zondag 20 december 2015




KAART


Iedere dag even kijken in de brievenbus. Het is de tijd van de wenskaarten en het is elk jaar weer een verrassing wie er nog steeds een kaart stuurt, wie er niet meer een kaart stuurt, welke kaarten van nieuwe afzenders zijn en wie er is overgegaan op het versturen van de beste wensen per e-mail, al of niet voorzien van een mooie foto. Dat laatste doe ik zelf al een paar jaar, het bevalt me goed en ik heb altijd wel een aardige winterfoto voorhanden om een kerstkaart van te maken. Dit jaar stuurde ik een foto van een dik besneeuwd bos. Was even de global warming vergeten…..
En dan ineens tussen de kerstkaarten een andere kaart. Geen vrolijke kerst en goed nieuwjaar, maar het stille portret van een lieve vriendin die gisteren is gestorven. Ik moest me even vasthouden.
Ik had er rekening mee moeten houden, ze was al jaren ongeneeslijk ziek, maar ze zette ons allemaal op het verkeerde been. Zo dapper, vriendelijk en blijmoedig heb ik nog nooit iemand zo'n last zien dragen. Ze kon ook nog tamelijk veel, op 11 november dronken we nog heel genoeglijk in de stad een kop koffie, dat deden we wel vaker, en bij die gelegenheid vertelde ze dat ze in nauw overleg met haar oncoloog had besloten om nu te stoppen met de chemo en de ziekte zijn loop te laten nemen. Voor het einde had ze een goede regeling getroffen.
En daar zit je dan met je gezonde lijf, een paar hinderlijke makke maar toch: gezond. Niet doodziek zoals zij. We hebben het maar gewoon over het leven gehad, ze had heel veel ondernomen, was daar heel trots op en heel blij mee, en toen we afscheid namen zei ze dat het heel aangenaam was geweest. Ik sprak met haar af dat ik ons contact nu verder van haar zou laten afhangen, zij had nu een grote klus te doen en ik wilde daar niet bij in de weg lopen. Dat vond ze goed. En daar ging ze op haar fiets, over de Amsterdamse gracht. Ze is nu voor altijd weggegaan.
Op haar kaart schrijft ze:

Als je ontwaakt bij het ochtendgloren
ben ik het zonlicht op het rijpe koren.
Ik ben de zachte lenteregen,
ik ben de wind die het riet doet bewegen.


 
Dag lieve Annelies, ik zal  aan je denken als het riet beweegt.



Knar

zaterdag 19 december 2015




AFSCHUW


 
De NRC komt vandaag met een artikel over de Utrechtse Al Fitrahmoskee. Een moskee in de wijk Overvecht die een broeinest lijkt te zijn van de diep-fundamentalistische Islam, waar de imam de gelovigen leert "afschuw" te hebben van de ongelovigen. Dat zijn wij, de gewone Nederlanders. De gelovigen van de moskee "proberen te voorkomen dat hun kinderen op de basisschool naar muziek luisteren, films te zien krijgen of meedoen aan cultuureducatie, omdat dit niet zou mogen van hun geloof. Schoolbesturen wordt gevraagd lesinhoud te wijzigen. Minister Asscher (Sociale Zaken, PvdA) en burgemeester Jan van Zanen maken zich zorgen over de invloed van de fundamentalistische moskee in de Utrechtse wijk Overvecht".
Tot zover de krant.
L' histoire çe repète. Zestig jaar geleden woonde ik met mijn ouders, broertjes en zusjes een aantal jaren in een dorp in Noord-Friesland. In dat dorp waren twee lagere scholen, een openbare en een christelijk-nationale. Wij gingen school op de laatste. Het speelplein van die school werd begrensd door een dikke heg van haagbeuk. Achter die heg liep een voet/fietspad dat van de rand van het dorp naar het centrum voerde. Iedere dag werd dat pad gebruikt door een paar kinderen die de openbare school bezochten die aan de andere kant van het centrum lag. Het was de tijd van "het tuinpad van mijn vader".
Als wij vanaf ons schoolplein die kinderen in de gaten kregen stormden wij en masse naar die heg en schreeuwden zo hard we konden:"Openbare poep, openbare poep". Daar konden die afvalligen het dan weer mee doen. Nooit zijn we daarvoor op school bestraft en ook thuis was daar geen commentaar op. En er was toen ook bepaald geen minister die zijn afschuw uitsprak over wat wij als kinderen thuis, in de kerk en op school geleerd kregen. Zestig jaar geleden in een dorp op het Friese platteland. Een beetje vergelijkbaar met de toestand daar in Utrecht, vind u niet?
Laten we ons dus niet al te zelfgenoegzaam wentelen in onze verontwaardiging en afschuw, het was nog maar ruim twee generaties geleden dagelijkse werkelijkheid voor tenminste een deel van de Nederlandse bevolking. Waardoor is dat in de laatste zestig jaar veranderd? Ik denk dat door een sterk gegroeide persoonlijke welvaart en door het steeds beter bereikbaar worden van kansen voor iedereen het denken gematigder is geworden en de afhankelijkheid van een "leer" is afgenomen. Zelf denken is meer en meer in de plaats gekomen van voor-je-laten-denken. Die weg zullen onze meer of minder gewaardeerde islamitische medelanders ook moeten leren gaan. Ons kostte het zestig jaar.

Zullen we nog even wat geduld hebben?




Knar


woensdag 9 december 2015





KERSTBOOM



Sinterklaas is amper het land uit of daar verschijnen ze: de grote kerstbomen op de pleinen van onze grote en kleine steden. Met hoogwerkers is men in opdracht van het gemeentebestuur bezig er lampjes en slingers in te hangen, alles "wheatherproof" natuurlijk en als ze klaar zijn is dat een prachtig gezicht. Op mijn computer heb ik een aantal URL-adressen van webcams in binnensteden en daarop zie ik ze één voor één verschijnen. Die van Haarlem doet het al, die van Gouda is nog in optuiging.
Mooi dat we dat doen. Mooi dat we in onze steden na Sinterklaas op een centrale plek een kerstboom oprichten die we verlichten en waar me met onze vrienden en vriendinnen, kinderen en kleinkinderen naar gaan kijken. "Kijk, het is weer Kerst". Als je de Haarlemse boom zo ziet staan schitteren tegen het profiel van de oude Bavo zou je bijna denken dat het vrede is. En eerlijk is eerlijk: het is ook vrede. Bij ons. Bij ons staan die bomen er terecht. Wij leven met elkaar op een klein stukje aarde waar het probleem-van-de-dag is of de Teevendeal nu wel of niet netjes was. Nou, vanmiddag heeft meneer Oosting van de onderzoekscommissie gezegd dat het niet netjes was. Teeven is al afgetreden dus einde oefening. Waarschijnlijk.
Ik bedoel maar: terwijl honderdduizenden mensen met alles wat ze konden meeslepen en vaak met kinderen aan de hand en op de arm wanhopig proberen Europa binnen te komen om tenminste een beetje veilig te zijn en wij langzaam maar zeker de poorten lijken te gaan sluiten - sommigen menen dat dat nu echt moet - richten we in onze oude binnensteden een grote kerstboom op en hangen er lichtjes in om het vrede op aarde te laten zijn. Raar? Hypocriet? Een schande?
Nee ik vind van niet. Ik kan de discussie heel kort houden door er op te wijzen dat het juist die kerstbomen oprichtende vredigheid is die ons deel van de wereld zo onweerstaanbaar aantrekkelijk maakt voor mensen die dagelijks leven in een baaierd van geweld, gevaar, moord en doodslag waar wij in de verste verte geen voorstelling van hebben. Hun vlucht naar ons is het beste bewijs dat wij terecht in onze oude binnensteden de verlichte boom oprichten. Wij zeggen daarmee dat het bij ons (relatief gezien) een geweldige vrede op aarde is en dat ze het goed hebben gezien om hier naar toe te willen. Draai het eens om. Stel jezelf in hun plaats (als je je daarbij iets kunt voorstellen). Zou je dan niet hetzelfde doen? Ook naar de landen gaan waar ze zó weinig zorgen hebben dat ze rond de kerst in hun oude binnensteden verlichte bomen oprichten om er in alle vrede met vrienden, kinderen en kleinkinderen naar te gaan kijken?
Die bomen niet oprichten, dat zou pas hypocriet zijn. Terwijl we het vreselijk goed hebben net doen of dat niet zo is. Om hen niet te kwetsen. Om hen niet te kwetsen?

We zouden ze niet erger kunnen kwetsen.




Knar



vrijdag 27 november 2015





INVALIDES


Vanochtend, vrijdag 27 november herdenkt Parijs de slachtoffers van de terroristische aanslag van veertien dagen geleden. Honderddertig mensen kwamen om. Het officiële gedeelte van de herdenking, alleen toegankelijk voor nabestaanden en genodigden, speelt zich af op de binnenplaats van het Hotêl des Invalides, het reusachtige hospitaal dat Napoleon liet bouwen voor de gewonde veteranen uit zijn veldslagen. In de Dôme van het hospitaal rust nu de Grote Keizer in zijn enorme sarcofaag. Een Fransere plek dan deze binnenplaats is er in Parijs niet te vinden. Dat dat in Nederland niet begrepen wordt blijkt uit het nieuws op NOS.nl, waar de lokatie wat vreemd wordt gevonden maar ook wel weer begrijpelijk "want nogal makkelijk te beveiligen". Als je dan toch helemaal van de pot bent gerukt dan neuzel je nog maar wat over veiligheid. Dat vreet iedereen tegenwoordig moet de betreffende journalist hebben gedacht.
Enkele uren later val ik al zappend in een Duitse nieuwsuitzending, waar de reporter in Parijs  omstandig aan het uitleggen is wat de hyper-bijzondere betekenis is van de keuze voor deze binnenplaats van het Hôtel des Invalides. Onder normale omstandigheden worden daar alleen hoge legerfunctionarissen geëerd of vinden daar andere zeer Franse plechtigheden plaats. De binnenplaats van de Invalides is voor deze plechtigheid gekozen om aan de wereld het signaal te geven: wij Fransen eren onze doden op een plek die niet Franser kan zijn, waarmee wij willen zeggen dat Frankrijk zijn rijen sluit tegenover deze barbarij.
Ik heb hem hier ter plekke verzonnen maar ik denk dat Hollande tevreden met me zou zijn.
Hallo Nederland, is daar nog iemand? Niet meteen de platste verklaring zoeken voor de dingen die je ziet. Eerst je even afvragen of er misschien ook een verklaring is die iets met eer en allure te maken zou kunnen hebben. Beide begrippen zijn in dit land inmiddels naar de uiterste hoeken van de maatschappij gedrongen, waar nog wat oude romantici en ander onnut gespuis ze proberen te koesteren. De jonge gezonde dynamische landgenoot (hoort u de echo van een andere tijd?) kan zich over dat stoffige gedoe niet meer druk maken. Geld, veiligheid, tweets en likes op Facebook, dat zijn de allesbepalende grootheden die deze natie lijken voort te stuwen. Voort waarheen? Nou gewoon, naar meer geld, veiligheid, tweets en likes op Facebook. Toch? Droom rustig verder Nederland. Gelukkig ben je maar klein.

