woensdag 27 juni 2012





WERK


Sinds enige tijd wordt mijn inkomen verzorgd door een groot pensioenfonds, een kleiner pensioenfonds en de SVB samen: ik ben met pensioen. Ik werk niet meer en krijg toch geld. Dat was ook al een tijdje zo voordat ik met pensioen ging, het heette toen anders maar functioneel was er geen verschil. Dus ik weet al een tijd hoe vreselijk het is om niet te werken. Om mij niet te kunnen ontplooien als mens, om sociaal uitgesloten te zijn en om wanhopig rond te dwalen zonder nog enige zin aan mijn leven te kunnen geven. Zo vreselijk zou het allemaal moeten zijn als we de slogans moeten geloven die ons links en rechts om de oren vliegen en die ons oproepen tot Werk Werk Werk (vrij naar Wim Kok). Wel beste lezers, en ook Wim Kok, laat ik u verzekeren, het valt geweldig mee. En dan druk ik mij voorzichtig uit. Het valt voor mij net zo geweldig mee als voor de rijken die nog nooit hebben hoeven te werken, voor de erfgenamen van grote vermogens die rustigjes het beheer voeren en het vruchtgebruik smaken, voor de vroeg-gepensioneerden van land- lucht - en zeemacht die (nog kraakvers) gezellig aan een tweede leven beginnen met hobby's en reizen, net zoals de slimme ondernemers die al vroeg de schapen op het droge hebben en de globe gaan verkennen met een cruisje hier en een overwinteringetje daar. En dan natuurlijk het leger van gewoon gepensioneerden die nog fit zijn en van alles nog kunnen. Die weten allemaal beter. Niks aan de hand, sterker nog, jaloerse blikken in hun omgeving. "Goed geregeld" en "Ik wou dat het mij overkwam" horen zij zeggen, en hoorde ik zeggen toen het voor mij zover was. Laten we nooit vergeten dat volgens het boek Genesis van de Bijbel het werken aan Adam en zijn vrouw Eva werd opgelegd als straf omdat ze hadden gegeten van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. "In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood verdienen". Geweldig verhaal overigens, met grote diepgang, maar dat terzijde. Werken als straf, toen al. Het is al heel mooi dat werken nu niet altijd meer een straf is. Werken is soms best wel leuk, maar niet werken is ook heel leuk. Het wordt pas minder leuk als het tot armoede leidt. En dan zijn we bij "des Pudels Kern": werken is om geld te verdienen. Met werk schep je meerwaarde en als je geluk hebt valt jou een stukje van die meewaarde ten deel. Om van te leven. Klaar. Als de meerwaarde je in de schoot valt zonder dat werk, des te beter. Geen wanhoop te bekennen, rustig de tijd voor een boek of een kleinkind, een reisje of een dagje winkelen, een hobby of een klus, langer slapen, zin ontdekken in leegte, een filosofisch leesclubje, en een bakkie koffie in de binnenstad als iedereen werkt.

Als iemand weer "Werk Werk Werk" roept, vraag je dan eens af wat hij of zij beter wordt van jouw werk.



