vrijdag 21 december 2012



OEPS



Al heel lang staat er in mijn huis een eenvoudige staande lamp van IKEA. Ik kocht het ding in een zeer roerige tijd van mijn leven en ben er dientengevolge wel aan gehecht. Een oude "brother in arms". Gisteren viel hij om en de lamp brak. Een spaarlamp (een nieuwigheid in die dagen) die in feite bestaat uit een dubbelgevouwen TL-buisje. Toen ik met de trieste resten verscheen in een lampenwinkel bij mij in de buurt zei de grote middelbare man die de zaak leidt:"Oeps". Een beetje raar uit zijn mond, maar een woord dat je de laatste jaren in Nederland vaker hoort als het mis gaat en mensen vroeger zeiden:"Wat vervelend, kan ik u ergens mee helpen?" Nu zeggen ze oeps, laten je staan en vervolgen onaangedaan hun weg. De sorrycultuur voorbij.
De grote middelbare man liet het er gelukkig niet bij, voorzag mij vakkundig van een nieuwe lamp, deed de oude in het daarvoor bestemde afvalbakje en de zaak was gepiept. Ik heb weer licht.
Aan dat "Oeps" moest ik denken toen ik vanochtend las dat CDA-prominent Maxime Verhagen nu de wereld probeert wijs te maken dat het gedogen van de PVV door de vorige regering Rutte, waarin hijzelf minister van Economische Zaken was, een "inschattingsfout" was. Hij beweert nu het desastreuze effect dat die keuze had op zijn partij en op de verkiezingsuitslag verkeerd te hebben ingeschat. Kan gebeuren, "oeps".
Nog maar net bekomen van het "Oeps" van dat andere aanstormende talent Samsom, over het hoge vervelendheidsgehalte van het regeerakkoord dat hij met Rutte sloot voel ik me weer helemaal thuis. Thuis in de ouderwetse politiek van brutaal schmieren, doordouwen, liegen en bedriegen, en met een gladde smoes proberen weg te komen bij de puinhopen die je in een andere tijd met het mes tussen de tanden en met groot elan hebt aangericht. Wie herinnert zich niet de enorme commotie in het nette deel van het CDA toen de glibbers in die partij, onder aanvoering van Maxime en aangevuurd door een schuimbekkende Camiel Eurlings willens en wetens dat onzalige bondje met de Blonde Leider wilden doorduwen? Inschattingsfout? Me hoela. Moedwillige machtswellust, meneer Verhagen. Oude politiek van draaien en liegen, de buit binnenhalen, hopen dat de meute een kort geheugen heeft, en zonder kleerscheuren proberen weg te komen bij de rokende resten. Die Eurlings bijvoorbeeld is nu directeur bij de KLM. En die Ferrier en Koppejan, de nette CDA-opponenten van toen, hebben inmiddels de politiek verlaten.

Oeps.


Knar



zondag 16 december 2012




GELIJK



Soms is het helemaal niet leuk om gelijk te krijgen. Bijvoorbeeld als je iets hebt beweerd dat loodrecht staat op wat velen geloven, wat je zelf eigenlijk ook wel zou willen geloven omdat het veel comfortabel is dan wat je hebt beweerd. Maar je kunt het niet geloven op grond van je wetenschappelijke inzicht, je intuïtie of omdat je het lastige toch waarschijnlijker acht dan het comfortabele. En dat je dan gelijk krijgt, juist in je lastige mening. 

Zo is het gegaan met de dood van Johannes de walvis en alles wat daar nu  omheen gebeurt. In mijn voorlaatste column schreef ik over de bultrug die toen nog lag te zieltogen op de Razende Bol, de zandbank voor Texel waar hij was aangespoeld en vastgelopen. Het beest heeft sinds die tijd twee (?) ferme injecties met een dodelijk slaapmiddel gekregen - dus geen genadeschot - en is nu (zondagavond 16 december) dood. Een op het eerste gezicht beschaafde en diervriendelijke oplossing - voor zover onder die bizarre omstandigheden nog van diervriendelijk kan worden gesproken - en een manier van handelen die misschien wel in aanmerking zou kunnen komen voor het predikaat "vooruitgang". Vroeger deden we dat niet zo netjes enzovoort enzovoort. Een schijnbare tegenspraak met het gesomber van John Gray, die ik in genoemde column aanhaalde en die in die vooruitgang absoluut niet gelooft. Maar let wel, ik zeg: schijnbare tegenspraak. Want wat gebeurt er nu? Bij de pogingen om Johannes te redden waren mensen van Ecomare betrokken (Natuurbeschermingscentrum op Texel), de reddingsdienst KNRM, de politie en het bestuur van Texel. Nu Johannes dood is brandt er een verwoede discussie los tussen allerhande hele of halve deskundigen over hoe het anders had gekund, dat Johannes nog had kunnen leven als maar naar hen was geluisterd, dat dat natuurlijk weer niet is gebeurd omdat die en die denken dat ze het beter weten. En op de "sociale media" verschijnen nu bloedserieuze doodsbedreigingen aan het adres van de biologen van Ecomare. Die op hun beurt daar weer aangifte van gaan doen, wat weer tot veel deining aanleiding geeft enzovoort.
Kijk, en dan blader ik toch weer even in John Gray en dan moet ik - met spijt in het hart - opnieuw erkennen dat hij gelijk heeft: er is geen vooruitgang. Daden van goedhartigheid, inzet van alle middelen en diervriendelijk bedoelde euthanasie worden gevolgd door, of gaan zelfs gepaard met uitingen van woeste haat en doodsbedreiging. Ook afkomstig van mensen, dezelfde soort primaten die ook de "goede" oplossing had bedacht. Het is onbegonnen werk.
Maar we moeten wel even doorlezen bij John Gray. Na veel geanalyseer komt hij tot de conclusie dat we meer succes hebben met "goed doen" naarmate de groep waarop we ons richten kleiner is. De relatie, het echtpaar, het gezin, een kleine familie, een vriendenkring, een klein bedrijfje. Daar wil het nog wel eens lukken om een hele tijd aan de "sunny side of the street" te blijven. Iedereen herkent dat. En velen zullen dat met hem eens zijn. Kleine groepen zijn overzichtelijker, daar is de kans op onverwachte en onbekende uitschieters kleiner, daar kan makkelijker en sneller ingegrepen en bijgestuurd worden. Logisch eigenlijk, nietwaar? Maar met z'n allen een walvis redden? Onbegonnen werk, dat blijkt nu.

R.I.P Johannes.

Knar




zaterdag 15 december 2012




VERSTUURD



Het zijn de dagen waarin het intermenselijke verkeer intens is. Hoewel het gros der mensheid zich gemiddeld om de zes minuten van elkaars welzijn op de hoogte stelt via de digitale dorpspomp die Facebook heet sturen wij elkaar zo tegen het einde van het jaar toch nog kaarten en mailtjes waarop en waarin wij elkaar Prettige Kerstdagen wensen en een Gelukkig Nieuwjaar. In mijn vorige column kon u lezen dat wij daar zelf eigenlijk maar bitter weinig aan kunnen doen - dat gelukkige bedoel ik - dus is zo'n cryptische wens "ins Blaue hinein" misschien nog maar het beste dat we wel kunnen doen. Wie weet helpt het.
Veel van die goede wensen worden tegenwoordig verzonden vanaf een iPad. Voor de wat ouderen onder ons: een iPad is een soort handspiegel maar dan zonder handvat en zonder spiegel, waarop je allerlei plaatjes tevoorschijn kunt toveren door op het glas te tikken, maar dan wel op de goeie plek. Als je er goed mee overweg kunt zou je het een toverspiegel kunnen noemen. De plaatjes en praatjes die je op het ding maakt kun je ook versturen, door weer ergens anders op het glas te tikken, en dan krijgt iemand anders dat plaatje of praatje op zijn computer, of ook op een iPad. Heel bijzonder.
Ook heel bijzonder is dat berichtjes die worden verzonden vanaf een iPad altijd een laatste regeltje hebben waarin heel pedant staat:"verstuurd vanaf mijn iPad". Dat zetten de mensen er zelf niet onder, dat komt er automatisch onder als iemand klaar is met het berichtje en het wegstuurt. Dat doet die handspiegel zelf. Ik geloof dat het de bedoeling is dat de ontvanger van het berichtje dan denkt :"Oôhôhhh, Marietje heeft een iPad. Moet ik niet ook een iPad?". De iPad zaait zelf, op eigen houtje twijfel en begeerte in de harten van de mensen en zorgt er zo voor dat er steeds meer handspiegels in omloop komen. Nou is dat misschien nog niet zo raar gedacht van de fabrikant van de iPads, maar het vervelende is dat hij de mensen die er al één gekocht hebben ook nog eens een keer voor lul zet. Als ik vroeger een briefje schreef met mijn mooie dure vulpen zette ik er toch ook niet onder "geschreven met mijn Mont Blanc"? Dat deed je niet, dan stond je zwaar voor lul. Dan had je geen stijl. Maar dat is nu geen probleem meer. We leven in een wereld waarin GeenStijl zelfs een door velen gewaardeerde internetsite is die zichzelf vol trots Tendentieus, Ongefundeerd en Nodeloos Kwetsend noemt. Afgekort TONK. Misschien moet je een beetje "tonk" zijn om het allemaal mooi en aardig te vinden, en natuurlijk gaat het voorbij, alles voltrekt zich in golfbewegingen, en alles stroomt, en in die zin zal het wel een typisch postmodern verschijnsel zijn dat mensen hun handspiegel laten zeggen dat ze een iPad hebben.

Maar ik zou toch gaan zoeken naar dat "uit"-knopje, als ik hun was.



