maandag 24 januari 2011



DOUWE




In het teeveeprogramma “Boeken” van afgelopen zondag was Douwe Draaisma te gast. Het was een herhaling van vorig jaar vanwege het gebroken been van Wim Brands, maar niettemin boeiend, ik had hem nog niet gezien. 
Douwe’s ster  als geheugengoeroe van Nederland is rijzende, hij schrijft het ene boek na het andere en komt dus vaak op de buis. Goed voor Douwe. Het kermisgehalte van het programma zelf neemt ook langzaam toe, tegenwoordig is het niet meer alleen een boeiend gesprek met een schrijver, er zijn nu ook bewegende plaatjes. “Laten we even kijken….”. U kent dat wel.
Zo keken wij onder andere naar de schrijver Bernlef die zich bij jeugdfoto’s niets kon herinneren over tijd, plaats en omstandigheden. Hij was daarover wat verontrust, zat met zijn vierenzeventig jaren nog steeds te wachten op de stroom van jeugdherinneringen die hem bij het ouder worden was beloofd, en vond het maar raar dat die uitbleef.
Zowel Bernlef als Draaisma dachten dat dat wel eens kon liggen aan de “gladheid” waarmee de jeugd van de schrijver was verlopen. Hijzelf getuigde van een prettige kindertijd zonder grote spanningen, met veel vrijheid en begrip en dus een harmonieus verglijden der dagen. Draaisma kon daar aan toevoegen dat herinneringen des te sterker zijn naarmate onze geest meer blijft “haken” aan wat er gebeurt. Dat kan zowel ten positieve als ten negatieve gelden, tezamen vormen die haakmomenten veel van onze herinnering.
Een diepe vrede daalde na die uitspraak over mij neer.
Zelf leed ik namelijk enigszins onder het idee dat mijn leven de laatste jaren maar een onbenullig zooitje was geweest want dat ik mij over grote tijdvakken vrijwel niets kon herinneren. Dat leek me nogal alarmerend en het onbetwistbare bewijs van onbeduidendheid. Door Douwe ging ik de gebeurtenissen van de laatste jaren nog maar eens op een rijtje zetten en toen bleek dat er eigenlijk heel veel -ook spannende- dingen waren gebeurd maar dat alles zich inderdaad in een zekere harmonie had voltrokken. Misschien omdat ik jaren geleden het besluit nam de inrichting van mijn leven meer op mezelf af te stemmen dan op anderen. Een ferme reset zo nu en dan kan geen kwaad, blijkbaar.
Een gebrek aan herinneringen is dus niet alleen een teken van onbeduidendheid, integendeel, het kan een teken zijn van harmonie met de dingen! Douwe bedankt.

Echte onbeduidendheid levert misschien juist wel een zwerm aan (nare) herinneringen op. Wie weet. We zullen het eens aan Douwe vragen.
 