En vlak over de grens begrijpen ze het al weer beter. 




Knar

dinsdag 17 november 2015




TROOST


Vanavond (dinsdag 17 november ) zou er in Hannover een voetbalwedstrijd gespeeld worden tussen Duitsland en Nederland. Ik hou niet van voetbal en ik weet niets van voetbal maar ik kreeg wel mee dat het een heel bijzondere voetbalwedstrijd zou worden. Het spelen en de doelpunten zouden deze keer minder tellen dan het gebaar: Europa (of althans het Europees voetbal) zou zich niet klein laten krijgen door het fundamentalistische moordenaarsgeweld dat nog maar zo kort geleden in Parijs een bloedbad had aangericht. O zo.
Nu vind ik een voetbalstadion niet de meest geëigende plek om zo'n gebaar te maken maar velen zijn het op dat punt helemaal met mij oneens en dan laat ik dat ook maar zo. Daar heb ik me in de loop van mijn leven wel aan leren wennen.
Maar wat wil het geval: de voetbalwedstrijd ging niet door. Na veel geheimzinnig gedoe was uiteindelijk het parool: mensen ga weer rustig naar huis, er is iets niet in orde, het is toch te gevaarlijk. Wat er precies aan de hand was werd er niet bij verteld maar de mensen moesten weer terug. En dat deden ze ook. Gniffelt er nu zo'n tulband ergens in die grote zandbak in zijn vuistje? Ik weet het niet en ik had ook geen tijd om er over na te denken. Want wat gebeurde er vervolgens? Op de zender die anders de voetbalwedstrijd zou hebben uitgezonden zond men nu bij wijze van bladvulling een aflevering uit van mijn met afstand meest geliefde Duitse Krimi "Der Kriminalist". Er waren tijden dat ik mijn vrijdagavond helemaal leeg maakte omdat dan altijd Der Kriminalist werd uitgezonden. Die tijd is helaas voorbij maar nu ineens….! Hoera!
Onmiddelijk moest ik denken aan het geweldige lied Vivat Vivaldi van Jasperina de Jong dat ze nu precies vijftig jaar geleden op de plaat zette. Ze bezingt daarin jubelend de vreugde die haar doorstroomt als er in het land weer eens een vreselijke ramp heeft plaatsgevonden en de radio de hele dag klassieke muziek uitzendt, waaronder Vivaldi. Daar houdt ze van en ze eindigt met "O Heer geef spoedig weer zo'n feit".
Het liedje lag in 1965 gevoelig want nog maar drie jaar daarvoor had de vreselijke treinbotsing bij Harmelen plaats gevonden waarbij op een mistige maandagmorgen drieënnegentig doden en tweeënvijftig gewonden vielen. De hele dag was toen klassieke muziek uitgezonden.
Diezelfde verboden vreugde die Jasperien in haar prachtige lied uitjubelt bekroop mij vanavond toen ik me op de bank nestelde met mijn eigen Kriminalist. Het is vreselijk wat er allemaal gebeurt.

Maar dan is er ineens een beetje troost.




Knar

maandag 16 november 2015




AANSLAGEN



Opnieuw zijn we opgeschrikt door het fanatiek en bloeddorstig moorden van fundamentalistische moslims, in één van de hoofdsteden van de Westerse wereld. Bijna alle moordenaars bliezen zichzelf na afloop op, op weg naar eeuwige roem en zaligheid.
En opnieuw, zoals ook bij vorige gelegenheden spoelt er een golf van onbegrip en verbijstering door de samenleving, over hoe het mogelijk is dat een geloof tot zoiets in staat is.
En opnieuw, zoals ook bij vorige gelegenheden ben ik er verbaasd over dat zoveel mensen zo slecht hebben opgelet op school. Omdat deze dingen zich hier in het Westen eeuwen geleden al hebben afgespeeld. Alleen ging het toen niet om religieus geweld dat uit andere delen van de wereld op ons afkwam maar om geweld van partijen binnen dit deel van de wereld. Ik doel op de eeuwen dat de Roomse Inquisitie in bijna alle landen van West-Europa, te beginnen in het zuiden, een spoor van dood en verderf trok overal waar vermoed werd dat "ketterse" opvattingen de mensen in hun ban hadden. Neem bijvoorbeeld
de vervolging van de Katharen, een sekte die  in de twaalfde en dertiende eeuw bloeide in de Languedoc rond de stad Albi en die een leer verkondigde die zozeer afweek van wat de officiële Rooms Katholieke Kerk leerde dat geen middel onbeproefd werd gelaten om deze "ketters" met wortel en tak uit te roeien. In 1329 werden de laatste vier Kathaarse gelovigen verbrand in Carcassonne. Wie er meer over wil lezen zoeke op het internet naar Katharen of Albigenzen. Je moet wel een sterke maag hebben om de gruwelijkheden te kunnen verteren die toen in naam van het ware geloof deze mensen werden aangedaan. Blindelingse wreedheid en grenzeloze moordzucht. Iets dichter bij huis: de finale uitroeiing door de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten van de Wederdopers in de stad Munster. Hun leider, Jan van Leyden werd op 22 januari 1536 doodgemarteld, zijn lichaam werd samen met dat van enkele anders leiders van de beweging in ijzeren kooien opgehangen aan de toren van de Lambertikerk in Münster. In deze kooien lagen de lichamen ter afschrikking tot 1585 te vergaan. De kooien zijn nog steeds te bezichtigen. Alles in naam van het Ene Ware Geloof.
De Islam is ongeveer zeven eeuwen jonger dan het Christendom. De religieus gedreven moordzucht die we nu in Parijs zien komt ongeveer zeven eeuwen later dan de uitroeiing van de Albigenzen. Toeval? Of toch het gevolg van een ontwikkeling die noodzakelijk zijn eigen soms gruwelijke wetmatigheid heeft? Zijn mensen als Ahmed Aboutaleb en andere gematigde moslims in het Westen de voorlopers van wat ook in de Islam een Verlichting gaat worden? Gaan zij het idee van de scheiding van kerk en staat (bij ons nog maar een paar eeuwen oud) voorleven aan hun minder voorlijke geloofsgenoten "in de landen van herkomst"? Of moeten we ons neerleggen bij het idee dat wat bij ons eeuwen geleden "normaal" was nu in de zoveel jongere Islam alsnog zijn beloop moet hebben?
In dat geval zouden we eens goed moeten nadenken over wat ons na die duistere tijden verder heeft gebracht. Misschien kunnen we daarmee onze allochtone buurman iets sneller dan voorzien een stapje in de goede richting helpen. En dan sluit ik me graag aan bij de boodschap die de Israëlische schrijver Amoz Oz afgelopen zondag in Buitenhof propageerde: ga de ander tegemoet met nieuwsgierigheid en humor.

Dat schijnt beter te helpen dan bommen.



Knar


dinsdag 3 november 2015



CAFE NOIR


Wanneer ben je eigenlijk aan het "ouder worden?" Mijn zelfgebakken antwoord is: je bent echt aan het ouder worden als je regelmatig een nieuwe ziekte of aandoening krijgt die niet meer over gaat. Vreemd genoeg is juist dat de reden waarom er in kringen van ouderen zulke grote tegenstellingen zijn in het beleven van het ouder worden. Er zijn er die niks hebben, nooit wat gehad hebben ook, en voor wie het ouder worden amper veranderingen in hun leven teweeg brengt. Die willen er niet van horen. En waarom zouden ze ook? Er zijn er - van dezelfde leeftijd - bij wie de prijzenkast met nieuwe makke steeds voller begint te raken naarmate de jaren verstrijken. Zij weten deksels goed wat het is om ouder te worden. Die kunnen de weg naar de dokter en het ziekenhuis langzamerhand wel dromen. Laatst hoorde ik iemand in een TV-serie zeggen "Getting old is not for cowards". Oud worden is niks voor lafaards.
Maar er is nog iets, dat ook de ziektelozen er aan herinnert dat ze toch echt ouder worden. En dat is het verdwijnen van oude producten. Iedereen hecht in zijn leven aan producten die hij of zij al kenden in hun kindertijd, die ze altijd hebben gebruikt, waaraan ze gewend zijn geraakt en zelfs soms verknocht. Bij jonge mensen gaat het dan om producten die zo'n twintig of dertig jaar oud zijn, bij ouderen kan het gaan om producten die wel zestig jaar oud zijn of ouder. En juist daar ligt in deze dynamische tijden de innovatieduivel op de loer. Gezien de titel van dit stukje begrijpt u nu waar ik naar toe wil. Inderdaad. Het stokoude maar nog steeds verrukkelijke koffiekoekje van Verkade, de Café Noir. In mijn kindertijd al een begrip, wij kinderen noemden het in die tijd een likkoekje want je kon zo lekker die bruine glazuurlaag er af likken. Zo had je er veel langer wat aan. Wij likten zo lang tot onze tong pijn deed en het glazuur er af was. Dan aten we het koekje verder gewoon op.
Dat koekje is dus ruimschoots ouder dan ikzelf. En daarmee heeft het een respectabele leeftijd bereikt en wat het mooiste is: het is er nog steeds, in nog steeds dezelfde donkerbruine niet te missen verpakking. Of moet ik sinds gisteren zeggen: het was er nog steeds?
Sinds gisteren ligt in mijn supermarkt op de plaats waar ik altijd blindelings het langwerpige donkerbruine pakje kon vinden een doos met daarop wel Café Noir Original, maar ook de mededeling "Nu met intensere koffiesmaak". Nu was ik al bijna zeventig jaar tevreden met de intensiteit van de koffiesmaak van de originele Café Noir dus voor mij had het niet gehoeven. En wat de originaliteit betreft: ook mis. In de doos zit een witte papieren zak met de koekjes, die nu kleiner en dunner zijn dan de oude versie, en die in het geheel niet intenser naar koffie smaken. Wat een sof. Welke opgefokte randdebiel heeft het gewaagd een geliefd koekje dat al meer dan drie generaties lang hoogtij viert aan de Hollandse koffietafel zomaar te veranderen in een lullig postzegeltje dat in een kartonnen doos zit en waar godbetert ook nog Original op staat. Niks Original. Emotionele mishandeling is het, verkwanseling van Neêrlands Erfgoed, veronachtzaming van de belangen en gevoelens van dat deel van het volk dat niks anders heeft misdaan dan 60+ te zijn. Misschien wel een mooi punt voor Voor Nederland (VNL), de nieuwe partij van Bram Moskowitz die nog wel om wat punten verlegen zit.
Kijk, als je op die manier van je oude zekerheden wordt beroofd hoef je je niet meer af te vragen of je ouder wordt.