Knar




vrijdag 14 december 2012




BULTRUG


 
Op de Razende Bol, een zandplaat in de Noordzee vlakbij Texel is een walvis gestrand van het merk Bultrug. Een groot beest, wel 25 ton zwaar, dat onder normale omstandigheden van die prachtige sprongen maakt boven water en dat zich dan met een geweldige dreun weer laat vallen. Niemand weet waarom die dieren dat doen maar mooi is het wel. Zo'n zestig jaar geleden was dat voor walvisjagers het signaal om er op af te gaan en zo'n beest af te schieten met een grote harpoenhaak, het binnenboord te hijsen en in stukken te hakken voor de kookketels. Wat daar uit kwam werd in flesjes gedaan en dat kregen wij kinderen in de winter voor het slapen gaan te slikken, omdat het zo goed voor ons was. Smerig spul, die levertraan, maar het moest.
Nu weent de natie bittere tranen om vastgelopen Johannes - ja, het dier heeft ook al een naam - en wordt dagenlang groot materieel ingezet om hem weer in dieper water te slepen en zo het leven te redden. Lukt dat niet dan is Johannes ten dode opgeschreven want dan drukt zijn gewicht op zijn longen en stikt hij langzaam. Vanochtend (vrijdag) is bij hoog - maar te laag - water een allerlaatste poging ondernomen maar die is op een mislukking uitgedraaid. Uitvoerig is beraadslaagd of het mogelijk is Johannes "te laten inslapen" zoals bij een poes, maar dat kan niet want de speklaag van Johannes is te dik zodat ze geen ader kunnen vinden om daarin het fatale goedje te spuiten. "Een andere optie is niet overwogen" meldde vanochtend een bedroefde employé van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. Die andere optie zou het genadeschot kunnen zijn maar Nederland deinst daar voorlopig nog huiverend voor terug.
In mijn filosofische leesclubje lezen wij op dit moment de geruchtmakende Britse filosoof John Gray. Gray gaf onlangs een lezing in Amsterdam waar ik bij was en kort gezegd komt zijn betoog er op neer dat wij mensen wel voortdurend nieuwe maskers opzetten, die wij dan "vooruitgang" noemen, maar dat er in wezen niets verandert omdat wij net als alle andere levende en niet levende wezens op deze planeet door het noodlot worden gestuurd en geworpen. Wij geloven in vooruitgang omdat we geleerd hebben te denken in de Platoons-Christelijke traditie van de mens die op aarde een bestemming heeft, en de geschiedenis een doel. Dan moet er wel "vooruitgang" zijn want anders schiet het natuurlijk niet op. John Gray moet daar niets van hebben.
En dat gedoe rond zo'n walvis is nou een mooi voorbeeld. Zoals ik al zei: ruim zestig jaar geleden was de natie apetrots op "onze" Willem Barentz, een walvisjager die er ieder jaar weer op uit trok om tientallen walvissen te doden. Die dan langs een hellingbaan aan de achterkant van het schip omhoog werden gesleept tot op het dek, waar ze in stukken werden gereten en in de ketels werden gekookt. Mijn vader heeft 's avonds aan de tafel
onder de lamp nog een kartonnen model van het schip in elkaar gelijmd, dat daarna een tijdlang op het dressoir te pronk heeft gestaan. Zo kort geleden waren wij er trots op dat wij walvissen doodden. Zonder walvisvaart geen levertraan en zonder levertraan geen gezonde kinderen. Het was dus goed. Nu is dat slecht. Nu roepen wij ach en wee als er één (1) vastloopt op een zandbank voor onze kust en wij huiveren om het dier het genadeschot te geven.
Wereldwijd zijn walvissen nu een bezienswaardigheid waar reizen voor worden gemaakt. Wat economisch gezien veel slimmer is want veel meer oplevert, en intussen hebben we in diezelfde zestig jaar de atmosfeer van onze planeet zo verpest zodat we nu zitten met een wereldwijd klimaatprobleem waar de generaties na ons nog een hoop mee te stellen krijgen.
 

Vooruitgang? Ik vrees dat die Gray een beetje gelijk heeft.



Knar




woensdag 12 december 2012




TWAALFTWAALFTWAALF


Vandaag is het een bijzondere dag. Het is de twaalfde dag van de twaalfde maand van het twaalfde jaar van deze eeuw. Een dergelijke datum is pas over honderd jaar weer opnieuw mogelijk. Op twaalf december eenentwintigtwaalf. Volgend jaar is het tweeduizenddertien en er zijn geen dertien maanden in een jaar dus dan kan deze samenstelling het hele jaar niet meer voorkomen. En in alle jaren daarna ook niet meer. Tot in eenentwintighonderdeen, dan ontstaat op één januari van dat jaar de constructie 010101. Maar dan is niemand van de mensen die deze column lezen nog in leven, menselijkerwijs gesproken. Mensen die er nu al zijn en dan nog zullen leven zijn dan heel oud, en waarschijnlijk nu te jong om dit al te kunnen lezen. Mijn kleinzoon zal in eenentwintighonderdeen vierennegentig zijn als hij dan nog in leven is, maar is nu nog te jong om deze column te kunnen lezen. Hij is al heel trots dat hij z'n naam en die van z'n zusjes kan schrijven en lezen. Afgelopen Sinterklaas kon hij een eenvoudig tweeregelig gedichtje met behulp van mama net uitlezen. En dat is schattig maar de columns van opa zijn andere koek.
Uniek dus, deze dag, en uniek dat u hem meemaakt. Voor u komt hij niet meer terug.
Grappig dat een eenvoudig getallenstelsel ons al zo nadrukkelijk op de tijdelijkheid en de onomkeerbaarheid van de dingen kan drukken. Maar ook tegelijkertijd de cirkelgang van de dingen toont. Het duurt weliswaar honderd jaar maar de datum 121212 komt terug. Voor andere, nieuwe mensen of, als we zo nog een tijdje doordoen, misschien helemaal niet meer voor mensen. Dan zal de datum er wel zijn maar er zullen geen mensen meer zijn die hem kunnen beleven laat staan er nog een aardige column over schrijven. Zo mijmerend moet ik ineens denken aan de roman van Nevil Shute "On the Beach", die ik op de middelbare school las en waarin het verhaal verteld wordt van een derde wereldoorlog die eindigt met een nucleaire winter die zich vanaf het Noordelijk halfrond langzaam uitbreidt in de richting van Australië. Een Engelse onderzeebootbemanning vaart met het schip steeds verder naar het zuiden, totdat uiteindelijk zij nog een korte tijd kunnen bivakkeren op een strand ergens aan de Australische kust. Als ook daar de radio-activiteit langzaam toeneemt beroven allen zich van het leven, een deel van de bemanning door de zee op te varen en de boot te laten zinken. Een doomsday-scenario dat nogal populair was in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog maar dat nu misschien nog wel realistischer is dan toen.
Hoe het ook zij, de unieke datum van 121212, die maar één keer in de honderd jaar voorkomt is nu, vandaag.

Geniet er van en overdenk de tijdelijkheid der dingen èn de cirkelgang van de geschiedenis.



Knar




maandag 10 december 2012



AFKOMST


 
In de afgelopen week heeft zich in het Verenigd Koninkrijk een afschuwelijk drama afgespeeld. Australische dj's van een radiozender in Sydney belden naar het Londense ziekenhuis waar prinses Catherine, dutchess of Cambridge, oftewel Kate Middleton was opgenomen voor ernstige zwangerschapsmisselijkheid. De twee deden zich voor als koningin Elisabeth en prins Charles, en vroegen naar de gezondheidstoestand van de prinses. Een argeloze verpleegkundige, Jacintha Saldanha, verbond het stel door met de afdeling waar Kate werd verpleegd, en de daar aanwezige verpleegkundige gaf uitvoerig verslag van de toestand van de prinses. Het gesprek werd opgenomen op band en in Australië over de radio uitgezonden. En toen waren de rapen gaar. De grap kwam uit en een dag later werd Jacintha dood aangetroffen in de omgeving van het ziekenhuis. De berichten over de oorzaak van haar dood blijven in de internationale pers vaag, maar de Engelse pers is eenduidig: zelfmoord.
Voor de zoveelste keer loopt de Angelsaksische mediaterreur uit de klauw en vallen er doden. Onze media zijn ook geen lieverdjes, maar zo bont als daar bakken ze het hier gelukkig niet. Ere wie ere toekomt.
Dat gezegd hebbende wil ik nog graag een ander aspect van dit drama aan de orde stellen. Even doorspeuren naar de persoon van Jacintha Saldanha leert ons dat ze qua uiterlijk en qua naam nadrukkelijk de trekken vertoont van een vrouw met een buitenlandse (mogelijk Indiase) achtergrond. En dan komt een eventuele zelfmoord, die zeer waarschijnlijk is, in een ander daglicht te staan. Dan moeten we er rekening mee houden dat in haar ogen de schande die ze over zichzelf en haar familie heeft afgeroepen door zoiets "doms" te doen onverdraaglijk was en maar op één manier teniet kon worden gedaan: door de dood.
En dan zijn we aangekomen bij een aspect van onze westerse "multi-culti"-samenlevingen waar - ook in ons land - doorgaans een hermetisch stilzwijgen over wordt bewaard maar dat niet te loochenen is: de enorme cultuurverschillen die er ook na vele jaren van "integratie" kunnen bestaan tussen bevolkingsgroepen afkomstig uit verschillende delen van de wereld. Wat de één met een grijnzend schouderophalen laat passeren is voor de ander de reden zich het leven te benemen. Zoveel kunnen betekenissen en de bijbehorende gevoelens in de verschillende culturen verschillen.
En dan is het in deze dagen maar een kleine stap naar het afschuwelijke drama dat zich ruim een week geleden afspeelde op een voetbalveld in Almere. Op 5 december j.l. schreef ik daarover de column "MORAAL". Wat ik toen niet wist was dat het dodelijke geweld tegen grensrechter Richard Nieuwenhuizen was gepleegd door jongens van Marokkaanse afkomst. In de Nederlandse media werd daarover als op afspraak een doodse stilte bewaard maar de Blonde Leider was niet te beroerd dat er toch even in te wrijven. En dan - Blonde Leider of niet - komt alles toch in een ander daglicht te staan. Wie de problematiek rond onze Mediterrane medelanders een beetje volgt weet al lang dat de culturen van derwaarts nogal een hoog eergehalte koesteren, en dat met name de mannetjes gehouden zijn die eer hoog te houden, desnoods ten koste van heel veel. Het wil er bij mij niet uit dat het succes van Marokkaanse meiden in dit land vooral te danken is aan de ruimte die ze krijgen van-huis-uit. Ze moeten veel minder dan de jongetjes en hebben daarom de handen vrij om…….Maar dat terzijde.
Wij zullen bij de omgang met, en de beschouwing van drama's als in het Londense ziekenhuis en op het Almeerse voetbalveld noodgedwongen rekening moeten houden met grote cultuurverschillen, die blijkbaar ook na lange jaren nog een heel belangrijke rol spelen in het doen en laten van immigranten en hun nakomelingen.
Mijn column "MORAAL" roept dan ineens meer vragen op dan ik in eerste instantie bedoelde. De belangrijkste daarvan is: welke moraal? Die van ons? Die van hun? Een nieuwe? Beide tegelijk kan (voorlopig) nog niet. Pas wanneer die vraag naar tevredenheid van alle partijen is beantwoord kunnen we spreken van zoiets als integratie.