Knar



woensdag 19 januari 2011



HTM




Vrijdag is er in Den Haag een grote demonstratie van studenten en hoogleraren tegen de bezuinigingen van het kabinet Wilders. De studenten demonstreren op het Malieveld en de hoogleraren trekken gekleed in toga en baret door de stad naar een academische zitting in een theater. Omdat ik het wetenschappelijk onderwijs een warm hart toedraag en omdat een “cortège” van honderden hoogleraren in toga een mooi gezicht is wil ik er heen. Openbaar vervoer is in dit geval het makkelijkste (lijkt mij) en dat betekent o.a. in Den Haag een stukje met de tram. De tram van de HTM.
Nu gebruik ik in Amsterdam voor mijn tramreisjes al een tijd een persoonlijke OV-chipkaart met automatisch bijladen, wat erg makkelijk is, maar nog niet zo “overal bruikbaar” als het wondermiddel leek te beloven. Enigszins huiverig geworden door eerdere ervaringen dacht ik er goed aan te doen, de HTM toch maar even te bellen. Zoals mijn lezers inmiddels weten is het bellen naar grote instellingen in dit land  een spelletje Russische roulette geworden. Doet 'ie het of doet 'ie het niet? Zelfs bij mijn huisarts moet ik mij eerst heeneten door een rijstebrijberg van keuzemenu’s, ingesproken teksten, wachtlijstvermeldingen, mededelingen over koffiepauze, sluitingstijd en “afspraken alleen ‘s ochtends” voordat ik een levend mens aan de lijn krijg. Als de Bureaucratie beursgenoteerd was konden we allemaal steenrijk worden.
Ik schrok dan ook bijna toen bij de HTM na twee keer overgaan de telefoon werd opgenomen door een aardige dame met een licht Rotterdams accent (charmant!) die zei dat ik met de receptie sprak. Een levende mevrouw, zomaar ineens! Toen ik een beetje van de schrik was bekomen  vroeg ik haar of mijn Amsterdamse OV-chipkaart ook in Den Haag geldig was en ze antwoordde kalm dat ik daar op kon rekenen want dat ze zelf in Rotterdam woonde en met haar kaart zowel in Den Haag (werk) als in Leiden (winkelen) terecht kon. Meer zekerheid had ik niet nodig en ik bedankte haar hartelijk. Duur van het telefoongesprek : twee minuut achtentwintig. 
Mensen, verzamelt u rondom mij en hoort : het kàn, het kàn! In Nederland kan het voorkomen -zij het sporadisch- dat u  een grote instelling belt met een vraag en dat u al tamelijk snel een levende mevrouw of meneer aan de lijn krijgt die u gewoon het antwoord geeft dat u zoekt. Ouderen herinneren zich dat deze gang van zaken ooit normaal was, jongeren hebben daarvan geen weet. Mevrouw van de receptie van de HTM, u verdient een grote bos bloemen.

Met twijfel in het hart vraag ik mij wel af: is ze de laatste der Mohikanen of is ze de voorbode van een nieuwe tijd…..?

Knar


donderdag 13 januari 2011


RUGZAK




Ter versterking van de band tussen mij en mijn kleinkinderen vroeg ik van hun ouders de medewerking voor zo nu en dan een tête à tête met de hummels. Stukkie fietsen, eindje wandelen, samen een ijsje, enzo.  Geen probleem en vanmiddag was het zover. Mijn kleinzoon gaat sinds zeer kort naar school (vroeger de kleuterschool, nu groep één) en heeft besloten dat zijn Bumba-rugzak nu niet meer kan. Veel te kinderachtig. Dus of opa zo vriendelijk wilde zijn om met hem winkelwaarts te tijgen voor een nieuwe rugzak. Dat wilde opa wel.  Autostoeltje omzetten, ventje er in en op weg. Hij vond het wel leuk maar was op de heenweg wat stil. Hij is duidelijk minder verbaal dan zijn jongere zus. Bij de winkel aangekomen bevonden wij ons al snel tegenover een baaierd van rugzakken, groot, klein, stoer en kinderachtig, maar er was geen Ridderrugzak bij. En die wilde hij nu juist hebben, hij is in de ridderfase. Toen het probleem tot hem doordrong koos hij enthousiast een stoere Indiana-Jones rugzak voor een jongetje van negen jaar. De zak was bijna zo groot als mijn hele kleinzoon. Ook dat dus moeilijk. Hij werd wat timider, want wat nu? De lieve mevrouw van de winkel zag nog één uitweg : een dino-rugzak.  Inderdaad een prachtig ding met blaadjes, een netje en eraan bungelende dinootjes van fraaie kwaliteit. Het kon zijn goedkeuring wegdragen en opgelucht verlieten we de winkel. Na een Fristi, een gebakje, enkele ritjes in de schok-en-wiebelautootjes en bij Albert Heijn een keer de roltrap af en op konden we het winkelcentrum verlaten op weg naar de auto. Daarbij weigerde hij opa een handje te geven maar hield zijn handen diep in de zakken van zijn winterjack geboord. Schijnt typerend te zijn. Hij  slenterde steeds langzamer achter me aan, keek z’n ogen uit in de voor hem nieuwe omgeving, en trok langzaam een beetje wit weg. Hij zat nog niet in zijn stoeltje of hij sliep. Doodmoe. Gaf mij mooi de gelegenheid om rustig naar een strijkkwartet van Schubert te luisteren terwijl we zijn dorp weer opzochten. Thuisgekomen was hij op slag klaarwakker en vertelde enthousiast wat hij allemaal had meegemaakt.