Knar



dinsdag 26 juni 2012




LANGER


Ik ben een webcam-freak. In de lijst van "Favourites" op mijn computer heb ik een mapje adressen van webcams "all over the country", zodat ik kan zien wat voor weer het is in Vlissingen, of de boot van Den Helder op tijd vaart en hoe hoog de waterstand is in de Regge. Van die dingen. Ook in het buitenland heb ik zo mijn meekijkogen. Kinderspel, zult u zeggen, en dat geef ik onmiddelijk en volmondig toe maar wat is er verkeerd aan een beetje kinderlijk zijn?
Het leuke is dat het soms nog aardige contacten oplevert ook. Zo ben ik volledig "on speaking terms" met de staf van het vliegveld Samedan in de Zwitserse Engadin, die voor mij regelmatig de lens van de camera schoonmaken als het daar weer eens bar gesneeuwd heeft. Ze doen dat met het grootste plezier en we maken altijd even een prettig mailpraatje.
In Doetinchem staat voor mij de hele dag en de nacht een webcam op de Gruitpoort naar de D-toren te kijken. De D-toren is een kunstwerk dat een aantal jaren geleden is neergezet aan de ingang van de oude stad, en dat het meest lijkt op een nog gezonde kies die per ongeluk getrokken is en nu iedere nacht van woede een andere kleur aanneemt. In Doetinchem zelf beweert men dat de verkleuring van het ding te maken heeft met de gemiddelde gemoedsgesteldheid van een selecte groep Doetinchemmers.
Wat daar van zij, ook in Doetinchem heb ik al eens contact gelegd met de beherende instantie, in dit geval de gemeente, als er iets mis was met de webcam. Soms gaf hij geen beeld, dan weer zond hij wekenlang hetzelfde beeld uit, enzovoort. Recent heb ik nog weer eens een mailtje gestuurd omdat het plaatje al sinds zeven juni niet meer veranderd is. Dat steekt des te meer omdat het plaatje van zeven juni stralende zonneschijn vertoont, iets dat we in werkelijkheid al weer veel te lang hebben moeten ontberen in deze "zomer".
Van de gemeente kreeg ik een automatisch aangemaakt mailtje terug waarin stond dat mijn bericht ontvangen was, en verder: "Als uw e-mail eventueel een antwoord verlangt, dan krijgt u dit zo snel mogelijk. Als voor dit antwoord langere tijd nodig is, ontvangt u hierover nader bericht." Einde citaat. Zo snel mogelijk en langere tijd. Altijd goed en tot niets verplicht. Uw meest nabije overheid.
En toen moest ik ineens denken aan al die ronkende verkiezingsprogramma's die de politieke partijen in dit land op het ogenblik aan het afscheiden zijn. D66 heeft ook net weer een sprookjesboek op de kop gehouden om het verkiezingsprogramma mee te vullen. Dit moet en dat zal, hervorming hier en verandering daar, de burger zus en de burger zo, vooruit vooruit, ronk ronk, blaas blaas.
Als na twaalf september het pluche weer op temperatuur komt is alles weer vergeten en is het weer "zo snel mogelijk en anders duurt het wat langer". De gapende kloof tussen Leer en Leven. Toch geen wonder dat ter rechter èn ter linker zijde enorme massa's proteststemmers in beeld komen? Wie kent niet die keurige vriend, vriendin of kennis die na decennia lang braaf in het midden gestemd te hebben het nu maar eens over de linker- of de rechterflank gaat proberen? En dat komt dan niet omdat hun politieke hart ineens anders klopt, maar dat komt omdat ze het gehannes met hun belangen meer dan zat zijn.

In Doetinchem staat de webcam nog steeds op zeven juni. Het duurt dus wat langer.