Eerder niet.


Knar



vrijdag 7 december 2012




MURPHY




Tja, eigenlijk was het al lang weer eens tijd om op deze plaats één van mijn verhaaltjes te vertellen over mooie dingen die ik meemaak, fraaie vergezichten die ik heb waargenomen of ontroerende belevenissen met mijn kleinkinderen. Of over de sneeuw natuurlijk, die ook zo mooi is. Maar het lukt me niet, lieve lezertjes, want er is teveel aan de hand. Bijvoorbeeld met het vermaledijde Elektronisch Patiënten Dossier. Na het echec van Ab Klink, die het vanuit zijn ministerie wilde gaan invoeren heeft nu een andere partij het voortouw genomen, namelijk die van de verzamelde ziektekostenverzekeraars. Als er nu één partij is die er helemaal niets mee te maken zou mogen hebben, zijn het de verzekeraars. Dat zij nu het voortouw nemen toont het steenharde cynisme waarmee dit systeem de burger door de strot wordt geduwd. Langzaam maar zeker, inmiddels zonder enige democratische controle, neemt het systeem het land in zijn wurggreep, met als nieuwste stap een contract waarin huisartsen worden gedwongen mee te doen. De tekst in het contract luidt:"'De zorgaanbieder is zich ervan bewust dat in de toekomst de rechtstreekse dan wel indirecte aansluiting op de landelijke communicatiedienst niet meer vrijblijvend is.' De contracten moeten uiterlijk 1 januari zijn teruggestuurd aan de zorgverzekeraars. Zoniet dan dreigt  beëindiging van de samenwerking.
Dit gaat de Vereniging voor Praktijkhoudende Huisartsen te ver en zij hebben een kort geding aangespannen tegen de verzamelde verzekeraars. Die doen of hun neus bloedt en geven te kennen dat ze "zeer verbaasd" zijn. Zo doe je dat. In het arbeidsconflict dat mij uiteindelijk m'n carrière kostte bleef de tegenpartij ook hardnekkig volhouden "dat ze zich niet herkende in mijn verhaal". Ik had een goede advocaat en kwam goed weg maar het had heel anders kunnen gaan. Ik heb er wel van geleerd dat het zó gaat. De verzekeraars blijven roepen dat iedere patiënt die niet wil ook niet hoeft. Maar dat is de omgekeerde wereld. Overheden en verzekeraars in de zorg moeten het belang èn de vrijheid van de burger als uitgangspunt nemen en geen systemen ontwerpen waar de meeste mensen niets van begrijpen en waar de anderen zich alleen met veel moeite aan kunnen onttrekken. Dat is geen zorg, dat is machtswellust. Of tirannie, zo u wilt. Als het systeem doorgaat hebben over een jaar of wat vierhonderdveertigduizend zorgverleners van diverse pluimage via een pasje toegang tot het systeem. En dan nu keihard volhouden dat het niet mis zal gaan? Wie denken ze dat ze voor hebben? Zien we niet dagelijks hoe grote digitale systemen gehackt worden door slimme nerds die met veiligheidscodes een spelletje spelen? Worden we niet dagelijks opgeschrikt door meldingen van particuliere gegevens die op straat liggen? Hoe groter een systeem, des te groter is de schade als een onverlaat er in slaagt om binnen te komen. En dit systeem wordt heel groot, met heel veel legale gebruikers. Die niet op hun betrouwbaarheid te controleren zijn. Dit systeem is al geflopt op de tekentafel.
En toch wordt het op alle manieren doorgedrukt. Waarom gaat het dan?
Het gaat om de macht. Als dit lukt is de neoliberale utopie van "de macht over velen in handen van weinigen" weer een grote stap dichter bij zijn vervulling. Dan kan uw therapie van lang geleden of uw slapeloosheid van sinds kort u nog lelijk opbreken als u een nieuwe baan zoekt of een verzekering wilt afsluiten. Want bij al die vierhonderdveertigduizend pasdragers is er altijd wel één "met relaties". De wet van Murphy zal hier al snel in werking treden.

Ik hoop maar dat ik nooit gelijk krijg.

Knar



woensdag 5 december 2012




MORAAL


Sinds de Nederlandse televisie geen TV-reclame meer brengt maar reclame-TV ìs kijk ik graag en vaak naar de Duitse televisie. Eerlijk is eerlijk, ook omdat ik van politieseries houd, en daar bedienen de Duitse TV-makers mij naar hartelust mee. Zodoende zie ik ook nogal eens de Duitse nieuwsuitzendingen. Daar viel me deze dagen op dat het moorddadige voetbalincident in Almere door de Duitsers wel twee dagen lang uitvoerig en met een soort verbaasde verbijstering werd gebracht. Dat hadden ze toch niet verwacht van "die Holländer". Over het algemeen hebben ze ons nogal hoog, vanwege de openheid van onze samenleving en het vermogen altijd weer de kop boven water te houden. Soms letterlijk.
Het voetbalincident dus.
Schoffies van een Amsterdamse voetbalclub trappen een scheidsrechter van de tegenpartij dood na afloop van een wedstrijd in Almere. Let wel, het gaat hier om gewoon huis-tuin-en-keuken voetbal van twee dorpskluppies tegen mekaar. Op dat niveau zijn we aangekomen. De club van de schoffies had al eerder voor incidenten gezorgd die er gevaarlijk uitzagen, ze waren al berucht, en nu hebben ze dan de kroon op het werk kunnen zetten. Een grensrechter is dood omdat de heren niet zo gediend waren van zijn beslissingen. En wat er dan in Nederland gebeurt zou boeiend genoemd kunnen worden, als het niet zo bizar was. De verwijten en de kritiek worden met emmers tegelijk uitgestort over een wethouder van Sport, een voorzitter van de landelijke voetbalbond, bestuursvoorzitters en zelfs de minister van Sport. Allemaal mensen die hoogstens formeel of bestuurlijk iets met voetbal te maken hebben maar die "op het veld" geen grasspriet kunnen verleggen. Mensen die voor dit soort gevallen hun gladde praatjes allang klaar hebben liggen, die gesprekken zullen voeren met, die van hun ontsteltenis blijk zullen geven tegenover, die misschien zelfs een commissie zullen benoemen om, en die voor het overige zullen overgaan tot de orde van de dag. De voorzitter van de Scheidsrechtersbond maakte het in zijn cliché-drift wel heel erg bont: er moest meer geld komen voor opleidingen van scheids- en grensrechters, "dan zouden ze op het veld wel meer gezag krijgen". Die dacht zeker: die één (hij) z'n dood is die ander (ik) z'n brood. Lees poen voor brood.
Nederland draait massaal om de hete brij heen. Nederland trekt een rookgordijn op rondom één van de zwartste schandvlekken in zijn samenleving: de totale verrotting van de moraal. Het is hypocriet en immoreel om bij dit soort lynchpartijen ach en wee te roepen als je het gewoon vindt dat in het profvoetbal de kerels elkaar om de tien seconden verrot proberen te schoppen, onderuit proberen te halen, een grote bek open te trekken en gebaren te maken. Als je het gewoon vindt dat rond iedere voetbalwedstrijd van enige betekenis - we hebben het nog steeds over sport - een half politiekorps in de benen moet komen om tenminste het ergste te voorkomen. Dat je het normaal vindt dat bij de allerjongste voetballertjes een door de wol geverfde trainer staat te lachen als er een huftertje van zes in de ploeg blijkt te zitten die bij iedere gelegenheid zijn argeloze tegenspelertjes down probeert te krijgen. Een gestoord kind, dat zie je zo, maar het gebeurt. Ik was er zelf bij.
Moraal, dames en heren, moraal. Een stokoud woord, in Nederland een versleten begrip. Zullen we het weer eens op de agenda zetten? Zullen we het weer eens uitleggen in de kleedkamers en in de sportkantines? En in de scholen? En in de gezinnen?

Misschien dat het dan zelfs die Duitsers opvalt.