Dan ben je het al.

Knar

maandag 21 september 2015



KORTER

Vanochtend in de digitale Trouw gelezen: in Zweden is het zover. Daar gaat men experimenteren met een kortere werkdag en misschien ligt er ook een kortere werkweek in het verschiet. Waarom ik daar melding van maak? Wel, die gedachte van korter werken speelt me al jaren door het hoofd. Eigenlijk een beetje aangezwengeld door het roepen van Kok indertijd: werk, werk, werk. Dat moest er komen. En toen dacht ik al: is het wel redelijk om in een tijd van steeds verdergaande automatisering nog altijd te verwachten dat iedere Nederlander een volle werkweek zal kunnen blijven maken? Is het niet veel redelijker om toe te geven dat de factor menselijke arbeid in het productieproces, welk je ook kiest, in omvang afneemt nu allerlei soorten computers en automatische besturingen zoveel van de arbeid overnemen? Neem het simpele voorbeeld van een telefooncentrale. In krap honderd jaar is dat "bedrijf" veranderd van een zaal vol telefonistes in een onopvallend kastje met wat draden er aan dat volkomen autonoom duizenden verbindingen kan maken.  Of neem een bank. Of neem een drukkerij. Of neem een….. In alle gevallen zijn massa's mensen vervangen door één computer die het werk beter, sneller en (veel) goedkoper doet. Wat moeten al die mensen dan doen als ze allemaal toch een vijfdaagse werkweek moeten blijven draaien om aan hun salaris te komen? Want daar wringt hem de schoen: ons ouderwetse arbeidsethos (in het zweet uws aanschijns zult gij uw brood verdienen) maakt dat inkomen nog steeds gekoppeld is aan gemaakte uren. Ongeacht of dat uitgangspunt nu nog valide is of niet. En u begrijpt het al: ik vind dat daar eens grondig over zou moeten worden nagedacht en dat daar veranderingen nodig zijn. Het is niet langer de mens alleen die door zijn  arbeid  een toegevoegde waarde geeft aan het halfproduct of de grondstof zodat het een duurder eindproduct wordt en zich op die manier voorziet van de middelen voor zijn noodzakelijke levensonderhoud. Zijn "vriend" de computer speelt daar ondertussen een even belangrijke- zo niet belangrijker  rol in.
Sceptici van het idee van korter werken komen meteen aan met de financiële kwestie: hoe kan iemand nog zijn welvaart op peil houden als hij structureel korter gaat werken? Hoe moet het dan met de mindere opbrengsten van arbeid voor de staat? Het antwoord daarop is in wezen simpel: als loonbelasting bedoeld is om de toegevoegde waarde van arbeid in het productieproces te belasten, wat in onze belastingmoraal een geaccepteerde  gedachte is, belast dan consequent ALLE productiemiddelen die toegevoegde waarde aanbrengen in het productieproces. Belast dan ook de computers en andere vormen van essentiële automatisering die in de moderne productieprocessen zo'n prominente rol spelen. Ik geef toe, het is even wennen en de jongens van de vrije markt zullen zeker moord en brand schreeuwen maar een logischer gedachte is moeilijk te bedenken in deze kwestie. Op die manier komt er ruimte voor een op de omstandigheden afgestemde  structurele aanpassing van de werktijden voor mensen, zonder dat dat voor hen moet leiden tot een even structurele achteruitgang van inkomen. Wat er nog aan menselijke arbeid nodig is komt opnieuw in beeld en wordt van een nieuwe waardering voorzien.

Dan zullen we, na de Derde Weg van Kok, Clinton en Blair, misschien eindelijk de Vierde Weg kunnen inslaan.


Knar


zaterdag 19 september 2015




LEVEN

Tja, het valt niet mee, dat ouder worden. Voor je het weet zit je achter de geraniums en is het over. Of nee, erger nog: begint het wachten achter de geraniums op het grote OVER. Daar moet je als het even kan wat aan doen. Daarom was ik in de afgelopen dertien jaar een ijverig vrijwilliger bij een roeivereniging. Ja, dertien jaar: ik was al wat eerder met "pensioen" dan de meeste mensen weet u. Bij die roeiclub dus. Ik was daar het hulpje van de bootsman, het was een grote vereniging dus altijd wel wat te doen. Ik
hielp ook bij het walwerk tijdens grote roeimarathons. Toen mijn ogen en voeten slechter werden ging het niet meer met dat werk en ging ik columns schrijven in het clubblad. Ik heb ook de commissie geleid die het Roeierssaluut bij SAIL 2010 op zondagmorgen organiseerde. En ik werd lid van de Commissie Gebouw om daar een systeem op te zetten van klussenmanagement. Werkte heel aardig maar terwijl ik bezig was het terras te vernieuwen kreeg ik een grondig verschil van inzicht met het bestuur en ben ik vertrokken. Niet dat ik in die dertien jaar niet al wat anders had gedaan. Ik was begonnen met het schrijven deze column, deed een aantal jaren mee in een filosofische leesgroep waar ik de coördinator van was. Ik had me een galante cabrio aangeschaft, waarmee ik bij "open" weer ritten door het vaderland maakte - ook naar familie en vrienden - maar waarmee ik ook een paar mooie vakanties naar Frankrijk heb gemaakt, zowel naar de Golf van Biskaje als naar de Provence. Met terloops nog een cursus beeldhouwen in de Auvergne erbij. Leuk beeldje mee naar huis gebracht en erg genoten van het landschap en de keuken daar. Na afloop van de cursus reed ik naar de Luberon voor het jaarlijkse strijkkwartettenfestival dat daar in oude burchten, kloosters en parochiekerkjes wordt gehouden. Dat had ik in de jaren daarvoor ook al gedaan ik hou van die muziek. Tja, wat verder nog? Oh ja, met een goede vriend maakte ik in zijn Donkervoort een rit van een week met zijn club door Engeland. En mijn geleerde dochter verhuisde met haar gezin naar een buitenlandse stad vanwege een baan aan de universiteit daar. Ook diverse keren geweest met het vliegtuig, net als toen ze in Cambridge werkte en woonde. Toen mijn ogen nog slechter werden moest de auto weg maar toch ben ik nog - deze keer in de cabrio van weer een andere vriend - een week naar Zuid Beieren geweest om daar die abrupte overgang van het vrijwel vlakke land van Laag Beieren naar de hoge bergen van het grensgebied met Oostenrijk van dichtbij te gaan bekijken. Mooi, heel mooi. De rest van de zomer besteedde ik aan boeiende cursussen over Napoleon, Psychologie en Statistiek. En aan de aankoop van een goede vouwfiets die makkelijk meekan in de trein. Men moet niet indutten nietwaar? Maar ook, omdat er veel tijd vrijkomt als je geen auto meer hebt, ben ik me gaan storten op een stapel dikke boeken die ik altijd nog eens had willen lezen. Waardoor ik nu meer weet over Alexander de Grote, de Waanzinnige Veertiende Eeuw, de Spaanse Burgeroorlog, de geschiedenis van de Noord Amerikaanse Indianen, Europa na de Tweede Wereldoorlog, Napoleon de Grote, de Boerenoorlog van 1898, het Brilletje van Tsjechov, Lodewijk XIV, de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog en De Friezen terwijl ik mij nu onderdompel in Oorlog en Vrede van Tolstoj. Helaas overleden ondertussen mijn vader en kort daarna mijn zusje, wat ook veel te doen geeft. En dan niet te vergeten natuurlijk de voetbalwedstrijden en balletlessen van de kleinkinderen die niet zo ver weg wonen. De Sinterklaasvieringen met cadeautjes en gedichten, en hun verjaardagen met cadeautjes en taart. Heb ik nog iets vergeten? Vast wel. Maar het meeste staat er wel.
Waarom ik dit allemaal voor u opsom?
Een lezer voegde mij onlangs toe dat ik maar eens moest vergeten dat ik "een hoogbegaafde narcistische ingenieur ben die bezig is zijn briljanterieën (mooi woord K.) te verspreiden over het volk" en dat ik maar eens moest gaan leven.
De man moet een verward moment gehad hebben, dat kan haast niet anders.
Want leven?

Zie boven.