Toen ik naar huis ging zei hij tegen zijn vader dat hij met opa mee wilde. 

Tòch iets goed gedaan...

Knar

ALS UZELF



Zoals bij velen bekend vonden eeuwenlang de christenen hun inspiratie bij de boodschappen die een zekere Jezus van Nazareth hen had nagelaten. Eén van de belangrijke leerregels van de man uit Nazareth was : hebt uw naaste lief als uzelf. Op de vraag wie dan wel die naaste was, zou Jezus het verhaal van de Barmhartige Samaritaan hebben verteld. Indien onbekend : wendt u tot Google. Daar staat het in vele versies.
Het verhaal gaat over iemand die na  een overval zwaar gewond langs de weg ligt, die tot tweemaal toe wordt genegeerd door religieuzen van het “goede” volk en die dan wordt opgeraapt en verzorgd door een koopman van het “verkeerde” volk. De wedervraag is dan: wie is nu de naaste van het slachtoffer, de negerende “goeden” of de helpende “verkeerde”? Uitkomst bekend. Waarop Jezus zegt : “Volg zijn voorbeeld”.
Dat verhaal schoot me te binnen toen de christelijke minister Gerd Leers van immigratie en asiel zich bij Pouw en Witteman in alle bochten zat te wringen om zijn spijkerharde asielbeleid te verdedigen. Waarin het scheiden van een moeder van haar kind een optie is. Nu het gerechtshof in Den Haag hem heeft verboden illegalen-zonder-stafblad op te sluiten in een gevangenis wil hij de wetten van dit land veranderen zodat het wèl kan. Ze moeten en ze zullen eruit en wegblijven. “Wij zijn de goeden, zij niet. Raus!”
Leers lag als burgemeester van Maastricht onder vuur vanwege een privé-akkefietje met een villa in Bulgarije en trad af. Leers heeft in een eerder leven Wilders nogal tegen de helblonde haren ingestreken. Leers stond er dus een beetje slecht op.  Leers lijkt nu zó blij dat hij tòch op het pluche mag zitten dat hij het héél goed wil doen. Niks Samaritaan, zijn inspiratie is Rita Verdonk, ooit ook minister van immigratie.

Overigens al lang niets meer van gehoord.

Knar

zaterdag 8 januari 2011



RESET


Op de laatste dag van 2010 (symbolisch?) schrijft Bas Heijne in de NRC een lang maar lezenswaardig essay  over het nieuwe populisme, reden en oorzaak, en wat we er van moeten vinden. Wilders nader verklaard, zeg maar. (1)
Heijne ziet in de brede populistische beweging waarvan we nu getuige zijn de afrekening met de geest van de Verlichting, die maakte dat hele volksstammen, strevend naar Hogere Doelen, zich loszongen van de realiteit-van-alledag, waarin dan weer andere volksstammen aan hun lot werden overgelaten. Concreter: moesten leren omgaan met de allochtone buren waar de Verhevenen in hun dure witte wijken geen weet van hadden.
Natuurlijk doe ik met deze (bijna-)oneliner geen recht aan de uitvoerigheid waarmee Heijne zijn standpunt uiteenzet maar in het kort komt het daar op neer. Ik vind het boeiend en ben geneigd hem gelijk te geven. Als ik het verhaal van Heijne even voor waar aanneem zie ik om me heen plotseling veel knikkers in de bekende kuiltjes rollen.  Het nieuwe populisme laat zich bijvoorbeeld moeilijk plaatsen in het oude politieke landschap. Het heeft uitgesproken conservatieve trekjes en is daarom rechts, maar ook het leed der werkende massa’s is het populisme niet vreemd en daarin is het links. Het is dus iets anders dan alleen maar politiek in de klassieke zin.
Met de Verlichting (die rond 1650 in onze streken begon) gaat het primaat naar de rationaliteit, de redelijkheid. Alles wordt vanuit het verstand beredeneerbaar en wat belangrijker is : bestuurbaar. Vooral in dat laatste zijn we nogal doorgeschoten, zonder te letten op  dat wat misschien niet bestuurbaar is, of wat bij het besturen misloopt. Van dat laatste hebben grote delen van de bevolking nogal te lijden gehad (zie de allochtone buren) en daartegen komt nu verzet. Verzet tegen de geest van de Verlichting, uiteindelijk.