Knar




vrijdag 30 november 2012




DOSSIER


Het lijkt er op dat we met zijn allen weer eens keurig in het pak worden genaaid.
U herinnert zich vast nog wel de ijverige pogingen van een zekere Ab Klink om ons allemaal in een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) onder te brengen. Van uw psychosen tot en met uw ingegroeide teennagel, alles zou worden ondergebracht in een groot computerbestand dat daarna zou kunnen worden geraadpleegd door de gehele hulpverlening en omstreken. Vooral over die omstreken maakten zich nogal veel mensen bezorgd, waardoor er nogal veel mensen een briefje schreven naar Ab Klink met een tekst in de zin van "Nee, dank u wel". Dat was een lelijke streep door de rekening van het systeem, en Ab Klink kon niet veel anders dan die keutel maar weer intrekken. Niet voor lang natuurlijk want de Nederlandse Parlementaire Democratie weet met zulke ongewenste uitkomsten wel raad. Dat zagen we eerder bij het roemruchte referendum over een Grondwet voor de EU. Daar stemden wij ook tamelijk massaal tegen, samen met de Fransen, en uiteindelijk kwam die er toch, een beetje anders verpakt en vernoemd. Zo doe je dat als de belangen groot zijn. Van een kleine maar selecte elite. En zo lijkt het ook nu te gaan met het EPD. Het is nu - geheel uit zicht - ondergebracht bij een nieuwe opdrachtgever, de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ), en de techniek wordt verzorgd door het Amerikaanse bedrijf CSC. Een bezoekje aan de site van de VZVZ doet je meteen duizelen van de afkortingen en van de volkomen ondoorzichtige rijstebrij van instanties, groepen, koepels, stichtingen en wat niet al, die elkaar in dit spel de bal gaan toespelen. Zo doe je dat. Je maakt het voor de patiënt, om wie het toch allemaal zou moeten draaien, zo ondoorzichtig mogelijk zodat hij het niet meer in zijn hoofd haalt om nog een keer Nee te zeggen. Gewoon omdat hij er niets meer van snapt. Maar misschien hoeft dat ook niet, dat Nee zeggen. Want er is stront aan de knikker. Het Amerikaanse computerbedrijf CSC dat alles zou optuigen valt namelijk onder de Amerikaanse Patriotwetgeving die door een zekere Bush en kornuiten is opgetuigd om onder het mom van "terrorismebestrijding" alles van iedereen te mogen weten. In Amerika. Een onderzoeker van het Instituut voor Informatierecht aan de UvA heeft nu uitgeknobbeld dat het onder de Patriotwetgeving mogelijk is dat Amerika via CSC meekijkt in ons EPD. Dat is geen complotgedachte, maar harde werkelijkheid, En nogal schrikken natuurlijk. In hetzelfde bericht lees ik dat de voorzitter van de VZVZ nu van CSC gaat eisen dat het EPD niet onder de Patriotwetgeving zal vallen. En als CSC dat niet kan garanderen gaat het allemaal niet door. Zegt de voorzitter.
Boeiend om te volgen hoe ze zich hier uit gaan redden. Want dat EPD moet er komen, dat staat nu wel vast. En CSC en alles wat ze maken zal onder de Patriotwetgeving blijven vallen. De Amerikanen maken niet even een uitzondering voor dat Piggelmee-landje bij de zee. Het gaat nu net zo lekker met hun wereldheerschappij.
Na de invoering van het EPD zal het nog maar een klein stapje zijn naar een mandaat voor de verzekerings-maatschappijen om ook het dossier in te zien.

Moet ik nog uitleggen dat "1984" dan echt is aangebroken?



Knar




maandag 19 november 2012




MEMORIES


Enigszins onverwacht raakte ik vanavond verzeild bij het TV programma Memories. Ene Anita Witzier brengt na veel vijven en zessen oude gelieven bij elkaar, die elkaar soms tientallen jaren geleden uit het oog zijn verloren. Maar die nog altijd aan elkaar denken met nieuwsgierigheid, tedere gevoelens of ronduit spijt. De emoties spatten van het scherm, maar mooie televisie is het wel. Van alles is er te zien. Middelbare vrouwen die nog als twee druppels water lijken op hun meisjesportret, hanige jongelingen die zijn vervallen tot mummelende baasjes, arme studentjes die nu rijke patsers zijn, en ga zo maar door. Het decor is ook doorgaans in orde. Niet zelden gaat het om paartjes die elkaar in een ver buitenland leerden kennen, verliefd werden  maar door het einde van een vakantie of een au-pair-contract wreed
werden gescheiden en die na terugkomst in het vaderland de zaken ineens heel anders bezagen. Of om stelletjes waarvan de man als gastarbeider tijdelijk in ons land werkte en al doende het hart stal van één onzer schonen. Ook boeiend zijn de ten hemel schreiende rotstreken die vaders of moeders uithaalden om ervoor te zorgen dat de gelieven elkaar nooit maar dan ook nooit meer zagen of spraken. Geen leugen of lasterpraat te vuil of te vuig voor dat doel. Niet zelden moeten de voormalige gelieven voor de camera van Witzier tot de ontdekking komen hoe ze bedrogen en belazerd zijn door hun liefhebbende pa en/of moe. Ik zei het al: emotie alom.
Maar het programma heeft ook een heel prettige kant, vooral voor de wat oudere kijker die zelf zo nu en dan al eens over de schouder kijkt naar wat er in zijn of haar spoor aan niet afgemaakte liefdesperikelen is blijven liggen. Voor sommigen niet noemenswaard, bij anderen zoveel dat het spoor zelf amper meer is te zien. Vooral in het laatste geval kan men zich daar dan wel eens gedachten over maken en men kan denken dat het in het eigen particuliere leven toch wel een zooitje is op dat gebied. Versaag niet, kijk naar Memories. En je zult zien dat je niet de enige bent. Je bent met velen en wat mooier is: je deed het zo slecht nog niet.
Memories brengt je thuis, bij al diegenen die ook fors hebben zitten kloten met de liefde, die een half of een heel leven weemoedig bleven denken: had ik maar, was ik maar, of zou ik toch niet? Die weemoed - "die des avonds komt wanneer men slapen gaat" (vrij naar Elsschot) -  hebben en hadden anderen ook, en erger. Wees getroost, Memories bewijst dat het in de liefde altijd nog gekker kan, en dat we wat dat betreft met zijn allen in wankele bootjes zitten.

Schommelend tot het einde onzer dagen.



Knar




zaterdag 17 november 2012




GELIJK



Uit kringen van mijn lezers bereikte mij de opmerking dat ik al weer heel lang niets over politiek heb geschreven terwijl ik vroeger daar zo lekker over te keer kon gaan en dat ze niet begrijpen waarom ik daar nu zo opvallend over zwijg.
Eerlijk gezegd begrijp ik dat zelf ook niet zo goed. Natuurlijk is er in Nederland de laatste maanden op politiek terrein veel gebeurd, maar ik kan niet zo goed in beeld krijgen wat er nu ècht is gebeurd en hoe ik het precies moet duiden. Niettemin doe ik een poging.
Om te beginnen heeft de partij van de Blonde Leider bij de verkiezingen een stevige aframmeling gekregen. Dat is in mijn optiek verheugend maar niet heel verrassend. In Nederland is er onder het volk te weinig diep gewortelde wrok om - zoals in Vlaanderen en in het vooroorlogse Duitsland - zo'n haatbeweging een bloeiend bestaan te garanderen. Dan zijn er de sociaal-democraten, die een verrassende wederopstanding te zien gaven. Althans bij de verkiezingen. Maar het is gejat. Van de echte socialisten hier te lande, onder aanvoering van de mij nog steeds sympathieke schoolmeester Emiel Roemer. Geheel argeloos toonde hij in de aanloop naar de verkiezingen waar het een socialist werkelijk om moet gaan. Zijn populariteit schoot als een raket omhoog. Totdat de "oude" socialisten zijn slogans onbeschaamd annexeerden en gingen etaleren als de hunne. Het hunkerende volk wendde abrupt de steven en gedaan was het met Emiel. Hij mocht blij zijn dat zijn fractie ongeschonden uit de strijd kwam. Maar ook niet één zetel erbij.
De sociaal-democraten waren intussen zo groot geworden dat ze met mede-winnaar VVD een formatie mochten gaan proberen. In absolute radiostilte - op zich een huzarenstukje - werd in korte tijd een regeerprogram in elkaar geschroefd en op straat gebracht. Waar onmiddelijk de pleuris uitbrak. Foutje, bedaankt. Terug het hok in en nog een keer rekenen. Een nieuwe verdeling van de pijn, nog steeds pijnlijk, maar met schijnbaar meer draagvlak. Nu is de boot van wal en steekt in zee.
Maar de schuit verspreidt een vettige, stinkende walm van misleiding en bedrog. Met veel misbaar en mooie woorden wordt namelijk door alle partijen verhult dat het gewone volk de gaten zal gaan dichten die een stel malafide bankiers in onze rijke economieën hebben geslagen. En zal moeten opdraaien voor een begrotingstekort dat in wezen weinig om het lijf heeft maar dat de grote beleggers wat nerveus maakt en dus als een catastrofaal onheil wordt voorgesteld. Wie een beetje is ingevoerd ziet hier de klassieke Keynes-von Hayek controverse weer opdoemen en ziet dat "links" hier zijn traditionele voorkeur voor Keynes (overheidsinvesteringen in tijden van recessie) feestelijk aan het verraden is omwille van het pluche. Het trucje om dan maar te gaan juichen over de vermeende "nivellering", een stokoud hobbelpaard van de rooien, is natuurlijk zo doorzichtig als glas. Zelfs Roemer wordt daar niet meer blij van.

Mijn lezers hadden gelijk. Over de politiek is heel wat te zeggen, deze dagen.




Knar



vrijdag 9 november 2012




TIM

 