Knar


maandag 14 september 2015




REST


Vorige week las ik min of meer uit verveling voor het slapengaan een stukje in het moeilijke boek van Michel Foucault "De woorden en de dingen". Foucault was een vooraanstaand Frans filosoof, helaas voortijdig door aids aan zijn einde gekomen maar nog steeds zeer in zwang in kringen van moderne filosofen en hen die daar voor door willen gaan. Een groot denker, helaas een maatje te groot voor mij, als ik eerlijk ben. Al lezend vroeg ik mij af wanneer dat boek eigenlijk geschreven was. Inkadering in een tijdsperiode kan veel duidelijkheid geven over de betekenis van een bepaalde tekst. Voorin het boek vond ik het jaartal van de eerste Franse druk: 1966. Meteen was me veel duidelijk. Wat me ook duidelijk werd bij dat zoeken was dat de Nederlandse filosoof Hans O. (ik noem hem maar zo) de vertalers had gesteund bij hun werk. Hans O, Hans O., die naam kende ik toch? Ja, lang geleden was die naam eens voorbij gekomen in mijn leven maar ik wist niet meer hoe. Daar is dan het internet weer goed voor en midden in de nacht zat ik in mijn pyjama op het net naar Hans O. te zoeken. De eerste hit die ik tegenkwam ging over de uitreiking van de "Cora K. prijs" (ook een verzonnen naam). Ineens gingen bij mij alle lichten aan, en op rood. Ja, natuurlijk, Cora K. Maar als er een prijs naar je is genoemd ben je waarschijnlijk dood. Ze zou toch niet dood zijn? Even later had ik zekerheid. Cora was in 2013 aan kanker overleden en ze was toen de echtgenote van Hans O. Hij had na haar dood een prijs en een jaarlijkse lezing in het leven geroepen, genoemd naar haar. Een monument.
Mijn verhaal? Wel, in lang vervlogen tijden ontmoette ik Cora op een cursus op de Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden. Toen nog een laagdrempelig instituut met een forse rijkssubsidie die maakte dat ook eenvoudige mensen daar aan wijsheid konden doen. Zij was een prachtige vrouw, als ik dat zo mag zeggen. Het mooiste voorbeeld van Hollands welvaren dat ik ooit ben tegengekomen. Een uitgesproken schoonheid, vrolijk, ad rem, openhartig en slim. Voor mij genoeg aanleiding om een beetje met haar aan te pappen. Ze vertelde vol vuur (zo vertelde ze alles) dat ze recent de vloer van haar slaapkamer had laten beschilderen in heel bijzondere motieven en kleuren. Ik mocht wel eens komen kijken. Dat liet ik me geen twee keer zeggen en in no time stond ik met een grote bos bloemen voor haar deur. De vloer was inderdaad prachtig maar verder liet ik me toch niet uit m'n tent lokken. Ik ben meer van de verkennerige, als u begrijpt wat ik bedoel. Cora had lekker gekookt en kwekte er tijdens de maaltijd lustig op los. Al doende bekroop mij het gevoel dat we toch niet zo helemaal op één golflengte zaten en na enige uren nam ik vriendelijk afscheid. Geen droefheid maar wel het gevoel weer wat geleerd te hebben. Ik moest veel leren in die tijd.
Kennelijk hielden we toch enig contact want er was een tweede keer dat ik bij haar at. Vooraf had ze me gevraagd of ik haar na afloop zou willen afzetten bij het huis van Hans O. met wie ze in de tussentijd een relatie had gekregen. Zijn adres lag op mijn route naar huis.
Ai, dat tikte toch even aan. Maar - stiff upperlip - na afloop van het dineetje zette ik haar netjes af waar ze wilde zijn, en ik zal nooit het gebaar vergeten waarmee ze verzaligd uit mijn auto kroop om naar Hans te gaan. Dat zat goed snor daar. Ik reed naar huis en dacht over de zaak niet meer na.
En nu bleek dat ze met Hans was getrouwd, dat ze een innige relatie hadden gehad, dat Hans twee jaar na haar dood nog steeds een verslagen man was die uit liefde voor haar een monument had opgericht in de vorm van een jaarlijkse lezing en een prijs. Cora werkte in de GGZ en de prijs gaat daar ook over.
En, hoewel het lang geleden is en ik haar naam al was vergeten, ik ben er een beetje kapot van. Restgevoelens heb ik het genoemd tegenover een vriend, die dat een mooi woord vond. In die heel korte tijd heeft die vrouw ook op mij zo'n indruk gemaakt dat haar veel te vroege dood ook mij nu nog schokt.

Denk niet te licht over restgevoelens.



Knar






ANTWOORD


Gisteren schreef ik op deze plaats een korte verhandeling over een gevaar van de digitale samenleving, namelijk dat er geen brieven meer geschreven worden. Waardoor we na ons vertrek uit dit ondermaanse tranendal veel sneller vergeten zullen worden dan vroeger, toen er nog brieven van ons waren. Vandaag wil ik mij bezighouden met een heel ander maar ook saillant effect van de digitale communicatie, namelijk het Antwoord.
In de brieventijd was het in welopgevoede kringen gebruik dat een brief ALTIJD en bij voorkeur binnen korte tijd werd beantwoord. In diezelfde kringen circuleerden als gevolg daarvan talloze nietszeggende antwoordberichtjes waarmee je voldeed aan de mores maar een werkelijk antwoord ontweek. Meestal omdat het je geen bal interesseerde wat je was toegezonden. De rest van de communicatie ging mondeling of per telefoon en daar speelde het antwoordprobleem niet.
Nu gaat een belangrijk deel van de communicatie per bericht, via e-mail of andere schriftelijke informatiekanalen. En dat legt een nieuw en soms nogal verrassend fenomeen bloot: de mensen zijn in te delen in categorieën van antwoorders.
De eerste categorie wordt gevormd door de prompte antwoorders. Als je die een mail of een what's-app/iMessage stuurt heb je binnen tien minuten antwoord, desnoods met de mededeling dat ze er later uitvoeriger op zullen terugkomen. Dat zijn mensen naar mijn hart want ik ben zelf ook een prompte antwoorder. Gewoon omdat een bericht mijn nieuwsgierigheid wekt en ik er snel het mijne van wil zeggen.
De tweede categorie zijn de antwoorders van ooit. Ooit in een tijdvak van een dag tot een maand na je zending krijg je een antwoord. Soms door een bericht, soms door een telefoontje en soms pas als je er naar vraagt. Verrassend genoeg blijkt dan vaak dat het nadenken over een antwoord op het bericht eigenlijk is begonnen direct na binnenkomst, maar dat er van het "exposeren" van dat antwoord nog even niets was gekomen. Die categorie van antwoorders maakt me knorrig maar ook een beetje somber. Kennelijk zijn er belangrijker dingen dan mijn bericht die hun brein voor lange tijd bezet houden. Zeker als het om vrienden gaat vind ik dat moeilijk.
En dan is er de derde, gelukkig niet zo grote categorie van de antwoorders van nooit. Die categorie begrijp ik totaal niet en het hoeft niet veel betoog welke gevoelens die bij me oproept. Nog afgezien van het feit dat de mooie oude regel dat je ALTIJD een antwoord dient te geven door deze categorie met voeten wordt getreden bespeur ik bij mezelf zoveel teleurstelling en verwarring dat ik steeds geneigd ben om die categorie uit mijn netwerk te verwijderen of tenminste naar de rand te schuiven waar de onbelangrijken vertoeven. Het probleem is dat het vaak helemaal geen
onbelangrijken zijn, maar mensen die bij andere gelegenheden de vriendelijkheid zelve zijn. Alleen geven ze geen antwoord op mijn mails of berichten. Het zijn ook vaak de mensen die je nooit aan de telefoon krijgt.
In die kringen wordt nogal eens het excuus gebruikt dat ze het zo druk hebben. Dat excuus gaat echter zelden of nooit op want in de categorie van prompte antwoorders zitten - in mijn geval - mensen die het tienmaal drukker hebben dan de antwoorders van nooit. Het zijn niet de omstandigheden, het is aanleg voor zover ik de kwestie nu kan overzien. Misschien meenemen bij de samenstelling van de volgende DSM, het handboek psychische afwijkingen?

Wat meer of minder onzin zal daar niet zo opvallen.



Knar

zondag 13 september 2015




BRIEVEN


Vanochtend keek ik gewoontegetrouw naar het programma Boeken van de VPRO, waarin Wim Brands schrijvers interviewt over hun meestal net verschenen boek. Deze keer waren er twee schrijvers, Guus Kuijer en Jaap Goedegebuure die samen een biografie schrijven over de jong overleden schrijver Frans Kellendonk. Dit allemaal even ter plaatsbepaling.
In het gesprek kwam veelvuldig ter sprake dat de biografen veel hebben aan alle brieven die Kellendonk heeft nagelaten, of die bij vrienden en andere relaties van hem te vinden zijn. Door de brieven wordt duidelijk hoe het leven van de schrijver zich heeft ontwikkeld, welke drijfveren en overwegingen bij hem belangrijk waren, kortom wie hij eigenlijk was. Nog niet zo lang geleden las ik zelf het boek "Sophie, koningin de Nederlanden" van Dianne Hamer, over Sophie van Württemberg, de ongelukkige eerste echtgenote van onze koning Willem III. Ook grotendeels gebaseerd op haar brieven. Enkele eeuwen lang kon dat: een boek schrijven over iemand aan de hand van nagelaten brieven. Aan die mogelijkheid lijkt een einde te komen. De brief raakt uit. We bellen, SMS-en, mailen, Twitteren, Facebooken en wat niet al. Maar brieven schrijven doen we niet meer. Wie zal later nog van ons kunnen zeggen wie we waren, als de eerste ring rondom ons (onze kinderen)  uitgestorven zal zijn? Mijn broer vond bij het opruimen van de woning van onze overleden vader een schriftje van onze opa waarin hij in keurig schoonschrift met kroontjespen in 1936 een diepgaande verhandeling had neergepend over de stand van zijn geloofsleven van dat moment. Opa had daar tijd voor want hij was bruggenwachter op een Zwolse brug en moest toch wachten op het volgende schip. Wat soms heel lang duurde.
Een tijdscapsule, zomaar gevonden tussen de rommel, en nu vermenigvuldigd en in het bezit van de familie. Ineens een heel nieuw licht op opa. Had hij dat op de computer gedaan dan zaten we nu in het beste geval met een stokoude informatiedrager die geen computer meer kan lezen en waren zijn ontboezemingen voor de eeuwigheid verloren gegaan.
Het lijkt allemaal zo geweldig, die digitalisering maar in feite trappen we in een verraderlijke val: wijzelf raken er in verloren. Wat vroeger vanzelfsprekend was, dat met de informatiedrager die je koos (het papier en de pen) ook automatisch in de archivering was voorzien, dat is voorbij. Het spreekwoord :"Wie schrijft die blijft" is onwaar geworden. Wie nu schrijft gaat toch reddeloos verloren.
Even wat aan doen mensen!
Alles wat je schrijft en de moeite van het bewaren waard is: in een digitaal mapje met ARCHIEF er op. En dan op een USB-stick.

Houdt die het net zo lang als opa's schriftje?



Knar


donderdag 3 september 2015




MIGRANT


Foto gezien van dat aangespoelde jongetje op het strand van Bodrum? Kijk anders even op http://cookievrij.nos.nl/artikel/841298-verdronken-aylan-3-wilde-naar-canada.html
Ik zwijg want meer dan die foto kan ik niet zeggen.