Knar



donderdag 21 juni 2012




OENE


 
Onlangs begaf ik mij op weg voor een bezoek aan mijn bejaarde tante in Epe. Tante vindt het altijd leuk als ik kom want met mij kan ze over haar geliefde Spinoza debatteren. Daar kom ik nog op terug.
De rit naar tante beviel mij beter dan vroeger, omdat ik een andere auto heb met een grotere, sterkere maar stillere motor die maakt dat ik mij nu zoevend over Neêrlands wegen spoed. Dat ik daarbij nergens de toegestane snelheidslimiet overschrijd hoort u mij niet zeggen. Ook dat is anders dan vroeger….
Eenmaal bij tante aangekomen lag er zoals gebruikelijk een stapeltje gespreksonderwerpen klaar die wij bij een kopje thee en wat versnaperingen één voor één probeerden af te werken. Heel onderhoudend en interessant. Daarna stelde tante voor om een stukje te gaan lopen. Dat is voor haar een belangrijke activiteit in de dag want zo blijft ze ook lichamelijk fit. Nu is lopen niet meer zo mijn ding maar tante wist nog wel iets anders. Ik bleef toch eten? Wel, dan moest ze toch nog naar de slager en dat zouden we dan mooi kunnen doen in Oene, een klein kerkdorp niet ver van Epe, in de IJsselvallei. Daar wist ze een slager die vlees van een ongekende kwaliteit verkocht, en daar konden we dan mooi met mijn nieuwe auto naar toe rijden. Zo gezegd zo gedaan. Naast wandelen houdt tante ook erg van ritjes maken in de auto dus de stemming was opperbest. Direct buiten Epe begint de negentiende eeuw. Groene weiden, reusachtige eiken, statige boerderijen, koeien in de wei en stille kronkelwegen die in de schaduw liggen van die grote eiken. Prachtig. En dat blijft zo tot in Oene. De stilte ligt daar als een deken over het dorp, je verwacht ieder moment het geklos van klompen te horen. Vanzelf ga je wat langzamer rijden. Zo kwamen we terecht bij de slager. Een zelfslachtende slager wel te verstaan. Die zijn er niet veel meer in Nederland. Het voordeel is dat de slager meteen het mooiste en het beste van het dier in huis heeft en daarvan was hier in overmaat sprake. Complete hammen hingen in de winkel te drogen, een kuip vol zelfgemaakte Coppa stond de klant verleidelijk aan te staren, kortom voor de niet-vegetarische smulpaap een eldorado. Tante kocht een paar biefstukjes en ik vroeg of ze ook een zij rookspek voor mij hadden. Een delicatesse die al lang bovenaan mijn verlanglijstje staat maar die ik in het verstedelijkte Westen nergens kan vinden. Ik wist dat ik daarvoor in het Oosten moest zijn, en ja hoor, voor deze slager geen enkel punt om mij een zij rookspek te leveren. In no time was de verkoopster terug van "achter" met een stevig stuk spek , keurig geseald in folie en bijna anderhalve kilo zwaar. Mijn jachtbuit.
Na de slager dronken we nog een kopje thee in café restaurant "Dorpszicht", op de houten veranda waaraan sinds de bouw in achttienhonderdzoveel niets meer was
veranderd. Uitzicht op de Dorpsstraat met lindebomen en op het Romaanse kerkje in Bentheimer zandsteen. "Het tuinpad van mijn vader…".
Na thuiskomst debatteerden wij nog geanimeerd over het atheïsme bij Spinoza, maar Oene ging mij niet meer uit de kop.

Oene, blijf zo voor altijd. Ga niet "vooruit" want mooier kun je niet worden.


Knar


zondag 17 juni 2012





LINKS


Als ik dit schrijf is het zondag 17 juni 2012. Een bijzondere dag in veel opzichten. Nederland gaat vanavond roemloos ten onder in de derde poging om nog mee te doen met de Europese Kampioenschappen Voetbal in Polen en Oekraïne, òf ontsnapt aan dat lot door te winnen van Portugal. Hoe het zit bij gelijk spel weet ik niet: de systematiek van dergelijke megatoernooien is mij al een leven lang duister. Ook vandaag gaan in Griekenland en in Frankrijk de kiezers naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Zowel in Frankrijk als in Griekenland wordt een ruk naar links verwacht, wat voor de politiek in Europa grote gevolgen zal hebben. Als wijzelf daar in september nog een schepje bovenop doen - volgens de polls kan er bij ons makkelijk een centrum-linkse coalitie worden gevormd - dan zijn de poppen helemaal aan het dansen. En wat mij nou zo vreselijk nieuwsgierig maakt: hoe zal het dan gaan met al die onwrikbare "waarheden" waar we tot op de dag van vandaag in dit land mee worden doodgegooid? De "waarheid" dat we nog dit jaar ons begrotingstekort onder de drieprocentsnorm moeten brengen omdat het anders heel slecht met ons zal aflopen? De "waarheid" dat daarvoor vooral aan de zwakke kant van de samenleving veel moet worden opgeofferd, zodat bijvoorbeeld de Sociale Werkplaatsen verdwijnen, omdat de mensen daar net zo goed een echte baan kunnen zoeken, de "waarheid" dat voor alle mensen die uit de diverse vangnetten worden gegooid altijd wel een baan te vinden is, of ze nu oud zijn of jong, de "waarheid" dat Griekenland binnen de euro moet blijven omdat dat zo belangrijk is "voor ons allemaal"? En ga zo nog maar even door.
Waarheden met een luchtje. Een neoliberaal luchtje dat - met een substantiële ruk naar links in een aantal Eurolanden - toch wat zal verwaaien. Wat mij betreft eerder vandaag dan morgen. En dat maakt deze zondag nu juist zo bijzonder: misschien inderdaad al vandaag! Hoe zal links er na vandaag uitzien in de landen waar het aan de meerderheid geraakt? Zal het oud-links zijn, met veel slachtoffergedrag en verkettering van de "hoge omes" of zal het een slim en nieuw links zijn dat oog heeft voor wat mensen inderdaad voor zichzelf kunnen verwezenlijken, naar behoefte gesteund door een daartoe ingerichte overheid? En zal inderdaad blijken dat Griekenland met een terugkeer naar de drachme ons allemaal meesleurt in het ravijn van de chaos, het verlies en de armoede? Zal inderdaad blijken dat een tijdelijke versoepeling van de drieprocentsnorm ons in grote moeilijkheden brengt of zal des te pijnlijker komen vast te staan dat het Europa van Maastricht in wezen een roekeloos avontuur was, ten gunste van een beperkte geldélite, met alleen maar een plan A - vooruit - en zonder een plan B - voor als het mis gaat? We weten het niet.