Recent is er in het Kleine Landje bij de Zee een reuze ophef ontstaan over de zelfgekozen dood van een jongeman van twintig jaar die in de afscheidsbrief aan zijn ouders verklaarde zich zijn hele leven gepest, vernederd en afgewezen te hebben gevoeld. De ouders, kennelijk verontwaardigd over wat hun Tim is aangedaan hebben dat deel van de afscheidsbrief opgenomen in de rouwadvertentie in de krant, de media kregen er lucht van en de rel was geboren. Drommen evenzeer verontwaar-digden gaven lucht aan hun medeleven, hun afschuw, hun woede op de pesters, hun goede raad over hoe-het-anders-moet, enzovoort. Alles vanzelfsprekend via de "sociale media", de geglobaliseerde leuterbank die ons allen zo ruim en zo sluw de gelegenheid geeft ons te "profileren". Bij al die reacties natuurlijk ook  negatieve, slechte, geniepige en afschuwelijke exemplaren. Degene die het meest in het oog sprong was een heel ingewikkelde. Hoofdredacteur Robert van Brandwijk van dagblad Metro plaatste in zijn blad een column die zogenaamd geschreven was door ene Mariska Orbán-de Haas van het Katholiek Nieuwsblad, bekend van haar conservatieve standpunten. Zogenaamd onder haar naam werd gesteld dat de moeder te weinig had gedaan om haar zoon af te helpen van zijn homoseksualiteit, en dat zelfmoord zondig is. Het gevolg was dat de niets-vermoedende mevrouw Orbán moest onderduiken vanwege doodsbedreigingen aan haar adres. De media waren inmiddels rood aangelopen van sensatielust, de escalatie was compleet.
En dan is het altijd maar het beste om tenminste de vraag te stellen: wat leren wij hier? Wij leren hier veel, als wij willen.
In de eerste plaats dat het vreemd is dat een jongeman zich het leven beneemt met als argument dat hij zijn hele leven is gepest etc. terwijl de ouders en de verdere omgeving van de jongen zeggen van niets te weten. Van niets. Dat zet het eerste grote vraagteken bij deze zaak. Gegeven dat feit is het vervolgens vreemd dat de ouders, ongetwijfeld in hun woede en vertwijfeling, de hyper-particuliere afscheidsbrief van hun zoon met zijn hyper-particuliere argument gebruiken voor een hyper-openbare daad van vergelding. Zoiets van "zie je nu wat er van komt?" Waarvan komt? Niemand, ook de ouders zelf niet, wist iets af van dat pesten. Is het niet veeleer zo dat hier een gevoelige jongeman tragisch is vastgelopen in de onmacht om zich te weren tegen een omgeving die hem in zijn ogen vijandig gezind was? Zou toch kunnen nietwaar?
En als dat dan allemaal is gebeurd komen de wolven uit hun holen, begint de opklopmachine die media heet op volle toeren te draaien, gaat de ene hoofdredacteur een column schrijven onder de naam van een andere- hem niet welgevallige - hoofdredacteur, gromt het grauw doods-bedreigingen aan het adres van de verkeerde hoofdredacteur, die dan gaat onderduiken, waar de ouders van Tim dan geschokt over zijn, wat door de opklopmachine weer gretig wordt rondgespetterd, waarna…..
En Tim? Is zijn nagedachtenis hiermee geëerd? Wordt er op zijn school, in zijn dorp, in ons land, in de wereld nu niet meer gepest? Zijn zijn ouders blij en opgelucht over wat ze hebben gedaan? Ik vrees van niet. Blijkbaar zijn er grenzen aan wat je -geëmotioneerd of niet - zomaar op straat kunt gooien. Meestal gaan alleen de honden er mee lopen.

Ben benieuwd of ik nou bedreigd word.


Knar




dinsdag 23 oktober 2012




ROLLETJES


Na mijn vorige column over het aanvragen van vervoer op Schiphol hebben mijn trouwe lezertjes natuurlijk recht op een verhaaltje over hoe dat is afgelopen. Wel, het is goed afgelopen. Wat zeg ik? Het is geweldig afgelopen.
Een goede vriend reed me naar Schiphol en zette me af bij vertrekhal Eén. Binnen vond ik al snel de balie van het bedrijfje dat het vervoer van "Behinderte" op Schiphol verzorgt. Een aardige dame nam m'n formulier in ontvangst en dirigeerde me naar een stoeltjesrijtje speciaal voor ouderen en andere gehandicapten. Ik voelde me meteen thuis. Na half vijf zou ik worden opgehaald. Het verblijf op zo'n stoeltjesrijtje is geen straf want heel Schiphol paradeert aan je voorbij, inclusief blauwe wolken van KLM-stewardessen die niet zijn aangenomen omdat ze er zo naar uitzien. Even na half vijf meldde zich een montere werkstudent bij mij met een rolstoel, en of ik maar plaats wilde nemen, dan gingen we rijden. Zo gezegd zo gedaan, koffertje tussen de voeten en een beetje zielig kijken want dat hoort er natuurlijk wel bij. Men moet zijn lot met enige gelatenheid dragen en dat mag te zien zijn. Al snel kwam een enorme rij van mensen in zicht, die zich bleken te verdringen voor die éne controlepost die was geopend voor de passagiers voor de "Schengenlanden". Dat zijn de landen die in 1985 het Verdrag van Schengen hebben getekend waardoor binnen de Europese Unie vrij vervoer van goederen, mensen en diensten mogelijk werd. Geen paspoortcontrole dus, maar wel bagagecontrole. En daarvoor stonden al die mensen te wachten. Ik schat dat de slingerende rij wel vijftig meter lang was. Maar voor ik het wist bevond ik mij in een smal pad tussen die rijen, waar mijn wakkere reisleider mij al pardon roepend over voortduwde tot ik pontificaal helemaal vooraan in de rij stond, pal tegenover een vriendelijk glimlachende controleur die mij beleefd vroeg mijn bagage op de rollen te zetten en mijn jasje, riem en alle andere losse spullen in het daarvoor bestemde bakje te deponeren. Daarna mocht ik door het poortje lopen, er klonk geen piepje, de controleur achter de poort zei "dank u wel meneer", ik zei "graag gedaan meneer" en ik mocht alles weer aantrekken. En weer in de rolstoel gaan zitten. Verbluft liet ik me verder duwen, nu door het Walhalla van het winkelgebied "achter de douane". Het optisch perspectief van een rolstoelgebruiker is lager dan dat van een rechtop lopende mens waardoor de opulente weelde van die wereld nog verpletterender is dan anders. Iedere gedachte aan "crisis" wordt daar smalend buiten de orde verklaard. Intussen week het winkelend publiek voor mijn rollende stoeltje als de Schelfzee voor het volk Israël. Prachtig om te zien. Halverwege ontdekte mijn montere duwer een elektrokarretje dat daar niet staan mocht, maar dat ons nu goed van pas kwam voor de rest van de rit. Of ik maar zo vriendelijk wilde zijn om even over te stappen. Natuurlijk wilde ik dat en roefff, daar ging het weer, door lange gangen naar de verre pier waarvandaan mijn vliegtuig zou vertrekken. Zo dicht mogelijk bij de gate zette vriend werkstudent mij af, en na mijn hartelijke dank minzaam in ontvangst te hebben genomen stoof hij er weer vandoor met zijn karretje. Dikke pret natuurlijk voor die boys, maar dat terzijde.
De rest van de reis verliep even gesmeerd, het verblijf ter plaatse was heerlijk en ook de terugreis was een succes. Al met al een memorabele en hoogst prettige ervaring.

Het ging letterlijk en figuurlijk op rolletjes.


Knar




woensdag 10 oktober 2012




OFFICIEEL

 
Aanstaande vrijdag ga ik met een vliegtuig even op bezoek bij mijn dochter en schoonzoon in het buitenland. Het is binnen Europa dus niet zo lang vliegen. Maar wel van Schiphol. En Schiphol is eigenlijk een maatje te groot voor dat soort intra-continentale vluchtjes. Terug kom ik dan ook via Rotterdam Airport en dat past veel beter bij dit vluchtje. Maar afijn, heen via Schiphol. Op Schiphol moet je soms vreselijk lang lopen om bij je vliegtuig te komen. En lopen is mijn fort niet meer sinds ik een lastige aandoening heb die maakt dat mijn voeten eigenlijk altijd pijn doen. Maar Schiphol heeft daar wat voor. Een vriend die veel meer vliegt dan ik had al vaak gezien dat slecht ter been zijnde  lieden zich op Schiphol triomfantelijk naar de gate van hun keuze laten rijden op een elektrische lorrie die niks kost. Wat zij kunnen kan ik ook  dacht ik, en zowaar, ik vond op het internet een aanmeldingsformulier en stuurde dat ingevuld naar de maatschappij die het lokale vervoer op Schiphol verzorgt. Simpel: ik wil opgehaald worden bij het Meetingpoint in de centrale hal, en ter plekke zal ik wel zeggen naar welke gate het moet, want dat kan ik pas op Schiphol gewaar worden.
Kwam er een mailtje terug dat ik hartelijk werd bedankt enzo maar of ik dan eerst even daar en daar naar toe wilde gaan en dan naar hun balie komen en dan konden zij mij vandaar…Enorm ver lopen voordat ik op zo'n lorrie zou zitten.
Jamaar...ik kan slecht lopen, dames en heren!
Teruggemaild dat ik de instapkaart al digitaal naar me toe had gehaald, niks had in te checken en dat ik me wel kon laten afzetten bij een ingang vlak bij hun balie. O, dat was ook goed, hun balie zat in vertrekhal twee tegenover balierij acht. Even kijken op de plattegrond van Schiphol (kan allemaal!). Hè? Balierij acht is in vertrekhal één en niet in twee. Toch maar even bellen.

 "Ge0iqergjpetiuhdofiq0erilqjsdbmetCindy". Een hoog en kwiek meidenstemmetje meldt zich en vertelt me dat ik met Cindy spreek. Van de rest versta ik niets maar dat hoeft ook niet want ik zit goed. Ik leg Cindy mijn dilemma voor en Cindy legt mij vrolijk uit dat vertrekhal één en twee eigenlijk in elkaar overlopen en dat ik eigenlijk wel gelijk heb maar dat zij altijd twee zeggen. Want hun desk ligt eigenlijk tussen balierij acht en negen. Het gesprekje krijgt al snel keuvelallures en dat is niet ongezellig. Ik weet wat ik weten wil en we gaan als vrienden uiteen.
Mijn ontdekking is (wederom) dat achter alle officieel aandoende formulieren met invulvakken en strenge taal altijd wel een Cindy zit die vol enthousiasme en op een toon alsof ze met haar vriendinnen shopt in de Kalvertoren je uit wil leggen hoe het allemaal in werkelijkheid zit. Niet zelden weet je dan meer dan je met alle formulieren van de wereld te weten kunt komen.

Hoera voor de Cindy's van deze wereld.


Knar


vrijdag 5 oktober 2012





HEER


 
Bij het losse nieuws vandaag een interessant berichtje uit Groot Brittannië. De Britse troonopvolger, nu prins Charles, is al sinds 1337 ook graaf van Cornwall. Door de toenmalige koning Edward III zo geregeld als inkomstenbron voor zijn zoon, de kroonprins. Het nieuws was dat niet geclaimde erfenissen in dat graafschap automatisch vervallen aan de graaf, dat wil zeggen de kroonprins. In de rest van het land vervallen die aan de Staat, maar niet in Cornwall. Dat levert Charles ieder jaar een flinke som geld op, die hij echter consequent in een liefdadigheidsfonds stort waarvan lokaal mooie dingen worden gedaan. Tot zover alles OK.
Maar de graaf / prins ontvangt vanwege zijn eigendoms-rechten ook nog steeds zo'n slordige tweeëntwintig miljoen euro per jaar aan pachten en huren uit dat graafschap, dat 530 vierkante kilometer groot is. Ongeveer zo groot als Oostelijk Flevoland. 