Op 2 januari 1992 tekende, in een stemming van opperste euforie een verzameling goedgeklede heren in Maastricht het document waarmee de Europese Unie werd opgericht. Het verdrag van Maastricht. Binnen de burcht vrijheid van beweging voor personen, goederen en diensten, buiten de burcht de anderen. Lucratief, vooral heel lucratief. Op de statiefoto staat Lubbers trots met de armen over elkaar naast de toenmalige majesteit Beatrix. Dat had hij maar weer mooi gefikst. Later wilde Kofi Annan hem als Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen. Een cynisch grapje van de Secretaris Generaal?
Toen al verspreidde ik in kleine kring de opvatting dat die anderen van buiten de burcht het op een dag dan wel bij ons zouden komen halen. Helaas heb ik gelijk gekregen. Sommigen halen het niet. Zoals het verdronken jongetje op het strand van een Turkse badplaats. Anderen bestormen met duizenden een geblokkeerd treinstation in Boedapest, de hoofdstad van het land dat nou net het minst was ingenomen met die Europese gedachte. Ook cynisch.
Europa? Een afkalvend ideaal dat zijn vijfentwintigjarig jubileum niet ongeschonden zal halen. Er zal in januari 2017 vast wel officieel gevierd worden, met net zulke ingenomen types als Lubbers op de statiefoto. Maar wie goed oplet ziet toch wat bloedspatjes op het plaatje, ruikt toch de stank van die gestikte mensen in een potdichte koelwagen, hoort toch de kreten van hen die verdronken en hoort het gebrul van de duizenden die buiten stonden en naar binnen wilden. Vanuit Syrië, vanuit alle hoeken van Afrika, naar Griekenland, de Balkan, Boedapest, Lampedusa, Sicilië, Calais en ga zo maar door. Geen vlekjes meer die even weggewerkt kunnen worden. Nee, een volwassen catastrofe aan de grenzen van onze welvaartsburcht. Wat te voorzien was. Ook al in 1992.
Natuurlijk zijn de mensensmokkelaars de grote boeven. Vind ik ook. Maar wees wel, ze doen niet veel anders dan de oprichters van Europa indertijd: van de gelegenheid gebruik maken om veel geld te verdienen. En omdat de heren in 1992 het niet de moeite waard vonden om hun zojuist opgerichte geldpakhuis aan de buitenkant echt goed te beveiligen, of op een andere manier te regelen dat er geen brokken kwamen van die kloof tussen arm en rijk spoelt er nu  een klein dood jongetje aan op het strand van Bodrum.
Sommige van mijn lezers zullen het wijze hoofd schudden en bij zichzelf denken: wat overdrijft hij weer. Ik zeg dan: ik overdrijf niet, van wat ik zeg is geen woord gelogen. Ik zet de zaak wel op scherp. Omdat een dood jongetje van drie jaar op het strand van Bodrum mij een te hoge prijs is voor onze welvaart. Mij een te grote aanslag doet op ons collectieve welzijn.

Mij een te grote schandvlek is op het Europees blazoen.



 Knar


zondag 26 juli 2015




WAT

Wat hebben wij dat andere landen niet hebben?
Beetje cryptische vraag natuurlijk als ik niet even uitleg hoe en wat.
Ik zit op zondag 26 juli klaar voor de buis om de finale van de Tour te gaan bekijken. Extra spannend deze keer want het dreigt in Parijs te gaan regenen en de keitjes op de Champs Elysees zijn dan nogal glad. Natuurlijk zit ik veel te vroeg klaar en dus moet ik het voorprogramma over me heen laten gaan. Daar wordt nog eens met aller instemming de loftrompet gestoken over de fenomenale start die de Tour dit jaar in ons aller Utrecht heeft gemaakt. Eerst de tijdrit en dan de start zelf. De karavaan (renners en officials) raakt er niet over uitgesproken. Wat vooral zo indrukwekkend is geweest was de enorme belangstelling - de mensen stonden rijen dik, na iedere bocht weer- en de sfeer die ondanks de drukte en de warmte gemoedelijk en aangenaam bleef. Zelf kennen wij dat natuurlijk al lang van koninginnen/koningsdag maar voor buitenlanders is dat heel bijzonder.
En het is niet alleen de start van de Tour. Toen we vorig jaar collectief in de droefheid werden gestort na het neerhalen van vlucht MH17 in de Oekraïne stond de wereld ook versteld over hoe wij Nederlanders dat aanpakten.
"God bless The Netherlands for the way they bring them home" zei een vooraanstaande anchorman van CNN toen hij zag hoe wij de slachtoffers thuishaalden en in een lange aangrijpende stoet lijkwagens naar Hilversum brachten voor identificatie. Kort daarvoor had minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans de wereld al de rillingen bezorgd met zijn toespraak in de Veiligheidsraad van de verenigde Naties.
Hoe doen wij dat?
Ik heb net een boek uit van Darin Acemuglu en James Robinson met de titel "Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm". De twee economen ontwikkelen in dat boek een interessante theorie: landen die rijk zijn hebben zogenaamde inclusieve instituties en landen die arm zijn hebben extraherende instituties. Inclusieve instituties zijn regels en wetten die maken dat wat door de mensen in het land wordt verdiend ook grotendeels naar de mensen in het land terugvloeit, onder garantie van eigendomsrechten en stimulering van innovatie en zakelijk initiatief. Extraherende instituties zij regels en wetten die maken dat wat de mensen verdienen in de zakken terecht komt van een kleine elite, terwijl er geen garanties zijn van eigendomsrechten of stimulering van zakelijk initiatief.
Een boeiende theorie waarmee schrijnende situaties in veel landen te verklaren zijn en ook de welvaart in andere landen.
Wij leven in zo'n welvarend land. Waarom? Omdat hier al eeuwen het bestuur "plat" is, er al eeuwen ook gewone mensen op het pluche kunnen komen die de welvaart verdelen, er al eeuwen geen rovende adel of corrupte regering is, omdat Nederland al eeuwen een volksrepubliek is met een erfelijk koningshuis (vrij naar Prins Claus).
Wij waren het eerste volk in Europa dat zijn koning vaarwel zei (Philips II in 1581) toen we aan den lijve ondervonden dat hij juist dat probeerde in te voeren wat Acemuglu en Robinson extraherende instituties noemen. Sindsdien - dus al ruim vierhonderd jaar - oefenen wij in het invoeren en bedrijven van inclusieve instituties. De ene keer wat beter, de andere keer wat slechter maar we zijn er heel bedreven in geraakt.
Acemuglu en Robinson voeren in hun boek Groot Brittannië op als het land met de meest voorbeeldige inclusieve instituties en de grootse welvaart. Ik vind dat ze ongelijk hebben. Nederland is een veel beter voorbeeld. Wij zijn al vele eeuwen dat vrijgevochten volkje dat z'n eigen bonen dopt en de opbrengsten breed verdeelt.
Wat hebben wij dat andere landen niet hebben?

Dat.

Knar

donderdag 23 juli 2015




RIDDER


Een vriendin van mij werkt als part-time rondleider op kasteel Huis Bergh, in 's-Heerenberg in het Montferland.
Huis Bergh is een echt kasteel-kasteel kun je wel zeggen. Op de plaats waar het nu staat is al sinds de Hoge Middeleeuwen sprake van een adellijke versterking, die in de loop van de eeuwen steeds andere, geduchtere vormen heeft aangenomen en die in de zestiende en zeventiende eeuw in bezit was van de graven van den Bergh, nauw gelieerd aan het huis Nassau, later Oranje Nassau. Pikant detail is dat graaf Willem IV van den Bergh, getrouwd met een zuster van Prins Willem van Oranje, in de Tachtigjarige Oorlog de zijde van de Spanjaarden koos. Hij verloor diverse zonen in de strijd van de Spanjaarden tegen de Prinsgezinde troepen in die tijd.
Huis Bergh doorleefde woelige tijden en brandde twee keer af. De laatste keer nog in 1939. Toen had de familie van Heek, rijke textielbaronnen uit Twente, zich al enkele tientallen jaren over het slot ontfermd en er een hoogwaardige kunstcollectie in ondergebracht. Die kunstcollectie is nu nog te bezichtigen en is zeer het aanzien waard.
Omdat Huis Bergh zo'n enorm imposant slot is worden er naast rondleidingen allerlei evenementen gehouden. Je kunt er slapen in de torenkamer, je kunt er trouwen en receptie geven, concerten bijwonen, met Kerst de kaarsjes en de kerstboom bewonderen, en in het restaurant op het voorplein kun je lekker eten. Huis Bergh is beeldbepalend voor het stadje 's-Heerenberg dat zijn naam ook al ontleent aan het slot.
Een van de evenementen die er voor kinderen worden georganiseerd is de zogenaamde "Ridderslag". In het seizoen iedere zondagmiddag, voor jongens en voor meisjes. Jongens worden ridder, meisjes hofdame. Onderscheid moet er zijn.
In de Middeleeuwen ging er aan zo'n ridderslag en benoeming tot hofdame een heel ritueel vooraf en op Huis Bergh spelen ze dat ritueel zo nauwgezet mogelijk met de kinderen na. Ze lopen al de hele middag in Middeleeuwse kleren verkleed rond en in allerlei spelen wordt de voorbereiding op het Grote Moment vorm gegeven. Dan eindelijk aan het eind van de middag is het zover. De jongens worden tot ridder geslagen en de meisjes worden hofdame.
Dat het de fantasie van de kindertjes ook wel eens wat al te sterk kan prikkelen bewees een klein jongetje dat laatst half huilend bij mijn vriendin was gekomen en  had gevraagd:"Mevrouw, mevrouw, als ik dan straks ridder ben, moet ik dan altijd hier blijven?"

Nog niet voldoende op dapperheid getest….



