar Breaking News. Want Wilders en zijn kornuiten hielpen het kabinet aan een griezelig kleine meerderheid in de Tweede Kamer, en als de moslimhaters niet in voldoende mate ook in de Eerste Kamer verschijnen worden de marges voor Rutte c.s. wel erg smal. Misschien wel tè smal, wat door een aanzienlijk deel van de natie stiekem wordt gehoopt. Want wat vandaag de dag voor politiek doorgaat is voor veel Nederlanders met een goede opvoeding toch wel een erg gênante vertoning. Ik kan me niet herinneren dat we in dit land, van bovenop de slagroomtaart van onze welvaart zó hard hebben zitten schelden op één bepaalde bevolkingsgroep. Na de afgrijselijke discriminatie van de Joden vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog was dat in Nederland volstrekt taboe. Het begrip “antisemitisme” werd daar voor ingevoerd en dat is wettelijk verboden.
“De multiculturele samenleving is mislukt “ hoor ik nu alle regeringsleiders in Europa elkaar nazeggen. Verhagen als laatste. Dat mag zo lijken te zijn, maar dat is niet de schuld van de Islam. Het is het gevolg van een op niets gebaseerd zonnig denken van westerse politici die hoopten op die manier uit de problemen te blijven. De multiculturele samenleving is dan ook niet mislukt, het zonnige denken daarover is een farce gebleken. En dat is net iets anders. Iedereen die meer dan drie regels over de Islam heeft gelezen weet hoe groot de kloof is die er gaapt tussen de twee verschillende culturele stelsels, en dat je al blij mag zijn als je tot een soort vreedzame coëxistentie komt.
En aan die vreedzame coëxistentie ontbreekt het in Nederland niet.
Wie kent niet een vriendelijke en soms benijdenswaardig beschaafde allochtoon met wie hij of zij het prima kan vinden?
En die rotjochies dan? Als ik me goed herinner vertelde de Amsterdamse hoofdcommissaris onlangs dat de harde kern van die huftertjes in de stad Amsterdam (zevenhonderdvijftigduizend inwoners) uit enkele honderden exemplaren bestaat, die allemaal bekend zijn bij de politie en regelmatig langer of korter achter slot en grendel zitten.
Hoe groot is de groep huftertjes die leunend op de schatkist hun malafide banken boven water wisten te houden en die elkaar nu al weer grijnzend de vette bonussen toespelen? Ik wed dat het er vele malen "enkele honderden"  zijn.
Maar daarover geen woord. Gelaten slikken we massaal de “bezuinigingen” .

Als we dan toch een Kop van Jut nodig hebben dan weet ik er nog wel één.

Knar


woensdag 9 februari 2011



DOKTER




Onlangs meldde zich een nieuw defect op mijn toch al niet onaanzienlijke lijst van lichamelijke ongemakken. Deze keer was het mijn duim, of liever mijn springduim.
Zelf gevonden op het Internet, nadat mijn huisarts er wat vaag over deed.
Een springduim is een duim die moeilijk gebogen kan worden maar die bij doorzetten ineens met een soort klikje toch buigt. Oorzaak is een zwelling in een peesje , dat daardoor niet goed door de peesschede kan lopen. Ja, ik vind het ook een raar woord maar zo heet het nu eenmaal.
Daarover ga ik het verder niet hebben, wel over mijn wederwaardigheden bij de dokter.  Een beetje ongerust over het verloop van de genezing maakte ik toch nog maar een nieuwe afspraak voor het spreekuur. Mijn eigen arts was er niet maar wel een collega. Een piepjong doktertje-in-opleiding die keurig volgens het boekje dit varkentje begon te wassen. Ik vertelde hem over mijn surftocht op het Internet, en anders dan ik gewend ben bij de dokter sloot het ventje er naadloos op aan, liet mij vertellen wat ik
had gevonden en constateerde triomfantelijk “dat ik dus precies wist wat er aan de hand was”. Inclusief mogelijk verloop, therapeutische maatregelen en hinderlijkheid tijdens het defect. Toen draaide hij z’n computerscherm half naar me toe en liep nog eens rustig met mij alles door wat over mijn aandoening in zijn digitale handboek te vinden was. We rondden onze dialoog af met de afspraak dat ik het allemaal nog even zou aanzien. Waarschijnlijk zou het vanzelf genezen. Opgelucht verliet ik de praktijk.
Maar niet alleen opgelucht. Ik was ook een beetje verrast. In de wereld van de eerstelijnszorg treedt blijkbaar nu ook de digitale generatie aan. Niet meer geïrriteerd als een patiënt alvast thuis op het Net zijn huiswerk heeft gedaan, niet meer bang om van het professionele voetstuk te vallen, maar bereid om samen met de patiënt tot een zinnige slotsom te komen en uiteindelijk het professionele gezag te gebruiken om een goed advies af te geven.

Hij was nog heel jong, maar volgens mij is hij op de goede weg.

Knar


donderdag 3 februari 2011



BENNIE




In het straatje tussen de Nieuwe Kerk en het Paleis op de Dam in Amsterdam staat al sinds jaar en dag een blinde orgelman. Hij draait zo nu en dan een poosje aan de zwengel van zijn antieke buikorgeltje en rammelt dan langdurig met zijn centenbak. Bennie heet hij. Iedere Amsterdammer die weleens in de binnenstad komt, en ongeveer alle toeristen ter wereld kennen Bennie. Bennie is een Amsterdams fenomeen, niet meer weg te denken van die plek.
De Amsterdamse Politie had daar echter geheel andere gedachten over. Inzake Verordening zusenzo artikel datendat had een ijverige diender ontdekt dat Bennie daar volledig onterecht stond want het ontbrak hem aan een vergunning. Al vele jaren, naar nu bleek. Dus toog er een heus arrestatieteam op af en Bennie werd met orgeltje en al afgevoerd in de boevenwagen. Na uren op het politiebureau te hebben gezeten kreeg hij een dikke prent voor zijn "overtreding" en mocht naar huis. De zaak ging aan het rollen  toen Bennie zich beklaagde in de plaatselijke media, die er naar goed Amsterdams gebruik een flinke rel van maakten. Amsterdam kookte, van woede, verontwaardiging en spotzucht. De politie en het stadsdeel  stonden er weer eens gekleurd op. Smalende interpellaties in de raad.
Dat kwam hard aan bij het toch wat pedante kabouterbestuur. Ze waren er toch juist om de politiek dichter bij de burger….enzovoort?  Nu kwam de burger toch wel erg dicht bij de politiek. Dat was ook weer niet de bedoeling. Gelukkig is er in Nederland in de loop van de eeuwen een bloeiende gedoogcultuur tot wasdom gekomen, die ook hier weer de oplossing bood. Met de hete adem van het grauw in de nek werd een formele brief opgesteld waarin het Bennie BIJ HOGE UITZONDERING  was vergund zijn ijle klanken ten gehore te brengen op een aantal nauwkeurig omschreven plaatsen in de stad. Toevallig de plekken waar Bennie altijd al stond.
Een paar dagen geleden mocht Bennie op het stadsdeelkantoor komen om de brief in ontvangst te nemen. Na afloop stond een stralende Bennie, vergezeld van een vriend, de reporter van AT5 te woord. Hij was heel blij en opgetogen en vergaf het stadsdeel grootmoedig dit “misverstand”.

Zijn vriend had hem de brief wèl eerst moeten voorlezen, een exemplaar in braille was niet toegevoegd.


Knar