Het einde van de Verlichting? Ik denk het niet, daarvoor was zij ook te succesvol. Maar een stevige reset zit er misschien voor de komende tijd wel in.


Knar

donderdag 6 januari 2011


BA




Een dame uit mijn kring van goede bekenden heeft onlangs haar Bachelor of Arts-diploma (BA)  gehaald in de Algemene Kunstwetenschappen aan de Open Universiteit. Een schrandere en vitale vrouw die sinds een aantal jaren  in Duitsland woont en die vond dat ze na een leven van klaarstaan voor anderen, na het overwinnen van een levensbedreigende ziekte en het op- en afbouwen van een zakelijk bestaan  wel eens toe was aan enig grootschalig genoegen voor zichzelf. Vandaar die studie. Enthousiast reisde ze door heel Europa om hier-en-daar-en-overal de grote kunstuitingen te gaan bestuderen. Daarnaast kwam ze geregeld naar onze hoofdstad om daar colleges en werkgroepbijeenkomsten bij te wonen. Ze ging er -gewoontegetrouw- helemaal voor.
Haar bachelorsonderzoek was een kunsthistorische behandeling van een schilderij van Jeroen Bosch, waar in die kringen veel gedoe over is. Dat is wat ik er van begreep, vergeef me mijn oppervlakkigheid, ik ben een vreemdeling in dat Kanaän.  Ook dáárvoor weer reizen naar Berlijn en Madrid zoals het een werkelijk geïnteresseerde en voldoende bemiddelde student betaamd. Vorige week plofte haar scriptie op mijn deurmat, digitaal begeleid door een nogal chagrijnig commentaar van de bachelor zelve. Het had te lang geduurd, het was niet wat ze er van had verwacht enzovoort. Beetje vreemd na zo’n succes, dacht ik.
Na het lezen van het essay was het ook mij vreemd te moede. Ook ik was chagrijnig. Dit was niet het product van de dame die ik kende en die in staat moest worden geacht dit varkentje grondig en van boude uitspraken voorzien te wassen. Dit was een wat knarsend, redactioneel niet erg fraai, houterig verhaal dat een beetje alle kanten opging. Atypisch, zou ik zeggen.  Met enige schroom voorzag ik haar van dit commentaar en daar barstte de bom van ongenoegen en frustratie! Het bleek dat ze wel degelijk frisse en onverwachte uitspraken had willen doen over het schilderstuk en de wetenschappelijke commentaren die daarover al waren gepubliceerd, maar dat ze in een lange en taaie strijd met haar mentoren  brokje voor brokje haar standpunten had moeten prijsgeven en uitgommen “want dat een bachelor niet geacht wordt met iets nieuws te komen”. Met als gevolg een aan alle kanten gemutileerde en geamputeerde scriptie die eigenlijk niet meer goed te lezen is. Daarmee mocht ze wegkomen. Dus was ze boos. En naar mijn mening terecht.
Mensen die de School van het Leven voor een groot deel hebben doorlopen, die staande zijn gebleven -of meer dan dat- en zich inmiddels bewust zijn van hun kwaliteiten laten zich niet meer
het rode potloodje van de meester of de juf welgevallen, hoe "deskundig" ook. Dat zijn ze  voorbij. Die willen nu hun verhaal kwijt.
En eerlijk is eerlijk, het ruikt in dit geval ook een beetje naar De Kerk versus Galilei (1633), waarin de laatste ook gedwongen was in te binden en een waarheid als een koe te ontkennen.

Ik heb haar aangeraden om samen met Galilei te roepen: ”En toch beweegt ze!”
Hij kreeg in 1992 toch ook maar mooi de excuses van de Kerk…


Knar