Knar


maandag 20 juli 2015




ZEEUWS VLAANDEREN


Afgelopen weekend was ik in Zeeuws Vlaanderen. Op bezoek bij een vriend die zich na lange jaren ineens weer had gemeld en met wie tot ons beider verrassing nog veel te bespreken viel. Ooit had hij me op een summerschool in Frankrijk les gegeven in het schrijven van columns (aan mijn lezers het oordeel of hij daarin is geslaagd) en nu wilden we weer eens bijpraten. Want denk niet dat er in de levens van twee alleenlevende heren niets valt bij te praten. Ik dus op weg naar het uiterste Zuid-Westen van ons koninkrijk. Per trein en per boot, want mijn lezers weten dat ik niet meer geautomobiliseerd ben.
Dat op zich is al een belevenis. Eerst naar Schiphol met de reeds online verkregen toeslagkaartjes voor de snelle trein Schiphol-Rotterdam op zak. Inderdaad een snelle trein die de HSL-lijn gebruikt, razend hard rijdt, nergens stopt en je in een zucht aflevert op Rotterdam Centraal. "Waar een klein land groot in kan zijn". Daar weer op de minuut nauwkeurig de trein naar Vlissingen voor je neus die tot Bergen op Zoom een echte sneltrein lijkt maar daarna niet meer. Dan wordt het een boemeltje dat stopt bij iedere koe in de wei en je dodelijk verveeld aflevert op Vlissingen eindstation. Vandaar volgt nog even een heuse zeereis, met het voetveer over de Westerschelde. De boot ligt gelukkig pal naast het station en vertrekt onmiddellijk nadat ik aan boord ben gegaan. Onderweg betoverende vergezichten over de prachtige riviermonding, overgoten met het mooiste zomerlicht dat maar denkbaar is. Aan de overkant staat mijn gastheer en rijdt me tussen wuivende vlasakkers door naar zijn vestingstadje aan de grens. Ik ben verkocht. Zeeuws Vlaanderen wat ben je mooi. Niet Nederlands, daarvoor ben je te gemoedelijk, niet Belgisch, daarvoor ben je te blij. De hele dag blijft het hoogzomer, we toeren wat rond, bekijken dit en dat, ik eet een haring en we belanden uiteindelijk op het terras van een strandtent waar de oceaanstomers voor onze neus de Westerschelde op en af varen en wij Belgisch bier drinken zoals het hoort. 's Avonds dan maar  dineren in weer een ander vestingstadje.
De volgende morgen regent het. Dan is Zeeuws Vlaanderen stil en ingetogen, als een monnik die zijn brevier leest. We rijden stilletjes naar een oude boerderij waar onder het strooien dak een volmaakte honkitonk gevestigd blijkt te zijn in de vorm van een café met luid spelend en door een computer aangestuurd draaiorgel, een zeilschip dat aan een rail langzaam boven de gasten zijn rondjes vaart, een pianola die door diezelfde computer aangespoord zijn vrolijke klanken de ruimte in sproeit, soms in harmonie met het draaiorgel. en ga zo maar door. Als je niet oppast wordt je koffie koud, zoveel is er te zien. De waard heeft het allemaal zelf gemaakt en geschilderd, een lokaal multitalent die het 's winters moeilijk heeft "want dan komt er geen 'ond hé". We begrijpen zijn leed maar genieten met volle teugen.
Inmiddels is het droog geworden en voor mij tijd de boot weer eens op te zoeken. Op de veerkaai schijnt inmiddels de zon. Nog een beetje beduusd van alle indrukken neem ik afscheid van mijn gastheer die ik probeer te overtuigen van het genoegen dat hij me heeft bereid. Hij neemt mijn dank aan en ik begrijp dat het genoegen wederzijds was.
Daar ga ik weer. Naar 'Olland, die mierenhoop waar geen vlasakkers zijn, waar een diepe achtertuin niet de gewoonste zaak van de wereld is en waar geen monnik zijn brevier leest als het regent.

Dan zijn er files.



Knar

zaterdag 18 juli 2015



OPGELUCHT
 


In de tijd die achter me ligt is er veel gebeurd. Met mij persoonlijk bedoel ik. Het meest ingrijpend - althans daar ziet het naar uit - was wel dat ik na zesenveertig jaar rijden mijn geliefde automobiel moest wegdoen. Het zicht in mijn ogen is zover achteruit gegaan dat het niet verstandig is om nog langer met de wagen de weg op te gaan.
Dat tikt er even in, zowel in negatieve als in positieve zin. Negatief: ik ben meer aan huis gebonden en ben niet meer zo vrij om te gaan en te staan waar ik wil. Positief: ik houd een berg geld en tijd over. Dat laatste, die berg tijd ben ik al snel gaan gebruiken voor een oude wens: lekker veel aan geschiedenis doen. Daarbij komt dat eerste, die berg geld, ook van pas. Ik heb een heel plankje in mijn boekenkast moeten vrijmaken voor de lijvige folianten die ik heb aangeschaft en inmiddels ook heb gelezen. En dan ben ik bijna waar ik zijn wil. Veel geschiedenisboeken lezen geeft een andere kijk op de wereld. Ik heb boeken gelezen over De Waanzinnige Veertiende Eeuw (Barbara Tuchman), Europa na de Tweede Wereldoorlog (Tony Judd), Napoleon de Grote (Andrew Roberts), over de Spaanse Burgeroorlog (Anthony Beevor), over de geschiedenis van de Noord Amerikaanse Indianen (William Brandon) , over de Boerenoorlog in Zuid Afrika (Martin Bossenbroek) en over Lodewijk XIV (Richard Wilkinson). En terwijl ik al die boeken las etterde onder mijn raam de affaire Griekenland rustig door. Van de ene "laatste kans" naar de volgende "deadline". Tot in die hele berg van onzinnige prietpraat op maandagmorgen 13 juli een klein berichtje in de stroom meekwam: de beurzen hadden opgelucht adem gehaald na het nieuwe plan dat de Grieken hadden ingediend en dat de dialoog met de schuldeisers weer zou vlot trekken. En dan helpt het om zoveel geschiedenisboeken gelezen te hebben want je herkent onmiddelijk - ook in dat kleine berichtje - de bevestiging van wat je al vermoedde: het gaat om de pegels en nergens anders om. De pegels wel te verstaan van de investeerders, niet die van de Grieken. Dat hele circus, al die zorgelijke gezichten en idem verklaringen, dat botte schelden van die Schauble, het was allemaal om de pegels te doen. Europese en andere investeerders met geld in Griekenland waren doodsbang om de poen kwijt te raken als de kwestie Griekenland zou ontploffen. De tijd die verstreek hebben ze weten te gebruiken om een plan in elkaar te flansen dat uiteindelijk - net als bij de bankencrisis van 2008 - de belastingbetaler in Europa zal laten gaan opdraaien voor het redden van hun poen. Heb je Rutte zien bijdraaien? Het speet hem vreselijk dat hij zijn verkiezingsbelofte niet kon houden ("geen geld meer naar Griekenland") maar de omstandigheden dwongen hem nu….
In 2008 bleek de belastingbetaler een mak schaap dat zich zwijgend liet beroven. Dat doen we weer, zullen ze gedacht hebben, en als we er maar zorgelijk genoeg bij kijken geloven ze ons wel.

Jammer dat die beurzen hun mond niet konden houden.

Knar

donderdag 16 juli 2015



ANGST


Toeval bestaat niet.
Zou je soms denken.
Gisteravond zag ik voor de eerste keer in m'n leven de film "Easy Rider", op de Belgische TV. En vanochtend lees ik in de digitale kranten (De Gelderlander en Trouw) dat in het Verre Oosten van ons Koninkrijk een zaakje is opgerold van bijstandsgerechtigden die jarenlang onder dwang van twee gemeentebesturen en hun samenwerkende "sociale diensten" in een koude fabriekshal zonder vergoeding bloemen moesten vouwen om hun uitkering te behouden. Niet vouwen? Dan geen uitkering. De opbrengsten waren voor de organiserende gemeenten; er wordt gesproken van vijf ton. Een dappere werkloze heeft de zaak bij de FNV aanhangig gemaakt en nu krabbelen de bestuurdertjes daar met een verlegen lachje terug. Ja, ze zaten fout. Dit najaar gaan ze beslissen hoe groot de compensatie zal zijn voor de dwangarbeiders. Het laatste woord daarover is nog niet gesproken.
Welke samenhang ik zie tussen Easy Rider en De Oude IJssel? Da's simpel: zowel in Easy Rider als in de oostelijke beekdalen grijpt de Reactie zijn kans om De Anderen een koppie kleiner te maken. In Easy Rider letterlijk, in de moerassen figuurlijk. Of toch ook letterlijk? Het moet nog maar blijken of de vernedering door de oostelijke tirannen geen blijvende gevolgen voor de mensen zal hebben. In beide gevallen is er in ieder geval de schaamteloze intentie om met machtsmiddelen in de hand (in Easy Rider het geweer, in "Oude IJsselstreek en Aalten" de Participatiewet) de minder gewenste types mores te leren.
Dat is de direct zichtbare overeenkomt tussen Easy Rider en de kwalijk riekende affaire in het oosten. Daaronder zit nog een tweede overeenkomst. En dat is wat een piepjonge Jack Nicholson in Easy Rider op zijn onnavolgbaar cynische maar glasheldere manier uitlegt: de angst. De angst voor Het Andere, de angst voor De Anderen. In easy Rider zijn het de vrijbuiters uit LA die de kleindenkers van de rimboe een vrijheid voorspiegelen die hen bang maakt. In "Oude IJssel en Aalten" is het de angst dat mensen zonder werk weg zouden kunnen komen met "ons geld" zonder in het zweet huns aanschijns hun brood te verdienen. "Net zoas gewoone mens'n".
Dus worden de ongewonen met de Participatiewet in de hand (dank, duizendmaal dank heer Rutte voor deze geniale vinding van uw verlichte geest) in een leegstaande fabriekshal gezet om kunststof bloemen uit China te vouwen, sommigen jarenlang. Als je niet beter wist zou je denken dat het een bericht was uit Roemenië of uit Bulgarije, of één van die andere verwarde landen waar de geschiedenis te snel is gegaan om hem nog bij te houden. Maar nee hoor, dit speelde zich af aan onze kant van de Duitse grens.

Toch maar weer eens een missionaris met kraaltjes en kettinkjes erheen sturen?

