zondag 16 februari 2014



ELS

 
Ook journalisten stijgen soms boven zichzelf uit. Op NOS.nl begint het artikel over de herdenking van Els Borst vandaag met de zin ” Er hangt een scherp verdriet in de Domkerk in Utrecht. ”
Daar kwam het puik van de Nederlandse politiek en de Nederlandse intelligentsia zaterdag bijeen om Els Borst te gedenken, die een week eerder de dood had gevonden bij de fatale confrontatie met wat waarschijnlijk een inbreker is geweest. Het scherpe verdriet hing niet alleen in de Domkerk zaterdag. Het scherpe verdriet hing in heel Nederland, althans bij diegenen die weet hadden van de voorbeeldige eenvoud èn de voorbeeldige grootheid van deze vrouw, die goeddeels vanachter de schermen zo’n grote invloed heeft gehad op de progressieve levensethiek in ons land.
Nu voerde ze onvermoeid strijd voor een ruimere acceptatie van het zelfgekozen levenseinde, en in die hoedanigheid mocht ik haar op zondag negenentwintig september tweeduizenddertien bij Buitenhof nog kort even spreken. Ik schreef daarover in mijn column van dertig september getiteld ”LOTING”.
Bij de dood van Els Borst moet ik onwillekeurig denken aan de beroemde dichtregel van Lucebert ”Alles van waarde is weerloos”. De vanzelfsprekende ”noblesse d’ esprit” van Els Borst was niet bedacht op de gruwelijke verrotting die in het binnenste van sommige mensen woekert. Dat werd hoogstwaarschijnlijk haar dood - de politie is er nog niet mee klaar - en sneed het leven af van een dame die nu op zich had genomen om te strijden voor de eigen keuze van het levenseinde, zonodig voor zichzelf en haar leeftijdsgenoten. Wranger kan het bijna niet.
Voor heel veel moderne vrouwen was Els Borst, net als Beatrix, een rolmodel. Een sterke vrouw die met grote tederheid sprak over haar man en haar gezin, daar zeer aan verknocht was en tegelijkertijd met succes een prominente rol in het openbare leven wist te spelen. Een rol die niet gebaseerd was op typisch vrouwelijke aantrekkelijkheden maar op grondige kennis van zaken en een vlijmscherp inzicht in verhoudingen en mogelijkheden. Ik ben er zeker van dat veel vrouwen zich in hun kleine of grote particuliere gevecht voor meer erkenning en vrijheid vaak hebben kunnen optrekken aan het voorbeeld van Els Borst.
Om die reden moet ik tot mijn spijt zeggen dat ik het een verkeerde beslissing heb gevonden van de familie om de herdenking in de Domkerk besloten te houden. Bij alle verdriet en woede die er ongetwijfeld zal zijn geweest, en bij alle weerstand tegen een ”vertoning” die er mogelijk bij de familie en bij mevrouw Borst zelf ook aanwezig is geweest ging het hier in mijn opinie om een zaak van nationaal belang. Zoals gezegd was Els Borst een boegbeeld van zinnig progressief denken in Nederland, was zij het voorbeeld van een vrouw die het typisch vrouwelijke wist te verbinden met een grote invloed en misschien zelfs wel macht, en was dit een gelegenheid om Nederland te tonen hoe groot de ramp is bij de gewelddadige dood van zo’n geliefd en vooraanstaand persoon. Els Borst was al lang geen privé persoon meer, zij was Minister van Staat, een ”dame in Nederland”. Een openbare TV-uitzending van de herdenking zou daar recht aan hebben gedaan. Jammer dat dat niet is begrepen. Een gemiste kans.

Alles van waarde is weerloos. Mogen we het blijven geloven?

Knar



dinsdag 11 februari 2014




 PLASTERK

 
Veel vrije tijd hebben is niet altijd leuk. Je komt bijvoorbeeld veel te makkelijk in de verleiding om toch te gaan kijken naar bizarre vertoningen in de Tweede Kamer, zoals nu het debat met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Een tenenkrommende vertoning die niets met besturen te maken heeft en alles met kinnesinne. Voor de kijkers die wat later hebben ingeschakeld even een samenvatting van het voorgaande.
In het kader van de wereldwijde verontwaardiging over de afluisterpraktijken van de Amerikaanse NSA meende de minister onlangs in een populair TV programma ook een duit in het zakje te moeten doen en meldde triomfantelijk dat ”de Amerikanen” bij ons 1,8 miljoen telefoontjes van mobieltjes en satelliet-telefoons hadden afgeluisterd en opgeslagen. Later moest hij toegeven dat niet de Amerikanen maar onze eigen inlichtingendiensten dat hadden gedaan.
Alle kippen van de leg, het land in rep en roer, gekakel alom en een Kamerdebat was al snel geagendeerd. Terwijl ik dit schrijf is dat al uren aan de gang. Alle stoeltjes in de Kamer zijn bezet, honderdvijftig volwassen mannen en vrouwen proberen de indruk te wekken dat ze heel opgewonden zijn, ze rennen met opgestreken veren heen en weer naar de interruptiemicrofoons waar zich soms rijtjes vormen en allen pikken om het hardst in de kuif van de arme Plasterk die als een wetenschapper-bij-het-verkeerde-congres zich steeds maar staat te verontschuldigen en dapper zijn best doet om straks niet van iedereen een motie van wantrouwen aan zijn broek te krijgen. Van de oppositie alleen is al erg genoeg. Overigens is hij daarvoor ook al uitgescholden, voor wetenschapper. Zover zijn we gezonken.
En het gaat om niks. Of althans, niets wat de natie in gevaar zou kunnen brengen, niets dat geld kost, niets waar mensen ziek van worden. Het gaat om een wat domme
vergissing  van de minister en zijn diensten, die door oppositie en media gretig wordt opgepompt tot een kwestie die het land aan de rand van de afgrond dreigt te brengen. Voor wie het geloven wil.
Ik heb mij in een nabij verleden nog wel eens serieus druk gemaakt over de Haagse politiek. Maar als ik dit zie ontgaat mij verder iedere lust daartoe. Dit is tragisch, dit is de decadentie van het einde. De Parlementaire Democratie is met dit soort vertoningen evident aan het einde van zijn levenscyclus gekomen. Het gaat niet meer om de inhoud, het gaat alleen nog om de vorm. En welke minister van de ”tegenpartij” nu nog weer eens kan worden weggetreiterd. Dat is het doel geworden, dat is de norm voor succesjes in het politieke centrumpje van dit kleine landje bij de zee. We zitten naar een theatervoorstelling te kijken met honderdvijftig goed betaalde acteurs die een permanente voorstelling geven van het toneelstuk ”Parlement”. Een soort politieke Cineac.
Moet Plasterk weg?