Twee dingen weten we wel: het is vandaag vaderdag en Audi wint vandaag de Vierentwintig Uur van Le Mans.




Knar

vrijdag 8 juni 2012



KLEIN


Vandaag had ik weer even het voorrecht bij de kleinkinderen te zijn. Eigenlijk moet ik zeggen: bij een kleinkind te zijn, want alleen de jongste is nog thuis en wordt op vrijdag-papadag door papa voorgelezen, mee uit wandelen genomen, te drinken gegeven enzovoort. Papa beweert dat hij dan 's avonds best moe is. Ik zeg dan niks maar ik denk: je doet het goed. Die investering krijg je wel terug.
Maar waar ik het eigenlijk over wil hebben is het verwonderlijke feit dat wij volwassenen, mits voorzien van een niet al te verwrongen geest, bij de aanblik van zo'n kleintje altijd zo vertederd raken, en vol overgave ten behoeve van het wurm de dolste wartaal uitslaan of hobbelend door de kamer rennen, alles om het kleine ding te plezieren. Dat gaat automatisch en vanzelf. Je moet al een hele grote zuurpruim zijn wil je die neiging niet voelen.
Biologen, en vooral evolutiebiologen, hebben zich over die kwestie ook al uitvoerig het hoofd gebroken en komen tot de slotsom dat die kleintjes er op een bepaalde manier uitzien die onze vertedering wekt en dat dat goed is voor die kleintjes want dan zijn ze verzekerd van de zorg die ze nodig hebben als ze nog zo klein zijn. Die bepaalde manier van uitzien is dan grote ronde ogen, ronde gezichtsvormen, een zachte huid en een zacht lichaampje. Blijft wel de vraag hoe het dan komt dat wij mensen niet alleen verrukt zijn van onze eigen babies, die inderdaad wel aan die kenmerken voldoen, maar dat we kleine aapjes (hoe lelijk ook), kleine krokodilletjes en kleine vogeltjes ook zo vertederend vinden. Ook als de oogjes nog dicht zijn, de huid zwaar behaard, de tandjes messcherp of de lichaampjes al zo sterk dat we maar beter kunnen uitkijken.
Na nog eens goed naar mijn jongste kleindochter gekeken te hebben (ze is bijna twee) kom ik tot een andere slotsom. Wat ons vertederd en soms ook een beetje verbijsterd is de argeloosheid, de moed en de vanzelfsprekendheid waarmee deze kleine wezentjes zich zomaar blootstellen aan een leven waarvan wij hebben ondervonden dat het soms zo moeilijk en zo gevaarlijk kan zijn. Zij weten veel minder dan wij dus zouden ze meer op hun hoede moeten zijn. Dat zijn ze niet, integendeel, ze gooien er zich schaterend van de pret middenin, in vol vertrouwen dat wij, die grote mensen met die rimpel boven de neus, er wel voor zorgen dat het goed komt. Wat een moed, wat een levenskracht. En dat in zo'n klein mensje. Daar kun je niet anders dan vertederd door zijn.

En een beetje jaloers?



Knar