Knar

woensdag 24 juni 2015




LABBEKAKKEN


"Al die labbekakken die hier in een uitkering zitten, moeten aan het werk", stond vanmorgen in de Volkskrant te lezen. Producent van dat fraais was VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer. Natuurlijk was er meteen een hoop trammelant waarop Hans zei dat hij er spijt van had. "Hij had de mensen in de Bijstand niet willen beledigen, hij had willen wijzen op de fouten die er zijns inziens kleven aan het systeem".
Als ik werkgever was en ik kon een beetje nadenken - wat niet altijd lijkt samen te gaan - zou ik me de ogen uit m'n kop schamen dat de voorzitter van mijn club zo'n labbekak van een vent is. En daar nog rond voor uitkomt ook.
Mensen in de Bijstand betitelen als "al die labbekakken" en dan roepen dat je niet had willen beledigen. Voor hoe dom houd je ons Hans? Willen wijzen op de fouten in het systeem? Loop eens een maandje mee met zo'n bijstandstrekker Hans, ervaar eens hoe deze mensen door onze nooit volprezen bureaucratie worden beledigd en afgesnauwd, op de huid worden gezeten en door het stof worden gesleept voor een bedragje per maand dat jij en je fijne vrinden er in een gezellig avondje met gemak doorheen jagen. En kom dan nog eens terug Hans. Kijken of je het nog steeds allemaal labbekakken vindt.
Fouten in het systeem? Die zijn er zeker Hans. Afgezien van de onmenselijkheid van het systeem is de grootste fout wel dat jij en je vrinden zonder enige vorm van pardon steeds opnieuw mensen in die Bijstandsbak  kunnen donderen als je ze niet meer nodig hebt, omdat je een goedkoper productieland hebt gevonden of omdat je een afdeling kunt automatiseren. Dat is al heel lang een heel grote "fout" van het systeem. Een andere grote fout is dat je er vrijwel niet meer uit komt ook als je dat graag wilt. Bij de minste of geringste schijn van verdienen wordt de uitkering gekort of ingehouden zodat loskomen een hele toer is.
Dat zijn de grote problemen Hans, en niet dat er gelabbekakt wordt, zoals je zo snedig opmerkte. Hans, je loopt achter. Je bent niet verder gekomen dan barones Thatcher, Ayn Rand, Ronald Reagan en Milton Friedman. Allemaal labbekakken die niet willen begrijpen hoe een menselijke samenleving werkt. Die geloven dat "there is no such thing as society", wat de barones in haar hoogtijdagen placht te verkondigen.

Loop eens een maandje mee Hans, en zeg nooit meer van die domme dingen.



Knar



zaterdag 30 mei 2015




Dikke Ik


Over het algemeen probeer ik columns over politiek op deze plaats een beetje te beperken. Je kunt in Nederland anders wel aan de gang blijven. Maar vandaag moet het toch even, de aanleiding is helaas te dringend.
Op de voorjaarsbijeenkomst van zijn partij heeft namelijk de minister- president in zijn rol als leider van die partij de virtuele toga aangetrokken en heeft als voorganger van de Rechtse Kerk zijn gelovigen nog weer eens goed voorgehouden welk Nederland hij wil. En welk Nederland dus ook zijn gelovigen moeten willen.
De minister-president wil een samenleving waarin "de waarden van hardwerkend Nederland centraal staan".
Iedereen die een klein beetje thuis is in de moderne geschiedenis van West Europa - en dat zijn er gelukkig voor de minster-president in dit land steeds minder - krijgt onmiddelijk een licht fascistoïde luchtje in de neusgaten. "Arbeit macht frei" nietwaar? Onze nog jonge minister-president wil het liever niet geweten hebben dat generaties voor hem juist lang en bitter hebben gestreden voor een samenleving waarin ook andere waarden dan die van "een hardwerkend Nederland" van belang zouden zijn. Onze nog jonge minister-president wil maar liever niet geweten hebben dat het de oervaders van zijn vermeende liberalisme waren die in de negentiende eeuw vooraan stonden bij het verlichten van het lot van "hard werkend Nederland" en die de eerste sociale maatregelen in dit land invoerden. Zeer tot heil en verlichting van "hardwerkend Nederland". Maar dat waren dan ook Liberalen. Dat is onze nog jonge minister-president niet. Hij is een dominee met een heilsleer, met wetjes en gebodjes, en een morele boodschap. "Zo wil ik het hebben, en anders niet". Liberaal? Geen sprake van. Orthodox en dogmatisch. En sneu.
Want op dezelfde ochtend dat ik zijn heilsboodschap aantref op de digitale media tref ik ook een bericht aan uit de Volkskrant waarin melding wordt gemaakt van een geheime afspraak die zijn Belastingdienst al jaren heeft met het postbedrijf Post.nl. Om het bedrijf minder belasting te laten betalen mag het de pakketbezorgers die voor het bedrijf werken beschouwen als zzp-ers (dus zelfstandigen), Bij andere bedrijven mag dat niet want daar moeten zzp-ers meer dan één opdrachtgever hebben. Door de truc (geheim!) hoeven belastingen en premies niet door het bedrijf te worden afgedragen. Scheelt zo'n slordige vijftien miljoen per jaar,
Dat is wat onze nog jonge minster-president kennelijk verstaat onder "de mentaliteit van hardwerkend Nederland".
Wij waren een redelijk beschaafd land. Wij zijn dat in steeds mindere mate. Gebruik maken van wettelijke regelingen die een vangnet vormen bij malheur is in de mond van de minister-president nu plotseling de Dikke-Ik-mentaliteit. Beetje gezocht, vind u niet? Net zo gezocht als de dwaze uitspraak van een zekere Margaret Thatcher die beweerde dat "there is no such thing as society".

Over Dikke Ik gesproken.

Knar



woensdag 6 mei 2015





HARRY

Tot m'n verbijstering las ik vanochtend op de site van NOS.nl het volgende:"Nederland heeft zo'n zeshonderd aanvallen uitgevoerd op Islamitische Staat in Irak. Dat heeft luitenant-kolonel Harry Oostema gezegd in het tv-pro-gramma Pauw. Oostema geeft mede leiding aan de Neder-landse bijdrage aan de internationale coalitie in Irak. "
Het is lang geleden dat ik "des Konings wapenrok" droeg, ik heb het nooit verder geschopt dan reserve-eerste-luitenant en naar later bleek namen wij onze toenmalige vijand wel wat erg serieus. Maar een stommiteit als die Harry hier uithaalde was ons krachtig en doeltreffend uit het hoofd gepraat. Wij waren opgevoed met de slogan "Argus luistert mee". Argus was dan die snode grootmacht uit het Oosten.
Harry kent blijkbaar geen Argus meer. Hoewel Harry veel hoger in rang is dan ik toen, en terwijl we heden ten dage geconfronteerd worden met een vijand die we maar beter wel heel serieus kunnen nemen. Harry, heb je dat gehoord met je slaperige koppie? Harry, Argus luistert mee. En Argus is deze keer niet een lompe stoet Russische boeren op antieke tankjes en lekke onderzeeërtjes, Argus is nu een troep hyperfanaten met bomvesten en internationale vertakkingen. Ook tot bij ons.
En die moderne Argus, Harry, is maar wat blij met je stomme gewauwel bij Pouw. Die Argus, Harry, zet ons land nu ook op zijn lijstje van landen die nog een keer een afstraffing nodig hebben, Harry. En jij zult het niet zijn, luitenant-kolonel Harry in je veilige bunkertje, die straks aan flarden de lucht in vliegt als zo'n fanatieke hemelganger aan het touwtje van zijn bomvest trekt op een grote en drukbezochte markt in één van onze grote steden. Dat zijn wij dan, Harry, die de lucht in vliegen. Omdat jij zo nodig met je "zeshonderd aanvallen op IS" de praalhans moest uithangen in een veel bekeken tv-programma, Harry. Jij domme lul, Harry. Nooit van Argus gehoord zeker op je avondcursus "Hoe word ik een hoge militair"? Harry, begin nog eens opnieuw. Helemaal vooraan. Met het Handboek Soldaat uitgave 1966. Daar staat het Harry:"Argus luistert mee".
En vraag dan overplaatsing aan Harry. Naar een kantoorbaantje in Den Haag. Wat je daar dan te brallen hebt komt niet verder dan de toog van de mess waar je vaak te vinden zult zijn.

Hoewel: Argus luistert ook daar mee hoor Harry.



Knar



zaterdag 25 april 2015




AUTO

De kogel is door de kerk: mijn auto is verkocht en er komt geen andere. Een moment om na zesenveertig jaar automobilistenschap even bij stil te staan. Ik was een grage en gretige automobilist, heb veel leuke en fijne auto's gehad en heb er fantastische ritten en tochten mee gemaakt. Zomaar even een kleine anekdote: ik zat in een bestuur en daarvoor moest ik ongeveer elke maand van mijn woonplaats naar een dorp rijden zo'n dertig kilometer verderop. Een collega-bestuurslid woonde bij mij in de buurt en ze reed altijd met me mee. Een aardige sensitieve vrouw. Toen mijn tijd was gekomen om dat bestuur te verlaten (ik had er geen zin meer in) sprak iedereen mij ten afscheid even toe. Zij ook. Ze zei dat ze het jammer vond dat ik vertrok omdat mijn inbreng altijd interessant was geweest maar vooral "omdat ik zulke fijne auto's had". Ik had in die tijd eerst een Alfa Romeo 75 en daarna een Peugeot 605. Beide op hun eigen manier inderdaad fijne auto's. Sweet memories. En daar zal ik het mee moeten doen. Waarom? Wel dat komt zo.
Al weer een jaar of zes gaat het niet zo goed met mijn ogen. Het linkeroog viel eerst uit door een inwendige bloeding en de laatste tijd gaat ook het rechteroog achteruit. Recent heeft mijn oogarts me daarom aangeraden te stoppen met autorijden. 

Daar kan ik mee leven want nu kan ik alles in alle rust regelen en zal ik niet door een agent of een keuringsarts gedwongen uit mijn auto worden geduwd. Dat alles nu al (twee dagen na het verdict van de dokter) is geregeld wil ik nadrukkelijk zien als een "Blessing in Disguise". De "Disguise" is dat de auto al weken in de garage staat nadat hij mij een jaar lang heeft getreiterd met storingen die niet te vinden waren. De "Blessing" is dat hij nu in de garage staat van de chef waarvan ik hem ooit heb gekocht. Die een beetje in zijn trots was gekrenkt doordat "zijn" auto mij zo in de steek had gelaten, die het als zijn eer ziet om het ding weer aan de praat te krijgen, maar die ook bereid was een goede prijs te betalen als dat niet zou lukken. Ik wilde er geen groot geld meer insteken en hij wilde hem wel hebben. We zijn beiden door de tijd ingehaald want nu màg ik hem niet eens meer terugnemen, of hij hem nu aan de praat krijgt of niet. En hij betaalt zonder morren die mooie prijs. Klaar.
Ik moet stoppen met autorijden en ben met deze afloop toch heel gelukkig.

