dinsdag 26 januari 2010


HAES



Vandaag laat Jaap de Hoop Scheffer aan de media weten dat hij het wel èn niet eens is met het rapport van de Commissie Davids. Over Irak, u weet wel.
Jaap is het oneens met de conclusie dat Nederland achter de VS aanliep bij de steun aan de inval. En Jaap zegt blij te zijn met de conclusie dat zijn benoeming tot secretaris generaal van de NAVO niets te maken had met het Nederlandse standpunt. Zijn integriteit staat buiten kijf, zegt hij.
Tot zover Jaap.
Laat ik nou altijd gedacht hebben dat Jaap dat baantje juist wel…..
We zoeken het op. Dankzij het onvolprezen Internet kunnen wij bliksemsnel kennis nemen van de echte conclusies van de commissie Davids. Mijn hart maakt een sprongetje van dolle pret als ik lees wat daar letterlijk staat : “Bij het besluit om aan de oorlog in Irak politieke steun te verlenen heeft een eventuele benoeming van minister De Hoop Scheffer tot secretaris-generaal van de NAVO geen rol gespeeld.” (conclusie 48). In gewoon Nederlands : we deden het niet om Jaap aan een mooie baan te helpen. OK, maar andersom? Er staat niet dat de mooie baan van Jaap niks te maken had met het genomen besluit! Davids laat ons alle ruimte om daar zo onze eigen gedachten over te hebben en te houden. De politieke steun aan de inval - grotendeels het werk van Jaap en zijn ministerie van BuZa - kreeg zo ongeveer in het voorjaar van 2003 vorm. De benoeming van Jaap als SG van de NAVO werd 22 september 2003 openbaar. Geen verband? U zegt het maar.
Jaap de Hoop Scheffer (JdHS) heeft boeiende initialen. Uitgeschreven staat er Jee de Haes.

Zijn naam is Haes, maar weet hij van niks?


Knar

vrijdag 22 januari 2010


(ON)AARDIG



Een domme rechter in Den Haag heeft dozen vol gevoelige informatie aan de stoeprand gezet, voor de vuilnisman. Een “oplettende” voorbijganger sjouwde ermee naar het AD en het AD - zeg maar de Rotterdamse Telegraaf- heeft er met groot genoegen vettig voorpaginanieuws van gemaakt. Het artikel begint met de vermelding van naam en voornaam van de rechter, voluit. Media op het internet nemen het over, ook voluit, en vermelden ook nog maar even de tweede werkkring van de vrouw.
Als rechter heeft ze inmiddels ontslag genomen.

Laatst schreef ik een stukje over de kersttoespraak van de koningin (“Virtueel”). Oplettende lezertjes herinneren zich dat ik het niet helemaal met haar eens was. Althans wat betreft haar scepsis over internet en e-mail. Plotseling ben ik het wèl helemaal met haar eens waar ze het had over de brutaliteit die als een veenbrand in de Nederlandse samenleving voortwoekert. De majesteit gebruikte heel andere woorden maar we bedoelen hetzelfde: de niets en niemand ontziende openbare onbeschoftheid die oprukt, het verkankerde regeneraat van de moet-kunnen-mentaliteit van de seventies. In die jaren ging het om een wat doorgeslagen vrijheidsideaal, nu gaat het om wellustige beschadiging van mensen, om bloeddorstige verwoesting van karakters en carrières. Dat is leuk, “daß macht spaß”, dat lijkt zo heerlijk veel op de spelletjes van de SA- en NSB-mannen uit de jaren dertig. “Heeuuuh? Jaren dertig? Hebben we niet gehad”. Precies jongens, hebben jullie niet gehad maar hebben anderen wel gehad. En die leefden daarna vaak hun leven lang weggedoken, vanwege de angst die ze was aangejaagd. Jongens.
Natuurlijk, de rechter was oliedom en ook wel tè erg nonchalant. “Ik dacht dat het oude rommel was”. Eerst even goed kijken mevrouw. En het is goed dat ze meteen als rechter ontslag heeft genomen. Maar ze was ook een rèchter, iemand die zich inzet voor de publieke zaak, iemand die werkt voor òns. Niet iemand die stinkende hypotheekschulden doorverkoopt, de zaak in het honderd laat lopen en wegkomt met opnieuw een mooie bonus. Niet zo iemand. Want die staan niet met naam en toenaam in de krant. Die niet.

SIRE heeft een nieuwe campagne gestart, “Aardige mensen, hoe gaan we er mee om?” Blijkbaar zijn we zo onaardig geworden dat aardig gedrag een probleem is. Het AD bewijst dat SIRE daarin gelijk heeft.
Zou het nog helpen?



Knar


(ON)AARDIG



Een domme rechter in Den Haag heeft dozen vol gevoelige informatie aan de stoeprand gezet, voor de vuilnisman. Een “oplettende” voorbijganger sjouwde ermee naar het AD en het AD - zeg maar de Rotterdamse Telegraaf- heeft er met groot genoegen vettig voorpaginanieuws van gemaakt. Het artikel begint met naam en voornaam van de rechter, voluit. Ook media op het internet brengen het nieuws in kapitalen , vermelden ook de tweede werkkring van de vrouw. Als rechter heeft ze inmiddels ontslag genomen.
Laatst schreef ik een stukje over de kersttoespraak van de koningin (“Virtueel”). Oplettende lezertjes herinneren zich dat ik het niet helemaal met haar eens was. Althans wat betreft haar scepsis over internet en e-mail. Plotseling ben ik het wèl helemaal met haar eens waar ze het had over de brutaliteit die als een veenbrand in de Nederlandse samenleving voortwoekert. De majesteit gebruikte heel andere woorden maar we bedoelen hetzelfde: de niets en niemand ontziende openbare onbeschoftheid die oprukt, het verkankerde regeneraat van de moet-kunnen mentaliteit van de seventies. In die jaren ging het om een wat doorgeslagen vrijheidsideaal, nu gaat het om wellustige beschadiging van mensen, om bloeddorstige verwoesting van karakters en carrières. Dat is leuk, “daß macht spaß”, dat lijkt zo heerlijk veel op de spelletjes van de SA- en NSB mannen uit de jaren dertig. “Heeuuuh? Jaren dertig? Hebben we niet gehad”. Precies jongens, hebben jullie niet gehad maar hebben anderen wel gehad. En die leefden daarna vaak hun leven lang weggedoken, vanwege de angst uit die jaren. Jongens.
Natuurlijk, de rechter was oliedom en ook wel tè erg nonchalant. “Ik dacht dat het oude rommel was”. Eerst even goed kijken mevrouw. En het is goed dat ze meteen als rechter ontslag heeft genomen. Maar ze was ook een rèchter, iemand die zich inzet voor de publieke zaak, iemand die werkt voor òns. Niet iemand die stinkende hypotheekschulden doorverkoopt, de zaak in het honderd laat lopen en wegkomt met opnieuw een mooie bonus. Niet zo iemand. Want die staan nooit met naam en toenaam in de krant. Die niet.

SIRE heeft een nieuwe campagne gestart, “Aardige mensen, hoe gaan we er mee om?” Blijkbaar zijn we zo onaardig geworden dat aardig gedrag een probleem is. Het AD bewijst dat SIRE daarin gelijk heeft. Zou het nog helpen?


Knar