vrijdag 18 november 2011



MAAT




Met het naderen van de winter moet mijn sokkenvoorraad weer eens wat worden  aangevuld. Er zijn er een paar kapot, er liggen enkele eenlingen in de kast waarvan de wederhelft in de strijd verloren is gegaan en de kleuren zijn dit seizoen wat veranderd. Als ik mij op pad begeef schiet me opeens een mooie anekdote te binnen die ik hier graag even wil delen met mijn geliefd lezerspubliek.
Wijlen mijn moeder had vijf kinderen die ze netjes in de kleren hield en met wie ze dus met regelmaat ook sokjes en kousen ging kopen. Vaker nog dan wij tegenwoordig, want toen waren sokken nog van gewone wol en dat sleet sneller dan de moderne breisels met een versterkinkje hier en een kunstvezeltje daar. Van al die kindjes had ze niet altijd de schoenmaat in het hoofd, temeer omdat het een glijdende grootheid is zolang er gegroeid wordt. Op de vraag :”Wat is je schoenmaat?” wisten wij argeloze hummeltjes niet altijd het goede antwoord, vanwege onze hummeligheid en vanwege diezelfde onbestendigheid van de grootheid. Mijn moeder kwam uit een familie van orthopedische maatschoenmakers dus bij haar luisterden deze dingen erg nauw. In diezelfde familie had ze kennelijk een trucje geleerd dat naar ik vermoed allang is uitgestorven en dat ik hier dus voor het nageslacht ga redden.
Als de schoenmaat ongewis was en zij wilde toch het betreffende sokje aanschaffen moesten wij een vuistje maken, met de duim naar binnen, in de handpalm. Zij spande dan de voet van het sokje losjes rondom het vuistje, over de knokkels, en als teen en hak van de sok elkaar net raakten was de maat goed. Werkte gegarandeerd.
En het mooiste is: ik heb het net geprobeerd en het werkt nog steeds! De omtrek van mijn vuist-zonder-duim is nog steeds precies mijn schoenmaat. Mooi hè?
In ander verband denk ik nogal eens aan het spreekwoord “De mens is de maat van alle dingen”. Die wijsheid is vaak ver te zoeken in de megalomane projecten die we om ons heen zien opgetrokken worden.  Mocht u in dat verband ook soms eens door een vlaag van somberheid overvallen worden, denk dan aan het trucje met de vuist. Niet alleen is de mens de maat van alle dingen, hij is zelfs
ook de maat van zichzelf.

Als dat geen diepe is weet ik het niet meer.


Knar





EILAND




Was even een weekje weg. Naar Lanzarote, een Canarisch eiland waar ook in november de zon nog schijnt en het lekker warm is. Moet er bij zeggen: mijn zomervakantie was in het water gevallen door medische perikelen. Dus dan nog maar even naar Lanzarote. Geen straf. Ontbijtje op het balkon, even in het zwembad, opdrogen in de zon, loopje naar de supermarkt, weer even zwemmen, tukkie doen, opdoffen voor de pantoffelparade op de boulevard, een pilsje bij barkeeper Christian in zijn mooie houten paviljoentje, en dan maar weer eens op zoek naar een restaurant waar we tot laat in de avond kunnen genieten van de vruchten der zee en een koel glas Viño Sol. Hoewel het eiland dus een paradijs gelijkt is het er in andere tijden een hel geweest. Nu nog zijn er hele valleien vol neergeregende stukken lava die in hun vlucht vanuit de vulkaankrater in de lucht stolden en als scherpe keien  neerdonderden op de omliggende velden. In lagen van meters dik. Daar groeit geen sprietje en je waant je er op de maan. In het Noorden eindigt het eiland in een wilde schreeuw van basalt, bijna vijfhonderd meter hoog, waarvandaan je letterlijk kunt neerkijken op het naastgelegen eilandje La Graciosa. Een perspectief als vanuit een vliegtuig, maar daar vanaf land. Adembenemend.
Naast luiwammesen en me verbazen heb ik op Lanzarote ook nog twee boeken (uit)gelezen. Eén van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk en één van onze eigen Bas Heijne. Merkwaardig genoeg beide over de “roerselen van deze tijd”. Of wat daarvoor door moet gaan. Want één ding wordt je op zo'n eiland wel duidelijk: alles is relatief. Het worstelen der naties met de financiële crisis, de afgang van clown Berlusconi, het monomane gemekker der haatzaaiers, de machtsstrijd bij Ajax, het was ineens opvallend onbelangrijk voor mijn zonnige leventje in het Canarische hier en nu. 