Je zou het hem bijna toewensen.

Knar



zaterdag 1 februari 2014






DATE


Eigenlijk zou ik het niet moeten doen. Maar ik kan het eigenlijk ook niet laten. Het is zo’n bizar, komisch, interessant en actueel onderwerp dat ik er eigenlijk wel over moèt schrijven: internetdaten.
Al weer een paar jaar leef ik solo, en dat bevalt me maar matig. Hoewel ik niet meer van de piepsten ben lijken de hormoontjes zich daar niets van aan te trekken en als belijdend heterofiel lijkt het mij wel weer prettig om een mooie dame geheel de mijne te mogen noemen. In mijn zelfgekozen kleine wereldje kom ik ze niet tegen, hoewel daar aardige dames in figureren die echter om allerlei redenen niet in de termen vallen. Hunnerzijds of mijnerzijds. In vroeger dagen plaatsten wij dan een fraaie advertentie in een kwaliteitskrant en wachtten bij de brievenbus op antwoordbrieven. Zo gaat dat nu niet meer. Nu gaan we Internetdaten. Wij schrijven ons in bij één of meerdere van de daarvoor beschikbare ”sites”, plaatsen daar ons ”profiel” en één of meer van onze meest flatteuze foto’s en dan maar wachten. Of, na betaling van een vergoeding, zelf op jacht. Over de resultaten daarvan ga ik het hier niet hebben - u hoeft niet alles te weten - maar over de ervaringen daarbij zal ik het één en ander uit de doeken doen. Internetdaten is een ongekend avontuur, een opwindende dooltocht door duistere wouden van misverstand, diepe dalen van wanen, over hoge toppen van verwachting en vrolijke herkenning, en door dampende moerassen van onzin, wantrouwen, gekte en bedrog. Op weg naar het Licht van de Grote Liefde.
Mijn stelling is: contact maken in de supermarkt op een drukke zaterdagmorgen heeft ongeveer evenveel succes als internetdaten, onder de voorwaarde dat iedereen in de supermarkt weet dat het niet gaat om boodschappen doen maar om daten. Zoals op het internet.
Waarom zo sceptisch? Dat komt door het ”profiel”. Exploitanten van datingsites en de hen ondersteunende ”deskundigen” menen dat daten beter gaat als mensen een verhaaltje over zichzelf schrijven, en dat ze dat ook kunnen. Probleem: mensen kunnen dat niet. De ”profielen” op datingsites bestaan voor het merendeel uit een slaapverwekkende en nietszeggende reeks stompzinnige cliché’s waarin stedentrips, strandwandelingen, glazen-wijn-bij-het-haardvuur, lezen op de bank en ”het goede gesprek" hoogtij vieren. Mensen neuzelen tot in het oneindige over wat ze (zouden willen) doen, maar zelden over wie ze zijn. En eerlijk is eerlijk, over wat ze wèrkelijke zouden willen doen: geen woord.
Vrolijk, optimistisch, midden-in-het-leven-staand, integer en sportief zijn ze ook allemaal. En velen spelen golf. ”Zou leuk zijn als”….Oh ja, niemand is meer een invulling, iedereen is een aanvulling. En oudere vrouwen - zo van boven de vijftig - willen allemaal een jongere man! Wist u niet hè? De oudere man is uit. Die is suf, ingeslapen, die ”wil niks meer” en - belangrijk - daarmee kunnen ze niet scoren bij hun vriendinnen. De enige oudere man die nog interessant is is de heel rijke oudere man. Maar die relaties komen langs heel andere wegen tot stand.
Voer voor sociologen.
Dus na zo’n leeg profiel en een beroerd fotootje (schering en inslag) weet je nog niks. Net als in de supermarkt. Vandaar mijn stelling. Voordeel van de supermarkt is dan nog dat je het object-van-interesse in levende lijve voor je ziet. ”The way she walks, the way she talks”. Ik ploeter nog even voort maar misschien wordt het uiteindelijk toch niks.

Dan ga ik voortaan met andere ogen naar de supermarkt.
 


Knar