En dan gaat er bij mij een lichtje branden. Omdat dit zo prachtig illustreert wat er bij ons in het begin van de Tachtigjarige Oorlog is gebeurd, zo rond 1567. Willem graaf van Nassau, prins van Oranje bezat vanwege vererving grote gebieden in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Veel groter dan Oostelijk Flevoland, reken daar maar op, en genoot navenante inkomsten. Relatief waren die gebieden echt niet armer dan Cornwall nu, dus Willem moet er warmpjes bij gezeten hebben. Hij was niet voor niets stadhouder van Holland en Zeeland namens de koning, en één van de invloedrijkste edelen aan het hof van Karel V in Brussel.
Nadat in 1566 hier de opstand was uitgebroken koos Willem niet onverkort de kant van de koning maar vroeg begrip voor de argumenten van de opstandelingen. Dat kwam hem in 1567 op de doodstraf te staan, toen de hertog van Alva hier namens de koning een beruchte rechtbank had opgericht. Belangrijke edelen werden onthoofd, maar Willem trok zich net op tijd met zijn hele hebben en houden terug op het voorvaderlijke slot de Dillenburg in Duitsland. De doodstraf kon hij ontlopen maar de verbeurdverklaring van al zijn goederen niet. Van het ene moment op het andere had hij geen cent meer. Dat moet een klap geweest zijn.
Als soeverein prins was hij gerechtigd om de wapenen op te nemen tegen de hertog die hem dat had geflikt, en zo begon de Tachtigjarige Oorlog. Willem was geen handig militair en bracht het er slecht vanaf. Zijn zoons Maurits en Frederik Hendrik maakten de klus af en heroverden en passant de bezittingen van hun vader, zodat ongeveer vijftig jaar na Willems dood de zaak gerepareerd was en het Huis van Oranje weer ruim in de spullen zat.
Vader des Vaderlands? Willem van Oranje heeft onmiskenbaar een belangrijke keuze gemaakt, voor de vrijheid. Maar zijn inzet was ook grotendeels - zoals van een toenmalige prins verwacht mocht worden - een nobele poging om terug te krijgen wat van hem was.

We weten nu dat dat niet weinig was.



Knar






OPSTAND


 
Aan het Europese drama voegt president van Rompuy vandaag een nieuw hoofdstuk toe. Hij komt met een plan dat hij over twee weken tijdens een top van regeringsleiders zal voorleggen: "eurolanden moeten per contract vastleggen dat ze de economische aanwijzingen van de Europese Commissie zullen volgen en op termijn moeten die landen een gezamenlijke begroting krijgen".
Ik las het bericht vanochtend op de digitale voorpagina van Trouw, en het viel me op hoeveel mensen op het bericht reageerden met goed doortimmerd maar afwijzend commentaar. Doorgaans heb ik het niet zo op die reageer-kolommen want het is de wijkplaats van dat deel van Nederland dat vijftig jaar geleden over een groot gazon wandelde, begeleid door mensen in het wit, diep in de bossen en met een hoog hek er omheen. In dit geval niet. In dit geval commentaar dat nadrukkelijk en unisono de euroterreur aan de kaak stelt die in Griekenland de taxichauffeur, de leraar en de kapper tot wanhoop drijven en erger. Die Spanje een crisis oplegt die een net gevormde wetenschappelijke elite het land uitdrijft om er nooit meer terug te keren. In dit geval smalend commentaar op "het redden van de banken en niet van de mensen", op het volstrekte gemis aan democratische legalisatie dat voor al die Europese oekazes geldt. In dit geval vileine verwijzingen naar het referendum van 2005, waarin zowel Frankrijk als Nederland het instellen van een Europese Grondwet afwezen. Frankrijk en Nederland, zo ongeveer de Founding Fathers van Europa! Geen gering signaal. Dat door gekuip en geknoei achterlangs krachteloos werd gemaakt zodat die grondwet er toch kwam, maar dan onder een andere naam. En zonder referendum. Ook Balkenende vond dat toen niet meer nodig.
Het is doodzonde - maar in het kader van de "gewenste ontwikkelingen" heel begrijpelijk - dat het vak Vaderlandse Geschiedenis in het lager en voortgezet onderwijs al lang niet meer bestaat. Anders had iedere Nederlander kunnen weten, dat wat er nu gebeurt eerder is voorgevallen, en dat de opstand die toen volgde de oorsprong is geweest van de eerste democratische republiek van de wereld: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Nederland in staatkundige oervorm, zeg maar. Ook toen wilde een niet-democratisch centraal gezag (dat van de Spaanse Habsburgers met een zetel in Brussel) haar landen financieel aan de leiband leggen om het geld elders voor "reddingsoperaties" te gebruiken. De welvarende gewesten aan de Noordzee pikten dat niet en gingen zich verzetten met als gevolg de Tachtigjarige Oorlog. Die luidde het definitieve verval in van de Spaanse Habsburgers, die in zestienachtenveertig uiteindelijk de vrede moesten tekenen met de opstandige republiek. Die inmiddels schathemelrijk was geworden van en door die oorlog.
De situatie is nu vast gecompliceerder, maar niettemin is de overeenkomst verrassend en lijkt de logica van de dingen te kunnen leiden tot eenzelfde uitkomst.

De commentaren in Trouw ruiken al een beetje naar opstand.



Knar




vrijdag 28 september 2012




LEEGTE


Zonder dat het de meeste mensen opvalt leven we in een bijzondere tijd. De tijd waarin de leegte voor altijd verloren zal gaan. 
Zolang de mens bestaat had hij zich te verhouden tot de leegte om hem heen zodra hij het gezelschap van zijn medemensen had verlaten. Op de weg naar een andere stad, in het bos om een boom om te hakken, op het erf om de kippen te voeren: leegte. Waar verder geen mensen waren was de leegte van de natuurlijke wereld. Soms kon de mens nog de illusie hebben van contact door een meelopende hond of een paard, maar daar hield het dan ook mee op. Dat vanzelfsprekend zich verhouden tot de leegte is aan het verdwijnen, en waarschijnlijk voorgoed. Tussen mens en leegte staat vanaf nu het platte doosje met het kleine scherm. Het toverdoosje waarvan al eeuwen sprake was in legenden, sagen en sprookjes, dat de mens in staat zou stellen alles te weten wat overal gebeurt, alleen maar door het doosje aan te raken. Het is er eindelijk, en iedereen wil het hebben. Natuurlijk, dat waarover al in sprookjes wordt verteld wil iedereen hebben als het er is.
Maar, zoals ook al vermeld in de sprookjes, het doosje heeft zijn bijkomstigheden. Eén ervan blijkt de teloorgang van de leegte te zijn. Waar de confrontatie met de natuurlijke leegte eeuwenlang de bron was van meditatie en diepzinnige gedachten, van intense natuurbeleving en onweerstaanbare scheppingsdrang is het nu de aanleiding om het doosje te grijpen en de mail te checken. Of te kijken hoe duur het huis van de buren is. Of wanneer het zal gaan regenen. Of van welke feestjes welke foto's zijn gemaakt door wie. Of wie….. Kortom: geen leegte meer. De leegte is op z'n retour.
En dan denk ik met weemoed aan de Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle, die dichtte: "Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd….".

Mij ook. Maar ik heb dan ook niet het platte doosje met het kleine scherm.


Knar




dinsdag 25 september 2012




SOG

 


Vandaag eens een verhaaltje uit een heel andere doos. Een korte beschouwing - want een column - over een soort van gedrag dat wij allen veel om ons heen zien en waaraan velen van ons zich ook regelmatig - bewust of onbewust - schuldig maken. Het woord schuldig is niet het goede woord voor wat ik bedoel maar past uitstekend in de context van dit verhaal.
Waar wil hij nu toch heen?
Waar ik heen wil is een korte verhandeling over het zogenaamde slachtoffergedrag (SOG). Ieder van ons kent in zijn of haar omgeving wel mensen die één van de vele vormen van SOG vertonen. Ik geef wat voorbeelden. Er zijn mensen die bij alle gelegenheden die zich voordoen aan alle aanwezigen voortdurend uitleggen hoe moeilijk en neerdrukkend hun bestaan wel niet is. Dat zijn de SOG-gers die het meest in het oog lopen. Meer geraffineerd SOG treffen we aan bij mensen die vrij stil door het leven gaan maar zo nu en dan een vreselijk verhaal opdissen over wat er in hun leven allemaal aan de hand is en hoezeer zij daarmee bezig zijn c.q. onder lijden. Soms volgt dan nog een korte beschrijving van de heldhaftige rol die zij in deze baaierd van ellende dagelijks spelen. Daarna weer droeve stilte. En dan zijn daar nog de volledig zwijgzamen die in gezelschap broeierig voor zich uit zitten te kijken, zich zichtbaar ongemakkelijk voelen bij vreugde en jolijt en die lang voor het einde van het feestje alweer vertrokken zijn. De echte lijders.
Waarom doen deze mensen zich dat aan? Het moet in hun geest een jungle zijn van droevige en neerslachtige gedachten, de vreugden van het leven gaan ongebruikt aan hen voorbij en zij spoeden zich in hele en halve duisternis richting graf. Nu is dat van ons allen de eindbestemming maar gelukkig zijn er velen die begrijpen dat de periode daarvóór vele kansen biedt. De SOG-gers niet.
Zij hebben doorgaans inderdaad nare dingen meegemaakt en misschien maken ze die nog wel mee. Dingen die zo naar waren dat zij er - misschien vanwege hun jeugdigheid op dat moment - niet tegen opgewassen waren. Dat is heel spijtig en een reden om vooral met kinderen heel voorzichtig te zijn en ze goed te verwennen. Met de nadruk op goed.
Een mens zoekt van nature zijn voordeel, daar ben ik van overtuigd. Zonder dat trekje waren we er al lang niet meer geweest. Uitgeroeid door de Sabeltandtijger of zo.
Dat zoeken naar voordeel gaat zo ver dat mensen die klem kwamen te zitten onder narigheid en daar niets tegen konden doen ook daaruit een voordeel gaan proberen te peuren. Ze ontwikkelen SOG. Als slachtoffer ben je bijzonder, als slachtoffer kun je misschien rekenen op support van de anderen, misschien vinden ze je zielig en krijgen ze medelijden. Eindelijk aandacht, eindelijk wat ondersteuning, eindelijk gezien worden. Heerlijk. Dat het ondersteuning is die nergens toe leidt is voor de echte SOG-ger niet belangrijk. Het voordeel op de,korte termijn is voldoende. Waardoor het SOG nog weer wordt versterkt enzovoort.
Eén van de fraaiste voorbeelden van collectief SOG vind ik nog altijd Haïti. Op twaalf januari 2010 beefde daar de aarde zo hard dat grote delen van het eiland verwoest werden. Ondanks vele miljoenen opbouwhulp ligt een groot deel van het land er nog steeds volledig verwoest bij en scharrelen de bewoners wat rond tussen de puinhopen. Iedere TV-ploeg krijgt weer te horen en te zien hoe zielig ze zijn. Een ander voorbeeld - iets langer geleden - zag ik bij de grote aardbeving in oktober 2005 in het Noorden van Pakistan. Het weer was daar toen heel slecht en reddingswerkers konden het gebied maar moeilijk bereiken. Op TV waren daarna beelden te zien van boeren die op hun hurken in het puin zaten te kankeren op het gebrek aan hulp van de regering. Achter de boeren was hun ingestorte huis te zien, waaruit heel zichtbaar volledig intacte houten balken en golfplaten staken, die met enige inspanning onmiddelijk zouden kunnen worden gebruikt voor het bouwen van tenminste een hut. Niets daarvan, zitten, kou lijden en kankeren. SOG in optima forma.
De moraal van dit verhaal?