Wat is de mens toch een wonderlijk dier.



Knar



maandag 20 april 2015




HONDERDVIJFTIG

Het is al weer bijna vergeten maar op drieëntwintig maart dit jaar, een mooie zonnige dag, stortte in de Franse Alpen een vliegtuig neer van German Wings, onderweg van Barcelona naar Düsseldorf. Zo' n doodordinair vluchtje van nog geen twee uur, waarmee zoveel Europeanen vandaag de dag van hot naar her vliegen, Kosten een paar tientjes. Zelf maak ik ook graag gebruik van dat soort vluchtjes. Na een periode van verwarring werd allengs duidelijker dat het de co-piloot was geweest die het vliegtuig met al zijn inzittenden moedwillig naar de donder had gejaagd, nadat hij de captain had buitengesloten toen die even een plasje was wezen doen. Verschrikkelijk. De wrakstukken lagen in bijna ontoegankelijk terrein, door vakantiegangers vaak geprezen om zijn paradijselijke schoonheid maar nu een oord van gruwel. Als je goed tussen de regels door las kon je daaruit opmaken dat geen enkel lichaam intact was aangetroffen. Dat kan ook niet bij zo'n moedwillige knal tegen keiharde rotsen.
Alle honderdvijftig inzittenden van het vliegtuig kwamen om, de meesten afkomstig uit Duitsland en Spanje. Op vrijdag zeventien april was er een plechtige rouwdienst in de Dom van Keulen, bijgewoond door de Duitse president, de hele Duitse regering, Spaanse autoriteiten, nabestaanden en andere genodigden. Buiten stonden een paar duizend mensen naar de grote schermen te kijken. Zowel de Lutherse als de Rooms-Katholieke aartsbisschop van Keulen gingen voor in de dienst. Op de trappen van het altaar brandden honderdvijftig kaarsen. Voor alle inzittenden een kaars. Voor allemaal? Ook voor die ene? Ja, ook voor die ene. De aartsbisschop van Keulen vond "dat ieder leven een gebed behoeft".
Dan word ik even stil. En denk aan dat geval dat we zelf een aantal jaren geleden hadden in ons eigen land. Op Koninginnedag tweeduizendnegen reed Karst T. zich in zijn zwarte Suzuki te barsten tegen de naald in Apeldoorn, nadat hij zes mensen in het publiek had geschept en morsdood had gereden. Ook zo'n zwarte ziel die het allemaal niets meer uitmaakte en die ten onder wilde gaan in een baaierd van dood en geweld. Op acht mei daarna hield de gemeente Apeldoorn een herdenkingsbijeenkomst voor de slachtoffers. In de zaal brandden toen zes grote kaarsen. Vreemd, er waren toch zeven doden? Nog diezelfde avond wist mevrouw Jacobine Geel, toentertijd het fraaist getuigde vlaggenschip van modern kerkelijk Nederland het bij Pouw en Witteman haarfijn uit te leggen. Dat er geen zeven maar zes kaarsen hadden gebrand was gedaan "uit piëteit met die mensen daar" wiens verwanten waren omgekomen door "een idiote daad". In de woorden van mevrouw Geel : onbegrijpelijk, en onbegrepen-tot-het-laatst. Oordeel geveld, geen kaars.
Apeldoorn, toch een heel christelijke plaats. Heel gereformeerd zelfs. "Zo fien as gemaal'n poppestront" zou mijn moeder zaliger gezegd hebben. Daar zou de genade Gods de mensen toch andere gedachten hebben moeten influisteren? De genade Gods is kennelijk ook niet meer wat hij geweest is.
Vindt u het goed dat ik mevrouw Geel en de Apeldoornse kilte achter me laat en me ga warmen aan de nederigheid van de Keulse bisschop?

Die voor de co-piloot ook een kaars liet branden.




Knar



woensdag 1 april 2015




BOTSING



In een on-line nieuwsrubriek las ik een artikel over de onderhandelingen tussen "het Westen" en Iran over de atoomproblematiek. In dat artikel ging het over "de botsing der culturen". Nu denk ik dat daar een waar woord is gesproken. Wij in het Westen denken nogal eens snel dat we iedereen in de wereld op onze manier onze rationaliteit kunnen opleggen. Maar steeds vaker blijkt dat het andere deel van de wereld daar heel andere gedachten over heeft en die gedachten ook meer en meer wenst vast te houden. Een deel van de hele jihad-problematiek komt daar naar mijn vaste overtuiging op neer.
Maar niet alleen in de grote politiek speelt dat verschijnsel een rol. Ook in de hoofdstad van dit land, waar ik mijn domicilie heb en waar men naar hartenlust vertegen-woordigers van vele niet-westerse culturen kan ontmoeten kan het verschijnsel van de Botsing der Culturen worden waargenomen. Meestal zijn het kleine botsinkjes maar aan de aard van het verschijnsel doet het niet af.
Vanochtend was het weer zo ver.
Mijn auto vertoont al een jaar ellendige kuren waarvan het opsporen moeizaam gaat en veel geld kost. Vandaag is misschien de Grote Fout gevonden en gaat een essentieel onderdeel opgestuurd worden naar een specialistisch bedrijf voor een test en mogelijk revisie. Op hoop van zegen. Ik rijd nu even een leenauto van de garage. Voor mijn eigen auto heb ik in mijn straat een parkeervergunning en de mogelijkheid bestaat om de leenauto daar tijdelijk op over te schrijven. Maar dat gaat zo maar niet Nee nee. Het bedrijf CITION BV, aan wie de gemeente Amsterdam met vooruitziende blik de hele rimram van het parkeren heeft overgedragen heeft daarvoor een digitaal formulier op zijn site waarmee je die mutatie kunt aanvragen. Maar er moeten allerlei papieren meegeleverd worden. Een kind aangeven is veel makkelijker. Toch had ik mij zo goed en zo kwaad als het ging door de digitale rijstebrijberg heengewerkt en de boel opgestuurd. Met als resultaat na tien minuten een snoeihard NEEN van een mevrouw met een Hindoestaans-Surinaamse achternaam, Belangrijk om te weten is dat CITION BV voor zover ik heb kunnen nagaan vrijwel helemaal bestaat uit medewerkers met een allochtone achtergrond. Achter de balies van CITION BV komt je de hele wereld tegen.
Ik werd afgewezen omdat er (neuzel neuzel neuzel) iets niet klopte. Toen dacht ik aan de botsing der culturen. Dus nam ik alles bij elkaar wat ik dacht nodig te hebben en toog lijfelijk naar het wijkkantoor van CITION BV. Gelukkig niet ver weg. Daar werd ik geholpen door een medewerker met weer geheel andere allochtone roots, maar die wel erg vriendelijk was en ook tot de conclusie kwam dat er een bepaald papier van de auto niet in orde was, Maar die mij heel coulant de gelegenheid gaf om even de garage te bellen en uiteindelijk zelf lachend en grappen makend de zaak met de garage voor mij regelde. "Is het nu in orde?". "Ja meneer, een prettige dag". "U ook, dank u". En fluitend fietste ik naar huis.

Wij witten maken computerformulieren waarmee we niet-witten opzadelen om er mee te werken. Past dat in hun cultuur? Dat vragen wij ons niet af, hooghartig als we nog steeds zijn. De planter in ons is nog lang niet dood. Maar nu we ook macht geven aan de niet-witten kunnen we ons maar beter eens afvragen of we onze zaakjes niet veel beter en sneller kunnen regelen door "er even naar toe te gaan". Contact is in veel andere culturen nog steeds heel belangrijk.

En niet onaangenaam.



Knar



dinsdag 24 maart 2015




VOORUIT


Vanochtend rond elf uur is bij Prads-Haute-Bléone, een boerengehucht veertien kilometer boven Digne in de Franse Provence een Duits passagiersvliegtuig neergestort dat op weg was van Barcelona naar de luchthaven van Düsseldorf. Het vliegtuig was van German Wings, de prijsvechter-dochter van de Lufthansa. Door deskundigen gezien als een goede en betrouwbare maatschappij.
Waarom schrijf ik er over? Omdat ik een beetje kapot van ben. Mijn dochter, schoonzoon en kleindochter zijn net even een weekje over uit een buitenland waarvandaan ze ook met zo'n prijsvechter zijn gekomen. Over een paar dagen vliegen ze weer terug, weer met zo'n toestel. Zelf ben ik nog onlangs bij hen op bezoek geweest, ook met zo'n maatschappij. En natuurlijk weet je dat er wat kan gebeuren. Maar je wringt je in allerlei bochten om die paniekkabouter tot zwijgen te brengen die steeds maar roept :"Doe het niet. doe het niet". Al die  passagiers van dat toestel vanochtend dachten dat ook. "Ohh, Lufthansa, goeie maatschappij, appeltje eitje". En nu liggen ze daar. Waar? In het ongeveer mooiste deel van de Provence, verdomme. Ik ben daar veel geweest, heb daar veel rondgetoerd in m'n Eend-met-open-dak, op die hete middagen dat de Fransen een tukkie doen en die 'Ollandais voor gek verklaren. Een schitterend gebied maar onherbergzaam als geen ander. Ik heb even wat foto's bekeken op Google Maps en als ik dat landschap zie bekruipt me onmiddellijk weer dat gevoel van paradijselijk geluk bij de aanblik van zo'n dorpje onderaan een steile rots, hete weggetjes door diepe kloven en die kobaltblauwe hemel daar altijd maar boven. La Douce….Ja, maar nu even La Horrible. Nu is er een vliegtuig met honderd-achtenveertig mensen neergedonderd. Het is moeilijk om een landschap dat voor mij bijna heilig is nu te moeten associëren met zo'n afgrijselijk ongeluk. Want laten we daar voorlopig maar even van uitgaan. Hoewel je na de Oekraïne nergens meer voor in kunt staan.
De redders zijn onderweg. Weer slepen met lijken, weer identificeren tot je er bij neervalt, weer duizend rouwende familieleden en geliefden, weer een stoet lijkwagens, verschrikkelijk. Wat moet je doen? Niet vliegen? Een logische oplossing. Maar "logisch" in een andere wereld. Waarin vliegen nog niet bestond. Maar toen was er bijvoorbeeld de Eerste Wereldoorlog. Nog veel krankzinniger.
Nee, we hebben gegeten van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad en dat zullen we berouwen zolang we bestaan. Vooruit maar weer.

Altijd maar weer Vooruit.

Knar