Voor mij zit daar een leerpunt in, om dat mottige jargon nog maar eens te gebruiken. In wezen bestaat mijn leven -en dat van u waarschijnlijk ook- voor achtennegentig procent uit de dingen van mijzelf. Nù was dat die heerlijke vakantie op dat eiland, een andere keer zijn het de kleinkinderen thuis, de vrienden, de supermarkt, deze column, de lekke fietsband, of -niet te vergeten- Sinterklaas. “You name it”. Eigenlijk maar zelden zijn de “roerselen van deze tijd” realiteit in onze levens van alledag, hoewel wij vaak anders denken. Dat danken wij aan de media die aan de randen van ons bestaan feiten en feitjes bij elkaar sprokkelen die ze vakkundig voor ons opblazen totdat ze schijnbaar een fors deel van ons leven bezetten en onze zieltjes vervullen met onbehagen of angst. Sensatie geschapen, mission completed.
Niet nodig. In feite zij we allemaal eilandjes van dagelijkse dingen, soms heerlijk, soms wat minder, maar zelden zo bezet met de “roerselen van deze tijd” als de media ons willen doen geloven.

Ik begrijp die Middeleeuwse kluizenaars weer een beetje beter.

Knar


zaterdag 5 november 2011



GODFATHERS

 

Begrijpt u het nog? Die voortdurende heisa over die euro, Griekenland, Italië, de crisis, de beurs, het pensioen? Ik ook niet. Als ik er goed naar kijk - als ik m’n tegenzin even kan overwinnen- zie ik dat alles in ieder geval draait om één ding: geld. Maar een heel bepaald soort geld. Niet het geld waarmee u en ik een broodje kopen of de rekening van de garage betalen. Dat geld is gewoon geld. Een handig ruilmiddel zodat we niet steeds met koeien en geiten op pad hoeven om die te ruilen voor een pak Omo of een nieuwe fiets.  Het geld waar alle deining om gaat is raar geld, onzichtbaar geld, geld dat ergens is ingestoken en er blijkbaar niet meer uitkomt. Geld dat “weg” is. Dus waarschijnlijk gestolen. Geld dat geen ruilmiddel meer is maar dat zelf product is geworden en dat gekocht en verkocht wordt. Duizelt het al een beetje? Nou bij  mij wel. Aan de andere kant….. misschien zit daar nu juist wel de kneep. Geld. Geld dat weg is. Gaat het eigenlijk niet alleen maar daarover? Is alle politieke misbaar wel wat het lijkt, is het gejammer over de “Europese eenheid en de munt” geen opgezet pandoer, zijn de toneelstukjes van Merkel en Sarkozy geen poppenkast, geven de “verrassende” maar overduidelijke vertragingspogingen van die zogenaamd zielige Grieken niet het antwoord? Kunnen we met wat gezonde achterdocht niet ineens zien waar dit allemaal wèl over gaat? Ja, dat kunnen we. Dit gaat over een kleine groep machtigen die bang zijn dat ze hun centen voorgoed kwijt zijn. Banken, fondsen, grote financiers en beleggers. Zo machtig dat ze de godfathers zijn van het hele “systeem”. De godfathers zijn onrustig want ze hebben zich vergist. Ze hebben handen vol geld gestopt in mediterrane rommellanden waar na het verval van de grote beschavingen de achtergebleven schaapherders wel raad wisten met de geldstromen uit het koele Noorden. De godfathers laten ons nog graag een poosje in de waan dat niet zij maar "de politiek” Europa en de wereld bestuurt. Daarom zien we alleen “de politiek” druk heen en weer springen, conferenties beleggen en besluiten nemen. De draadjes waaraan ze springen zijn onzichtbaar maar des te effectiever.
Alleen de Grieken, die sluwe schaapherders, die begrijpen dat allemaal. Die steken de middelvinger omhoog. Die hebben helemaal geen zin om hun prettige leventje-op-kosten-van-de-anderen op te geven en door het stof te gaan. Wel eens in Athene geweest? Dan weet je welk leventje ik bedoel. Vandaar ook ineens dat referendum van die slimme Papandreou. Die kent zijn pappenheimers. Die probeert kool èn geit te sparen. Die heerlijke euro èn zijn politieke hoofd. Voorlopig geen actie. Röhring bij de godfathers, nervositeit bij hun politieke stromannen en -vrouwen, business as usual bij de Grieken.
Laten wij ons, met ons “gewone” geld, niet gek laten maken. Wij ook eens een middelvingertje opsteken tegen de godfathers?

Misschien neemt de verwondering over Occupy dan wat af.