Bekijk de dingen ook eens van hun andere kant. Waarschijnlijk ontdek je daar veel bruikbare balken….



Knar




zaterdag 22 september 2012





HAREN


Terwijl ik vrijdagavond geboeid zat te luisteren naar een lezing van de Britse politiek filosoof John Gray in de aula van de Universiteit van Amsterdam zette in Haren
op hetzelfde moment een zooitje tuig de boel ernstig op stelten. Bestaat toeval? In Amsterdam stond John Gray te somberen over de onzin van de moderne vooruitgangs-mythen en in Haren werd hij op zijn wenken bediend: een kleine vergissing in een uitnodiging op het vermaledijde Facebook ("Vind ik niet leuk") kon er voor zorgen dat het grauw uit zijn holen en spleten tevoorschijn kroop om in het deftige professorendorp de boel kort en klein te slaan.
De kern van het betoog van Gray is, dat wij als mensen in de loop van de eeuwen weliswaar technisch grote vooruitgang hebben geboekt maar dat er van een ethische of morele vooruitgang in het geheel geen sprake is geweest. Als schrijnend voorbeeld haalt hij Dick Cheney aan, de vorige vice-president van de Verenigde Staten die formeel verklaarde dat hij martelen een gerechtvaardigde vorm van verhoor vond. Waarmee volgens Gray eeuwen van Verlichting in een handomdraai teniet werden gedaan en we als met een tijdmachine terug in de duistere Middeleeuwen werden geplaatst. En niemand van belang die protesteerde.
In Haren werd
op hetzelfde moment voor zijn sombere visie het overtuigende bewijs geleverd: het technische hoogstandje Facebook maakte het mogelijk dat het grommende grauw in een oogwenk gemobiliseerd was voor een vernielzuchtige opstand tegen alles wat orde en gezag heet, een opstand zoals het mensdom die in alle eeuwen van zijn bestaan heeft gekend.
Moeten wij wanhopen? Ja en nee. Ja, wij moeten wanhopen aan het succes van al te verreikende utopieën zoals die van een alles en iedereen prettig verbindend Facebook. Maar ook aan die van bijvoorbeeld een verenigd Europa, een belang van weinigen waarvoor velen nu door het stof moeten en van hun veiligheden worden beroofd. Denk aan Griekenland.
Nee, wij hoeven niet te wanhopen aan het succes van idealen en utopieën die we koesteren in de kleine kring van ons persoonlijke leven, in ons gezin of in onze directe vriendenkring. Daar waar we persoonlijk effectief kunnen bouwen en sturen kan in ethische en morele zin wel degelijk vooruitgang worden geboekt. Veel van mijn lezers en lezeressen kennen dat van dichtbij.
 
Maar Facebook hebben we daarbij volstrekt niet nodig.


Knar



donderdag 20 september 2012




TACITUS


Het eerste deel van de avond ben ik doorgaans gekluisterd aan het beeldscherm vanwege mijn grote voorliefde voor Duitse krimi's. Die worden namelijk in het eerste deel van de avond uitgezonden. Iedere werkdag weer. Soms moeten ze wijken voor voetbal en dan heb ik mijn beste dag niet. Een paar dagen geleden was ik op die manier getuige van verwikkelingen binnen een Hamburgs Politiekorps. Gespeeld natuurlijk maar toch. Eén van de agenten laat zich wanhopig ontvallen :"Früher litten wir unter Verbrechen, heute unter Gezetze" (Vroeger leden we onder de misdaad tegenwoordig onder de wetten). Waarop zijn collega onmiddelijk aanvult :"Tacitus". De Romeinse senator en geschiedschrijver Tacitus schijnt dat gezegd te hebben en een eenvoudige agent van de Hamburgse politie weet dat. Ik heb het opgezocht en het klopt.
Welke geüniformeerde agent in ons lieve vaderland kan Tacitus gepast citeren en een collega vinden die dan onmiddelijk weet dat Tacitus wordt geciteerd? Niet één, dat geef ik je op een briefje. Ooit een Vledder of een Keizer betrapt op citaten van klassieke schrijvers? Of de Cock himself, met cee o cee ka? En dat zijn dan nog rechercheurs, geen dienders in uniform. Niets daarvan, stel je voor dat de kijkcijfers dalen. En die zouden in Nederland onmiddellijk dalen als het gehalte klassieke citaten de nullijn in opwaartse richting zou passeren. Jammer eigenlijk, dat we op zo'n onschuldige maar niet mis te verstane manier, door een krimietje van de buren, op onze achterstand moeten worden gewezen. We tobben niet alleen met de achterstand van bepaalde kinderen binnen ons onderwijs, het onderwijssysteem zelf heeft ook nog eens een achterstand ten opzichte van dat van onze buurlanden. Studeren in België is niet voor niets weer zo populair. Als we nu tòch een fatsoenlijke regering gaan krijgen van twee of drie fatsoenlijke partijen, met ieder voldoende bestuurservaring en fatsoenlijke programma's, zullen we dan ook eindelijke eens wat gaan doen aan het fatsoeneren van ons onderwijs, het weer op peil brengen met dat van onze buren, en onze kinderen alles bieden wat ze nodig hebben voor een fatsoenlijke ontplooiing? Zij moeten toch straks zorgen voor ons fatsoenlijke pensioen? Nou dan.

Een beetje Tacitus kan daarbij geen kwaad.



Knar




dinsdag 11 september 2012




RUST


Mijn trouwe lezers zullen met enige verbazing hebben geconstateerd dat ik nog niet tekeer ben gegaan tegen de heisa rond de verkiezingen. Ze zullen zich herinneren dat ik bij een vorige gelegenheid ruimschoots de kans greep om mijn ongenoegen te uiten over wat ik toen "het feessie van de media" noemde. Deze keer niet. Waarom niet? Omdat ik - terwijl ik nog op vakantie in het buitenland was - al in de gaten kreeg dat de kermisexploitanten in ieder geval mijn columpjes terzake niet hadden gelezen en de heisa dit jaar nog weer groter zou zijn dan in andere jaren. Bij thuiskomst besloot ik dan ook figuurlijk de gordijnen te sluiten, de datum van twaalf september af te wachten en dan te zien wat er uitgekomen was. Ieder debat heb ik consequent weggedraaid, iedere krant heb ik stelselmatig gemeden, het enige dat ik me toestond was het volgen van de Peilingwijzer van de NOS. Daaruit maakte ik op dat de heisa inderdaad nog weer wilder was dan vorige keren en dat een lijsttrekker door bestudeerd machogedrag er zomaar vier of vijf zetels bij krijgt. In één avond. Waarmee definitief bewezen is dat Nederlandse verkiezingen niet meer gaan over politiek maar dat het een Idols-vertoning is geworden. Niet voor mij. Ik sloot me af, en ging in politieke contemplatie. Net als vroeger. Toen ging de Nederlander in de aanloop naar de verkiezingen eens rustig bij zichzelf te rade over wat hij of zij er eigenlijk van had gevonden, de afgelopen jaren. Of de eigen partij het waard was om er weer op te stemmen, of dat het deze keer maar eens wat rechtser of linkser moest zijn. In het volle besef dat één stem niet de verandering brengt, maar in het even volle besef dat het uitbrengen van één stem het maximale is dat een burger op het moment van de verkiezingen kan bijdragen. En dat is goed.
Het bevalt me, die rust. Ik heb duidelijke gevoelens bij wat de Nederlandse politieke partijen er in de afgelopen twee jaren van hebben gemaakt. Welke posities ze hebben gekozen en welke niet, wat de grote thema's waren (en hoogst waarschijnlijk zullen blijven) hoewel sommige partijen ter gelegenheid van de verkiezingen soms
ineens heel nieuwe thema's aandragen en daar dan werk van maken. Doet me een beetje denken aan de winkelier die ter gelegenheid van de uitverkoop partijen rotzooi uit een ver land laat komen en dat tegen dumpprijzen (maar toch nog met forse winst) de goedgelovige klant aansmeert als "koopjes". Voor wie het gelooft.
Afijn, morgen is het allemaal voorbij. Dan zal voor de eerste keer - let op! - niet de Koningin maar de nieuwe Kamer een informateur aanwijzen.

Symboolpolitiek of echt meer democratie? We zullen het zien.



