TIJD
Kort geleden had ik een ervaring die me als bij toverslag een nieuw uitzicht gaf op een oud probleem. Het probleem van tijd. Bij het ouder worden lijkt me de tijd steeds sneller te gaan. Dat moet een subjectieve waarneming zijn want de klok draait altijd even snel, en de duur van onze omwentelingen rond de zon -waar de klok een afbeelding van is- verandert ook niet noemenswaard in een mensenleven. Dus….hoe zit het? De ervaring waar ik over spreek was een mailtje van mijn dochter. “Papa, vandaag is het een jaar geleden dat ik promoveerde. Fijne herinneringen!”. Verrek, dat is pas een jaar geleden. Lijkt veel langer. Langer? Ja, langer, terwijl ik juist denk dat de tijd sneller gaat. Klopt niet. Wat is er aan de hand? Enig denkwerk bracht mij op het volgende.
Tijd ervaren wij niet “an sich”. Tijd ervaren wij alleen gekoppeld aan éen of ander aandachtsveld. Als er in dat aandachtsveld veel verschillende gebeurtenissen plaatsvinden in een bepaalde tijd denken wij dat die tijd langzaam gaat. Ik geef een voorbeeld. In het jaar na de promotie van mijn dochter gebeurde er veel in het aandachtsveld “Dochter”. Ze woonde en werkte al in het buitenland, maar op beide terreinen moest nog veel geregeld worden. Ze verhuisde een paar keer, kwam zo nu en dan naar Nederland, zat een keer vast vanwege de vulkaanas uit IJsland, wilde haar poes laten overkomen met alle röhring van dien, enzovoort enzovoort. In mijn aandachtsveld Dochter gebeurden er veel verschillende dingen in een jaar en dat maakte dat ik dacht dat de tijd langzaam ging. Maar alleen dìe tijd. De “dochtertijd”.
In andere aandachtsvelden gaat de tijd dan weer sneller omdat er weinig of weinig verschillends gebeurt. Dat de gebeurtenissen verschillend zijn is belangrijk. Als er veel dezelfde dingen gebeuren zwakt onze aandacht af en gaan we weer denken dat de tijd snel gaat.
Zo bezien is het normaal dat we denken dat de tijd sneller gaat als we ouder worden. Doorgaans zwakt de veelheid van verschillende gebeurtenissen wat af. “We doen het kalmer aan”. We doen vaker en langer hetzelfde (of niets), we doen ook langzaam wat minder en last but not least, het aantal verschillende aandachtsvelden dreigt af te nemen. “Het wereldje wordt kleiner”. En dan, volgens de Wet van Knar, gaat de tijd sneller lopen.
Wilt u dat niet? Kies maar, wat wilt u veranderen? U hebt nu nog de tijd….
Tijd ervaren wij niet “an sich”. Tijd ervaren wij alleen gekoppeld aan éen of ander aandachtsveld. Als er in dat aandachtsveld veel verschillende gebeurtenissen plaatsvinden in een bepaalde tijd denken wij dat die tijd langzaam gaat. Ik geef een voorbeeld. In het jaar na de promotie van mijn dochter gebeurde er veel in het aandachtsveld “Dochter”. Ze woonde en werkte al in het buitenland, maar op beide terreinen moest nog veel geregeld worden. Ze verhuisde een paar keer, kwam zo nu en dan naar Nederland, zat een keer vast vanwege de vulkaanas uit IJsland, wilde haar poes laten overkomen met alle röhring van dien, enzovoort enzovoort. In mijn aandachtsveld Dochter gebeurden er veel verschillende dingen in een jaar en dat maakte dat ik dacht dat de tijd langzaam ging. Maar alleen dìe tijd. De “dochtertijd”.
In andere aandachtsvelden gaat de tijd dan weer sneller omdat er weinig of weinig verschillends gebeurt. Dat de gebeurtenissen verschillend zijn is belangrijk. Als er veel dezelfde dingen gebeuren zwakt onze aandacht af en gaan we weer denken dat de tijd snel gaat.
Zo bezien is het normaal dat we denken dat de tijd sneller gaat als we ouder worden. Doorgaans zwakt de veelheid van verschillende gebeurtenissen wat af. “We doen het kalmer aan”. We doen vaker en langer hetzelfde (of niets), we doen ook langzaam wat minder en last but not least, het aantal verschillende aandachtsvelden dreigt af te nemen. “Het wereldje wordt kleiner”. En dan, volgens de Wet van Knar, gaat de tijd sneller lopen.
Wilt u dat niet? Kies maar, wat wilt u veranderen? U hebt nu nog de tijd….
Knar