Knar


donderdag 3 november 2011



STAMPERTJE




Marie Louise Lydia Elisabeth Veldhuijzen van Zanten - Hyllner staat er weer eens gekleurd op. Het was vanaf het begin van het kabinet Rutte al struikelen met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Sport en Welzijn. Een dag voordat Verhagen deze vriendin van zijn vrouw het kabinet in loodste werd ze nog gauw even lid van het CDA, direct daarna was er herrie over haar dubbele paspoort - ze is Zweedse van geboorte- zodat Rutte zich in alle bochten moest wringen om haar binnenboord te houden èn vriend Wilders tevreden te stellen, vervolgens had ze al rap een motie van afkeuring van de oppositie te pakken toen ze zich hoogst autoritair, gepikeerd en onprofessioneel gedroeg in het pijnlijke debat over het Persoonsgebonden Budget (PGB), en nu heeft ze dan -toppunt van arrogantie- in de commissie Volksgezondheid de voorzitter letterlijk de mond gesnoerd. Wat gebeurde? Ons Merielewies was bezig het volk duidelijk te maken dat het anders moest met dat PGB (zuiniger vooral) en dat dat ook best kon, omdat er bij de gebruikers “veel luiheid” was binnengeslopen, toen het onrustig werd op de tribune. Vind je ‘t gek? De voorzitter van de commissie, mevrouw Smeets (PvdA), die naast haar zat, onderbrak haar om de tribune tot rust te manen. Van Zanten legt letterlijk haar hand op de mond van de voorzitter en zegt :”Mag ik zelf bepalen wanneer ik afgeleid word?” Smeets zegt:”Mag ik even als voorzitter….” Van Zanten heft de ogen ten hemel, vouwt de handen ineen en zegt :”Ga je gang”. Mevrouw was er niet van gediend om door het dienstmeisje in de rede te worden gevallen, en toen ze zich realiseerde waar ze was gaf ze nog even in een bekakt damesgebaartje lucht aan haar dédain. ”Nou, toe dan maar.” Natuurlijk heeft ze later excuses enzovoort, maar het was gebeurd.
Met deze mevrouw hebben we een stampertje in huis. Als ze haar zinnetje niet krijgt stampt ze van woede met haar voetje op de grond. Of snoert ze gewoon de voorzitter de mond. Alles kun je verwachten van deze "dame v.g.h.", schijn bedriegt bij deze elegante en goed verzorgde mevrouw.

Het LPF-gehalte van dit kabinet is toch vrij hoog.


Knar

woensdag 2 november 2011



MUZIEK




Het is de late avond van een stille herfstdag. Buiten is het donker en op het water achter m’n huis zie ik kringetjes. Het regent een beetje. Binnen zit ik nog wat te surfen op het net en luister naar Radio Vier. Viool en piano, gepaste muziek voor dit stille late uur. Wat heerlijk is het op zo’n moment om al veel geleefd te hebben. De muziek neemt me moeiteloos mee naar al die plekken die alleen ik ken, waarvan ik de geuren heb geroken, de kleuren heb gezien en de warmte heb gevoeld. Stranden waarlangs ik heb gelopen met m’n voeten in de zee. Bossen waarin ik kampeerde met ‘s avonds een olielampje en een houtvuur. Kloven waardoorheen ik ben gereden met het dak van de auto helemaal open en de geur van lavendel overal. Hunebedden vlak aan de kust, onder de bleke hemel van Denemarken, maar ook de zonsondergang die ik voor de tweede keer mocht zien nadat we met onze helikopter in de schemering pijlsnel omhoog waren gestegen. De geboorte van mijn zoon bij zonsopkomst op een mooie morgen in mei. En de geboorte van mijn dochter, ook op een mooie morgen maar in het uur dat bij De Punt een einde kwam aan de bezetting van een trein door Molukkers. Eén nieuw leven, acht nieuwe doden.
De muziek is inmiddels veranderd en een sopraan zingt aria’s uit bekende en minder bekende opera’s. M’n herinnering is niet voor één gat gevangen en ik dein nu over de oceaan op een zeilreis naar de Azoren. ‘s Nachts aan het grote roer, varend op de sterren. Overdag een tripje op één van de eilanden, tot in de caldera van een oude vulkaan die na zes miljoen jaar nog naar zwavel ruikt en zachtjes rommelt. Of zeilend in Griekenland, onder een kobaltblauwe hemel over een nachtblauwe zee, op weg naar weer zo’n beeldschoon wit haventje.
Alles op de klanken van muziek die me wereldreizen laat maken terwijl ik hier aan m’n bureautje zit, in een cocon van stilte, aan het begin van de nacht waarin ik mij straks te slapen zal leggen.
Wat heerlijk om al zoveel te hebben meegemaakt.

En wat heerlijk dat er muziek is die het allemaal weer tot leven brengt.



Knar