Knar




maandag 3 september 2012




BOSCHDIJK


Dat is dan het leuke van eens hier en daar gewerkt te hebben.
In Eindhoven heeft een sloopbedrijf geprobeerd de kantoortoren van Philips op te blazen. Tot verbazing, vreugde en woede van onderscheiden betrokkenen kwam de kern van het gebouw, de kolom met de liftschachten en de trappen na de explosie trots en eigenwijs uit de stofwolken tevoorschijn, beetje scheef maar verder of er niets gebeurd was. Dat zal velen in en om Eindhoven tot denken hebben gestemd, en mij ook. Wat wil het geval?
In de jaren zestig, direct na mijn middelbare school heb ik kort gewerkt bij Philips-Licht, de groep die ontwik-kelingswerk deed aan gasontladingslampen. Straat-verlichting, zeg maar. Boeiend en leerzaam werk voor een snotneus die net van de HBS kwam, belangstelling had voor Natuurkunde en wel eens de handen uit de mouwen wilde steken. Onvermijdelijk kwam ik in aanraking met de Philipscultuur zoals die toentertijd heerste in de lichtstad. Het gebouw dat nu niet wil vallen heette bij ons toen Philips-Boschdijk, wat enigszins een scheldwoord was. Wij waren van Philips-Emmasingel en dat was techniek. In Philips-Boschdijk zat de directie maar er zaten ook de commerciële jongens van Verkoop. En tussen Techniek en Verkoop heerste toen een forse animositeit. Wij, de technici, maakten voorbeeldige producten die de tand des tijds langdurig zouden kunnen weerstaan, maar die jongens van de Boschdijk vonden dat dan weer te duur en knoeiden net zo lang samen met obscure ontwerpers tot ons prachtige stukje techniek verworden was tot een prul dat een overlevingskans had van een jaar. Geen wonder dat die Japanners op ons inliepen.
Beetje gechargeerd maar daar kwam het wel op neer. En die van Philips-NatLab (research) en Philips-Strijp (productie) dachten er net zo over. Lekker puh.
Een zekere Boonstra - ja die nog eens wat had met Sylvia Toth, die - heeft het hoofdkantoor van Philips van Eindhoven naar Amsterdam verplaatst en Philips-Boschdijk werd overbodig. Eigenlijk verbaast het me dat het er nog zo lang heeft gestaan. Maar daar zou dan nu een eind aan gemaakt worden. Niet dus.
Philips-Boschdijk heeft ruggengraat en blijft nog even staan. Philips-Boschdijk laat nog even zien dat het niet zomaar te nemen is. Philips-Boschdijk neemt wraak op al diegenen die min over Philips-Boschdijk hebben gedacht. Philips-Boschdijk neemt wraak op meneer Boonstra die dacht dat je de ziel van een bedrijf zomaar even naar dat lichtzinnige Amsterdam kunt verplaatsen. Philips-Boschdijk toont dat het stiekem sterker is gebouwd dan op de tekeningen stond (zegt nu de sloper).
Over een paar dagen is Philips-Boschdijk definitief weg. De sloper zal nieuwe trucs van de plank trekken en hij zal wel winnen. Op de lege plek zullen wel huizen komen. En daarom is het zo nodig om nu, op dit enkelvoudige punt in de tijd, zo propvol Philipssymboliek, nog even stil te staan bij deze opmerkelijke gebeurtenissen.

Een gebouw spreekt.

Knar




zondag 2 september 2012




KONIJNTJE


Dit jaar heb ik een deel van mijn vakantie besteed aan kunstzinnige vorming. Op het internet vond ik een aantrekkelijke advertentie van een klein cursusinstituut in de Franse Auvergne waar schilder- en beeldhouwlessen worden gegeven. Nu is beeldhouwen iets dat ik nog nooit had gedaan en dat al jaren op mijn "nog-eens-doen" lijstje prijkt. Dus dat was snel geregeld. Een goede vriend die even wilde uitblazen na een hectische periode op het werk ging ook mee, niet om zich kunstzinnig te uiten maar om gewoon een weekje te luieren bij het zwembad.
Aangekomen viel het ons allemaal nog meer mee dan in de advertentie. Het huis was ruim en aangenaam, onze kamer was ruim en aangenaam, de badkamer was ruim en aangenaam en de gastheren waren vriendelijk en voorkomend. Ik noem ze Jacques en Mo, waarbij Jacques de kunstenaar-cursusleider was en Mo de man van het huis en de keuken. Een vrolijk stel waar je mee kon lachen. Onze groep bestond uit twee dames waarvan er één ook ging beeldhouwen en één ging schilderen, en ik. Klein groepje, heel overzichtelijk en prettig. Al thuis had ik bedacht dat ik wel een konijntje wilde maken. Compact figuurtje, overzichtelijke vorm, en toch leuk. Moest te doen zijn voor zo'n eerste keer in één week. Ik had wat foto's bij me van het soort sculptuurtje waar ik aan dacht. Leuk om als startpunt te gebruiken, vond Jacques, maar nu nog wat meer beweging. Oei, even lastig. Na wat geteken vond ik ineens het aanzichtje dat het zou gaan doen en dat mijn inspiratie zou zijn voor deze week. 

Beeldhouwen is leuk. Je zoekt een steen waar je gedroomde beeld wel zo ongeveer in zit, die weeg je (afrekenen bij Mo!), en je gaat letterlijk aan de slag met het "uitpellen" van het ding. Niet te hard slaan anders sla je sterren. Wat dat precies zijn ervoer ik later....
En dan ochtend na ochtend nijver doorhakken, 's middags officieel vrij maar ook dan soms
nog doorhakken als er wat tijdnood was, en ondertussen verwend worden door Mo met zijn fabelachtige lunches en verbijsterende diners. De man zou in Amsterdam steenrijk worden met een cateringzaakje. Maar koken met uitzicht op een eindeloze vallei en opdienen op een zonnig terras waar hongerige "kunstenaars" steeds weer zijn schalen leeg schrapen bevalt hem beter. Begrijpelijk.
Langzaam kwam mijn konijn tevoorschijn. Toch weer net anders dan ik had gedacht, want ja, de steen, de steen. Heeft zo zijn vormen en stelt zo zijn eisen. Naast mij werd ook soms hevig gezucht en gesteund als het daar ook niet helemaal naar wens ging. Maar dan toch eindelijk op de laatste dag: af! Ik hield al een poosje van het konijn dat ik zag komen, maar toen hij dan eindelijk schoongespoeld en glanzend op mijn werkbok stond was ik er een beetje verliefd op. Mijn konijntje. Jacques en Mo hadden heel ontroerend een echte vernissage voor onze kunstwerken georganiseerd met Kir Royal, hapjes, een kinderrijk gezin uit de buurt als gasten, onze kunstwerkjes op zwarte consooltjes en de schilderstukken aan de muur. Helemaal echt, en helemaal goed.
Mijn konijn heeft, strak in een dikke handdoek gerold, nog een week met me meegetoerd door Frankrijk, maar staat nu dan mooi - weer op een zwart consooltje - naar buiten te kijken in Amsterdam.

Jacques gaat mij nog een mailtje sturen over hoe ik die sterren er een beetje uit krijg.



Knar


zaterdag 1 september 2012




NEIL



Net teruggekomen van vakantie bereikt mij het bericht dat Neil Armstrong is overleden. De eerste man die voet zette op de maan, in juni 1969. Voor mijn generatie één van de vele wonderen waar wij getuige van mochten zijn, en voor mijn generatie dus een verlies om even bij stil te staan. Een tijdperk wordt (opnieuw nog maar eens) afgesloten.
Voor mij blijft die eerste maanlanding altijd verbonden met een mooi verhaaltje dat ik hier zal vertellen.
In de zomer van negentiennegenenzestig had ik mijn eerste jaar op de universiteit er op zitten. De universitaire zomer duurde toen nog heerlijk lang maar net als nu was de universitaire portemonnee na een tijdje toch echt leeg. Ik besloot vakantiewerk te gaan zoeken en begaf mij naar een daartoe ingericht uitzendburootje. Dat had een baantje voor mij bij een grote  bierbrouwer in een naburige stad. Ik had al een autootje dus ik daar op mijn eerste maandag heen. Het werk bleek te bestaan uit het lossen van "lege" biervaten, van pallets op een rollenbaan. De hele dag. Sommige "lege" biervaten waren nog half vol. Daar was mijn gestel niet op berekend en in de avond reed ik dan ook naar huis met het vaste besluit daar NOOIT meer naar toe te gaan. In het plaatselijke krantje vond ik diezelfde avond nog een oproep van een ijscoboer die een venter nodig had. Ik daar de volgende morgen voor dag en dauw heen, we werden het snel eens en 's middags kon ik beginnen. Op een ijscokar met een "ijzeren hond" ervoor, een éénwielig ding met een maaimachinemotor waarmee het hele geval werd voortgesleurd. Zo tufte ik door vooral de arbeiderswijken van mijn stad, had de grootste lol en verkocht heel aardig. Tingtingting. Bij thuiskomst om zes uur was de baas meer dan tevreden. Dat had hij van zo'n lettervreter niet gedacht. Of ik die avond ook nog een rondje wilde maken. Het was inderdaad prachtig warm weer en 's avonds zouden al die afgejakkerde arbeiders wel zin hebben in een ijstaart of zoiets terwijl ze zaten uit te puffen voor hun deur. En zo geschiedde. Mijn handel liep als een trein, het grotere werk deze keer, en ik werd wat overmoedig. De maan scheen hoog en helder aan een wolkenloze hemel en toen er veel volk om mijn kar stond wees ik op die maan en merkte als terloops op:"Daar lopen ze nu". Het werd stil en glazige blikken waren mijn deel. Tot een oud moedertje met één tand het woord nam en namens de verzamelde menigte mij toewierp:"Geleufde gij dà?" Ik studeerde inderdaad nogal zuidelijk. En hoe ik ook praatte, mevrouw liet zich zulke apekool niet aansmeren, want "dà kannie". Dik tevreden met haar ijsje slofte ze richting keukenstoel, liet zich neer en keurde het Amerikaanse wereldwonder geen blik meer waardig.

Men moet zijn beperkingen kennen, nietwaar?




Knar